Chauvinistische wielerliefhebbers die in 1981 denken dat de Nederlandse Tourwinnaar van het jaar ervoor ook dit jaar de favoriet is, houden zichzelf een beetje voor de gek. Joop Zoetemelk heeft veel ‘gefeest’ na zijn Tourzege en de grote vorm is er in juni 1981 zeker niet. Bij Bernard Hinault ligt dat anders. Hij is heer en meester in de Dauphiné Liberé en van te vroeg in vorm zijn heeft hij nog nooit gehoord. Als Hinault aan een grote ronde meedoet is hij kanshebber.
Dat laat hij meteen zien in de proloog die hij wint met 7 seconden voorsprong op Gerrie Knetemann. De Tourstart is net als dit jaar in Nice waar naast de korte tijdrit nog een rit in lijn en een ploegentijdrit wordt gereden. Die laatste rit tegen het uur gaat – hoe verrassend – naar de TI Raleighs van Peter Post. De genoemde rit in lijn kende wel een verrassing. Na een paar jaar van nauwelijks presteren, liet sprinter Freddy Maertens zich weer eens zien. In de massasprint blijft hij onder andere Sean Kelly en Yvon Bertin voor. Maertens laat het er in deze Tour niet bij: hij wint nog vier ritten en de groene trui. En later in het seizoen voegt hij daar ook zijn tweede wereldtitel aan toe.
Hinault en Maertens zijn de laatste twee individuele winnaars in Nice, Vicente Lopez-Carril acht jaar eerder de op twee-na-laatste. Met 9 minuten voorsprong bereikt hij de finish. De Spanjaard heeft zijn zege, als we de kranten mogen geloven, mede te danken aan een klagend peloton. De renners balen van de lange, zware Alpenritten en de verplaatsingen in bussen die ze achter de rug hebben. ‘Drie moordende Alpenritten en zo’n vervelende busrit erbij zorgen ervoor dat je als renner niet tot rust kan komen’, reageert een balende Gerard Vianen in de Telegraaf. ‘Deze Tour de France is moordenaarswerk.’
En dus wordt het halve wandeletappe. Lopez-Carril ‘mag’ winnen.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020