Foto Maurice Terryn - KOERS. Museum van de Wielersport
Verjaardagskalender 30 april: Eric Van Lancker (1961)
In de vier jaren, verdeeld over drie periodes, dat Peter Post en Steven Rooks met elkaar samenwerken, zijn er maar weinig momenten waarop ploegleider en renner het eens zijn. De twee liggen elkaar niet. Hun karakters en ideeën lopen simpelweg te ver uiteen om een rijke voedingsbodem te bieden voor een harmonieuze, eendrachtige en bovenal succesvolle samenwerking. Ondanks dat een ezel zich over het algemeen niet twee maal aan dezelfde steen stoot, kruisen de paden van Post en Rooks elkaar in 1990 opnieuw. In zekere zin tegen wil en dank.
De Panasonic-ploegleider had het liefst alleen Gert-Jan Theunisse van PDM over willen nemen, om hem samen met Erik Breukink als kopman in grote ronden uit te spelen. Theunisse wilde de overstap naar Post echter alleen maken in gezelschap van zijn ‘brother from another mother’ Rooks. Gevolg is dat Breukink juist verkast naar PDM en de Siamese tweeling Rooks-Theunisse Panasonic aanvoert in de Giro, de Tour en eerst in de Ardense klassiekers. Dankzij zijn terugkeer bij Post is Rooks, als fraaie bijkomstigheid, een probleem armer. Het kopmanschap hoeft hij voortaan alleen met maatje Theunisse te delen en niet met andere teamgenoten.
Het juk van het ploegbelang heeft hem al twee keer op rij de overwinning gekost in zijn favoriete eendagskoers, Luik-Bastenaken-Luik. In 1988 zette Adrie van der Poel een streep door Rooks’ kansen op een tweede zege in La Doyenne – Rooks won in 1983 al eens, uitgerekend een paar maanden na zijn eerste vertrek bij Post – en een jaar later deed PDM-ploegmaat Sean Kelly dat nogmaals.
Bij Panasonic zal Rooks dat niet gebeuren. Tenminste, dat hebben renner en ploegleider zich voorgenomen aan het begin van het seizoen. Dat Rooks in de finale van de 256 kilometer lange koers toch weer in hetzelfde schuitje belandt als de voorgaande jaren, kunnen de twee dan nog niet voorzien. De Nederlander moet zich in de straten van Luik opnieuw schikken naar het ploegbelang en de zege laten aan een renner in hetzelfde rood-geel-blauwe shirt van Panasonic-Sportlife, Eric Van Lancker.
Het gebeurt niet al te vaak, maar zo af en toe heeft de uit Oudenaarde afkomstige Oost-Vlaming een superdag. Eén waarop hij zijn benen niet voelt, over een onuitputtelijke hoeveelheid spierkracht en longinhoud lijkt te beschikken en ook het geluk aan zijn zijde vindt. Van Lancker lijkt dan te vliegen. Iets soortgelijks had hij precies een jaar eerder ook al meegemaakt in de Amstel Gold Race. In de finale kon hij afrekenen met geduchte concurrenten als Claude Criquielion en Steve Bauer en verrassend de zege opstrijken.
In Luik-Bastenaken-Luik heeft Van Lancker in 1990 weer zo’n superdag. Desondanks kent de Belg zijn plaats binnen de Panasonic-ploeg maar al te goed. Beschikte Peter Post een jaar eerder in de Zuid-Limburg niet over een uitgesproken kopman en kon Van Lancker zijn eigen kans gaan, in de oudste van de vijf monumentale klassiekers is dat een jaar later vanzelfsprekend geheel anders. Theunisse en, met name, Rooks zijn de uitgesproken kopmannen. Van Lancker is niet meer dan een knecht. Een luxe dan toch, misschien. En vooral een ideale bliksemafleider.
Als de Belg in gezelschap van Rooks, viervoudig winnaar Moreno Argentin en nog een kwartet anderen op vijftien kilometer van de finish op kop rijdt, besluit hij maar eens te demarreren. Waar zijn twee kopmannen de gehele dag geen millimeter ruimte hebben gehad en, alsof er een magneet op hun achterwiel zit, telkens onmiddellijk een stoorzender met zich mee kregen, slaat Van Lancker wel een gat. Geen van de andere koplopers heeft zin de achtervolging in te zetten en zo Rooks te lanceren. Die zit als het om ploegentactiek gaat in een zetel, maar verbijt zich ondertussen om het feit dat de Belg steeds meer uit het zicht begint te verdwijnen. Rooks beleeft wederom een déja vu.
Ondanks dat Post de Noord-Hollander door het opengedraaide raam van zijn ploegleidersauto toe buldert dat hij niet hoeft af te stoppen in het groepje achter Van Lancker, durft Rooks het niet aan zelf mee te doen aan de achtervolging op de koploper. Hij is te loyaal om een teamgenoot een overwinning door diens neus te boren en bovendien te bang om de, zeker in een koers als Luik-Bastenaken-Luik, immer gevaarlijke Argentin terug naar het front te brengen.
Als Jean-Claude Leclercq zich losmaakt van de andere achtervolgers op Van Lancker, countert Rooks de Fransman onmiddellijk, maar neemt ook nu niet over. De Belgische vogel is gevlogen. Een jaar na de Amstel Gold Race bezorgt Van Lancker Panasonic opnieuw een belangrijke overwinning in het voorjaar. Dankzij het verdedigende werk van zijn kopman schrijft hij Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam. Achter Leclercq komt teamplayer Rooks als derde over de streep.
Kort na de finish vindt een uniek moment in de Nederlandse wielersport plaats. Bij hoge uitzondering zijn Post en Rooks het een keer met elkaar eens. Er heeft weliswaar een Panasonic-renner gewonnen, maar echt blij zijn ploegleider en kopman er niet mee. Van Rooks is het alleszins begrijpelijk. Hij zat, net als bij PDM, weer eens gevangen in het ploegbelang en was, zij het met tegenzin, loyaal genoeg dat niet in de waagschaal te stellen om zijn eigen kans te gaan.
Post loopt eveneens te mopperen in de coulissen van Luik-Bastenaken-Luik. Natuurlijk is de ploegleider tevreden dat een van zijn pupillen gewonnen heeft, maar ook hij had liever Rooks op het hoogste treetje van het podium gezien. Niet dat hij het die, in zijn optiek, stugge en eigenwijze Noord-Hollander nou zo gunde, maar om een andere reden. Het miljoenencontract van Rooks is afgestemd op het leveren van prestaties. Dat van Van Lancker niet. Die heeft, als renner uit de tweede lijn binnen Panasonic, recht op een dikke bonus na het winnen van een wereldbekerwedstrijd. ‘Dit gaat me geld kosten’, verzucht Post, terwijl een glunderende Eric Van Lancker op het podium een bos bloemen in de lucht steekt.