Foto Eric HOUDAS, CC BY-SA 3.0
Verjaardagskalender 15 februari: Eddy Seigneur (1969)
Iets meer dan vijftig meter nog voordat zijn voorwiel de finishlijn zal raken en nu al kan Eddy rechtop gaan zitten. En dat op de Champs-Élysées. Hij realiseert zich dat hij iets bijzonders presteert. Iets unieks. Hij tilt zijn handen van het stuur en heft beide armen hoog in de lucht. Even kijkt hij over zijn linkerschouder. Hij juicht. 25 meter nog. Snel één laatste blik, je weet het immers maar nooit. Een gebogen hoofd is het enige dat hij achter zich ziet. Het gebaar van iemand die zich gewonnen geeft. Eddy begint harder te juichen. Nee, het is ditmaal niet Merckx die wint. Ook niet Planckaert, maar een 25-jarige Eddy uit Picardië in Noord-Frankrijk. Hij presteert op 24 juli 1994 iets dat maar enkele renners lukte; een jagend peloton voorblijven in de laatste Touretappe. Wat nou ‘altijd massasprint op de slotdag’?!

Een dag eerder heeft Eddy Seigneur het ook al geprobeerd. Aan het einde van de ruim tweehonderd kilometer lange 20ste etappe van Morzine naar Lac de Saint Point, ontbindt hij zijn duivels. Een kilometer of zes voor de finish springt Seigneur weg uit het op stoom geraakte peloton. Het zal een ongelijke strijd blijken. Tijdrijden is weliswaar Seigneurs specialiteit, maar opgejaagd door een peloton dat op hem af dendert als een roedel uitgehongerde wolven op het enige stukje vlees in de wijde omtrek, heeft hij geen schijn van kans. Een klein etmaal na zijn mislukte ontsnappingspoging dendert hij opnieuw voor het peloton uit, ditmaal over de stenen van de Champs-Élysées. Terwijl hij vluchtig over zijn schouder kijkt of de meute al dichterbij komt, inventariseert hij zijn kansen en monstert een voor een de renners die hem vergezellen in de kopgroep die een kleine voorsprong heeft. Een Amerikaan (Frankie Andreu), een Zwitser (Jörg Müller), een Deen (Bo Hamburger) en een Litouwer (Arturas Kasputis). Dat is de tegenstand. Seigneur is niet zeker van zijn zaak. Met zijn vijven zijn de kansen om vooruit te blijven in ieder geval groter dan alleen. Maar ja, dit is de Champs-Élysées. Sinds de Tour de France in 1975 er voor het eerst zijn traditionele ‘grande finale’ beleefde, slaagden slechts enkele renners er in om een massasprint te ontlopen.
Terwijl Eddy zijn benen stilhoudt om voor het laatst voor de Arc de Triomphe langs te draaien, is de marge van het kwintet nog altijd meer dan een halve minuut. De vijf denderen over de licht aflopende weg van de Champs-Élysées aan de overkant van de finishlijn. In de verte doemt een spandoek op. Nog twee kilometer. Over een paar minuten zal Miguel Induráin zijn vierde Touroverwinning bijschrijven. Eddy heeft wel iets anders aan zijn hoofd. Die massasprint, die moet er niet komen. Overnemen dus. Blijven rijden. Maar tegelijkertijd ook krachten sparen, zodat die andere vier hem zo meteen niet te snel af zijn.
Precies op het moment dat Eddy van kop af komt en het vijftal linksaf de tunnel onder de Tuilerieën in wil draaien, knalt Frankie Andreu weg. De Amerikaan vertrouwt niet op zijn spurterscapaciteiten en wil per se met voorsprong de laatste kilometer in. Ook Eddy weet dat hij het in een sprint zal afleggen, vooral tegen Kasputis. Hij wacht. Als hij geluk heeft rijdt een van de andere drie het gat naar Andreu dicht. Veel tijd is er niet, ze zijn de tunnel al weer uit. De Amerikaan schiet nu onder de boog van de laatste kilometer door en heeft nog altijd een meter of dertig voorsprong. Eddy weet dat het nu moet gebeuren. Alsof die boog het startschot is voor de belangrijkste tijdrit uit zijn carrière geeft hij met een machtige versnelling Müller, Hamburger en Kasputis het nakijken. Eddy schakelt nog een tandje bij en rijdt in amper veertig seconden tijd het gat naar de vermoeide Andreu dicht. Aan het begin van het laatste rechte stuk naar de finish heeft hij de Amerikaan uit de Motorola-ploeg te pakken. Die kijkt nog een keer achterom en buigt dan direct het hoofd. Letterlijk. Eddy passeert hem met speels gemak, werpt voor de zekerheid nog een blik over zijn linkerschouder en dan kan het juichen beginnen. Het is ‘m gelukt. Eddy Seigneur. Naar de Tour gekomen als helper van Greg Lemond, die in zijn laatste ronde al in de eerste week is afgestapt. Die Eddy Seigneur schaart zich in een rijtje met grote namen als Gerrie Knetemann en Bernard Hinault. Het selecte clubje renners dat op de Champs-Élysées met succes een massasprint weet te voorkomen.
Ook jarig vandaag:
- Oscar Freire (1976)
- Maximilian Sciandri (1967)
- Marc de Maar (1984)
- Enrico Cassani (1972)
- Josh Tarling (2004)
- Evy Kuijpers (1995)
- Nico Denz (1994)