Foto Georges Seguin

Wielercultuur

Verjaardagskalender 16 mei: Simon Gerrans (1980)

Het adagium ‘to finish first, first you must finish’ wordt vooral in de autosport veelvuldig gebruikt. Net als een goed idee vele vaders kent, wordt ook deze uitspraak aan meerdere personen toegeschreven. Een korte Googlesessie wijst vooral in de richting van coureur Rick Mears, tussen 1979 en 1991 viervoudig winnaar van de Indy 500, als bedenker, maar het zou heel goed kunnen dat de wijsheid al ouder is. Via de mond van Olav Mol en diens commentaarmicrofoon dwarrelt de oneliner ook veelvuldig de Nederlandse huiskamers binnen tijdens de vele Grand Prix’ die hij verslaat.

In een tijd dat Formule 1-auto’s nog lang niet zo betrouwbaar zijn als tegenwoordig, is het adagium niets te veel gezegd. Menigmaal strandt een coureur, die de smaak van champagne al haast kan proeven, in het zicht van de finish. Een geplofte motor, defecte versnellingsbak of ander technisch euvel zet op het laatste moment een streep door een zeker lijkende overwinning. Ook op de koers is het motto ‘to finish first, first you must finish’ uitstekend toepasbaar.

Daniel Martin en Simon Gerrans weten er alles van. In Luik-Bastenaken-Luik, het is het voorjaar van 2014, verandert eerstgenoemde op slechts een paar honderd meter van de finish in een tijdsbestek van amper een seconde van winnaar in verliezer. Terwijl Gerrans op datzelfde moment precies de omgekeerde weg bewandelt. De pech van Martin levert hem een monumentale zege op.

Luik-Bastenaken-Luik van 2014 is er een van de lange adem. Geduld oefenen. Zowel voor toeschouwers als renners. Alsof je in de wacht hangt bij een overheidsinstelling en het aantal wachtenden voor je, dat een monotoon klinkende computerstem via de telefoon doorgeeft, juist lijkt op te lopen in plaats van af. Op elf kilometer van de finish, die dan nog in Ans ligt, klontert een groep van een slordige veertig renners samen.

Op de Côte de Saint-Nicolas gooit de Oostenrijker Stefan Denifl de knuppel in het hoenderhok, maar ver reikt zijn uitvalspoging niet. Vervolgens neemt Giampaolo Caruso het initiatief over. In gezelschap van landgenoot Domenico Pozzovivo zet de Italiaan koers richting Ans. Het tweetal zal het niet gaan redden. In de verraderlijk oplopende slotkilometer naar de aankomst dendert Daniel Martin naar de twee koplopers, alsof hij een sneltrein heeft ingeslikt. Het lijkt de beslissing te zijn in de honderdste editie van Luik-Bastenaken-Luik.

De Ier, een jaar eerder ook al winnaar van de oudste aller klassiekers, verschalkt eerst Pozzovivo en kan bij het aansnijden van de laatste haakse bocht naar links het achterwiel van Caruso aanraken. Iedereen is er heilig van overtuigd dat Martin in de laatste honderden meters de moegestreden Italiaan zal overvleugelen om zijn zege van een jaar eerder te prolongeren.

Martin verzuimt echter datgene te doen dat nodig is om een overwinning te kunnen opstrijken. Hij bereikt de finish niet. In elk geval lang niet als eerste. Wat er precies mis gaat kan de Ier na afloop zelf niet eens reproduceren, maar feit is dat zijn achterwiel in de linkerbocht voor zichzelf begint en onder renner en fiets wegschuift. Een valpartij is het onvermijdelijke gevolg. ‘Ik had al tranen in mijn ogen, nog voordat ik de grond raakte’, zal de pechvogel naderhand tegenover Sporza bekennen, met goed gevoel voor poëzie. Terwijl Martin zijn tweede opeenvolgende zege in Ans in rook ziet opgaan, is Gerrans de aasgier die genadeloos toeslaat.

In de slotkilometers gegangmaakt door ploeggenoot Pieter Weening is de Australiër aanvankelijk bezig met het voorbereiden van een sprint voor een ereplaats, maar plotsklaps blijkt het om de overwinning te gaan. Caruso ligt bij het uitkomen van de, voor Martin, fatale haakse bocht naar links weliswaar nog iets voor, maar de Italiaan heeft zich duidelijk zichtbaar al verzoend met een nederlaag. Dat hij zich nog altijd kortstondig koploper mag noemen ligt puur en alleen aan de tuimelpartij van Martin. Caruso heeft geen energie meer over om nu nog te versnellen en uit handen van de snel naderende achtervolgers te blijven.

Van hen blijkt Gerrans afgetekend de sterkste en dus de snelste. Met een machtige krachtsexplosie duikt hij op de weerloze Caruso, houdt Alejandro Valverde en Michal Kwiatkowski knap achter zich en rondt zo het voorbereidende werk van zijn Nederlandse knecht af. Terwijl Simon Gerrans uitbundig zijn succes viert, bolt Daniel Martin anderhalve minuut later met betraand gezicht over de finish. Het adagium ‘to finish first, first you must finish’, is zelden toepasselijker geweest dan in de honderste Luik-Bastenaken-Luik.

Foto Georges Seguin

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 7 juni: Steven Kruijswijk (1987)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 6 juni: Bart Voskamp (1968)

Wielercultuur