Foto PR-kaart PDM-ploeg (1986)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 26 mei: Jan Siemons (1964)

Veel beroerder dan dat van Jan Siemons kan een Tourdebuut niet zijn. Terwijl de Brabander zich er van te voren juist zo veel van had voorgesteld. Sterker, Siemons voelt zich in vorm als de 73ste editie van de Franse ronde op vrijdag 4 juli 1986 in Boulogne van start gaat. Twee weken eerder had de neoprof een buitengewoon sterk Nederlands kampioenschap gereden.

Op en rond de Slingerberg bij het Limburgse Geulle had Siemons uitgebreid getoond een van de besten in koers te zijn. De hele dag verrichte hij beulswerk voor PDM-ploeggenoot en gelegenheidskopman Peter Stevenhaagen. In de voorlaatste ronde was Siemons, nog immer attent rijdend, zelfs in de kopgroep beland, maar een lekke band had hem daar vervolgens net zo snel weer uit weggerukt. Uiteindelijk was de Brabander als zevende over de finish gekomen, vier plaatsen achter Stevenhaagen, die op zijn beurt de nieuwe kampioen Jos Lammertink en ook Nico Verhoeven voor zich had moeten dulden. Over het vormpeil van Siemons bestaat binnen de PDM-ploeg na afloop van de nationale titelstrijd geen enkele twijfel en dus mag de 22-jarige neoprof mee naar Frankrijk voor zijn eerste Tourdeelname.

Siemons is een van de liefst zes debutanten in de tienkoppige PDM-selectie van ploegleider Roy Schuiten. De vroegere tijdritspecialist laat naast de jonge Brabander ook Marc van Orsouw, Henk Boeve, Wim Arras, Peter Stevenhaagen en Jan van Wijk hun Franse vuurdoop beleven. Alleen kopman Pedro Delgado, diens helpers in de bergen Steven Rooks en Gerard Veldscholten en wegkapitein Gerrie Knetemann hebben al Tourervaring. Vooral die laatste is de aanwezigheid van zoveel ‘groentjes’ een doorn in het oog. ‘Zo wordt het nooit wat met deze ploeg’, laat De Kneet de vaderlandse wielerpers meermaals optekenen.

Hij heeft het daarbij vooral gemunt op ploegleider Schuiten. De onervaren debutanten kunnen het zelf ook niet helpen, weet Knetemann maar al te goed. Een smakelijke anekdote is de manier waarop de tienvoudig Touretappewinnaar Siemons regelmatig begroet. ‘Jan, hoe is het met je zusjes?’, vraagt Knetemann hem dan. Niet dat de Brabander die heeft, maar het is een verwijzing naar de dames van plezier in het befaamde bordeel Sauna Diana in Zundert, dat Jans ouders runnen. De bus die Frans en Corrie Siemons enkele jaren later in het peloton zullen introduceren, roept bij menig wielerfan nog steeds warme gevoelens op en niet alleen doordat er een schaars geklede dame op stond afgebeeld. Jan zou later de, inmiddels ter ziele gegane, seksclub van zijn ouders overnemen, maar laten we nu terugkeren naar zijn Tourdebuut in 1986.

Dat is dus van uitermate korte duur. Na een door specialist Thierry Marie gewonnen proloog en een ochtendetappe, een prooi voor de Belg Pol Verschuere, staat er op zaterdagmiddag 5 juli een ploegentijdrit op het programma. 56 kilometer, van Saint-Quentin-en-Yvelines naar Meudon, dienen de renners in teamverband te overbruggen. Het loopt voor PDM uit op een waar drama. Eerst kunnen Arras en Van Orsouw al in een vroeg stadium het tempo van hun ploeggenoten niet bijbenen en nog voor de chronorace halverwege is moet ook Siemons afhaken.

Ruim een half uur lang heeft hij getracht het wiel van voorganger Veldscholten te houden, maar ineens voelt de neoprof alle kracht uit zijn lijf wegvloeien. De benen van Siemons blokkeren en hij kan niet anders dan zijn PDM-ploeggenoten laten gaan. Die wachten niet op het trio gelosten. Met name Knetemann blijft verschroeiende kopbeurten afleveren en heeft daar natuurlijk een uitstekend alibi voor. Kopman Delgado moet immers zo min mogelijk tijdverlies oplopen in het algemeen klassement. Kilometers lang kachelt Siemons in zijn eentje door de omgeving van Parijs. Tot enkele journalisten hem er vanuit een passerende volgwagen op attenderen beter op Van Orsouw en Arras te kunnen wachten, om gedrieën naar de finish te rijden. De onervaren neoprof volgt het advies op, maar dat had hij achteraf beter niet kunnen doen.

Het wachten kost hem extra tijd en bovendien zit de vaart er bij zijn twee ploegmaten allerminst in. Als het trio de finish bereikt hangt een onvermijdelijk zwaard van Damocles de PDM-renners boven het hoofd. Ze zijn te laat. Tijdlimiet overschreden. Alle moeite die pr-man Harrie Jansen nog doet om de wedstrijdleiding op andere gedachten te brengen is tevergeefs. Siemons, Van Orsouw en Arras moeten op de tweede Tourdag al weer naar huis. Wat een mooi debuut had moeten worden, draait uit op een nachtmerrie, die Jan Siemons die zomer nog veelvuldig uit zijn slaap zal houden. Pas in 1989 keert hij, dan in dienst van TVM, terug in de Tour. Parijs zal hij dat jaar wel weten te halen.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Legendarische Italiaanse wielerploegen: Gewiss

Wielercultuur

Giro 1991: hoe de kleine Coppi drie weken net zo groot was als Fausto

Wielercultuur