Foto G. Garitan
Verjaardagskalender 29 mei: Thibaut Pinot (1990)
Eens per jaar, op een telkens wisselende plaats ergens in Frankrijk, komt een groepje mannen bij elkaar. Met veel zijn ze niet. Het is een select en bovenal exclusief clubje, waar lang niet iedereen zomaar bij komt. Integendeel. Er zijn strikte voorwaarden om tot het gezelschap te mogen toetreden. Het lijkt in de ogen van sommigen misschien op een reünie, maar dat is het niet. Daarvoor liggen de leeftijden van de leden te veel uiteen. De mannen delen echter wel degelijk een bepaalde overeenkomst.
Onder het genot van een goed glas wijn en een stukje Franse kaas halen ze jaarlijks herinneringen op. Bespreken ze hun levens en carrières en, bovenal, lachen ze. Om die malle journalisten en fans. Degenen die met hun immer chauvinistische gevoelens een overeenkomst tussen elk van de mannen hebben gecreëerd. Charly en Jean-François zijn er altijd bij. Het langste al van het hele gezelschap. Richard is ook van de partij, net als Luc. Beiden zijn zichtbaar jonger dan de twee nestors, maar niet zo jong als twee leden die nog maar relatief kort lid zijn van deze club. Romain en Thibaut zijn hun namen. Pas enkele jaren geleden mochten ze toetreden tot het gezelschap. Inmiddels zijn ze volwaardige leden van wat zich in het Nederlands het best laat vertalen als ‘het geheim genootschap van Franse renners die ooit werden bestempeld als de nieuwe Bernard Hinault’.
Telkens als een Fransman bij de eerste tien in het eindklassement van de Tour weet te finishen of een knappe klassering in, pak ‘m beet, Parijs-Nice kan overleggen, klinkt bij het nationale journaille een uitbundig tromgeroffel en trompetgeschal. Voor de zoveelste keer. Heel gek is het niet eens. Frankrijk hunkert en smacht al decennia lang naar een nieuwe ultieme vedette. Tot en met het einde van de jaren ‘80 strijden de Fransen immer mee om het geel in de ronde van hun thuisland, maar na het stoppen van eerst Bernard Hinault en vervolgens Laurent Fignon – nog altijd, en inmiddels al voor een tijdsbestek van vier decennia, de laatste twee Franse Tourwinnaars – zijn de successen in rap tempo op beginnen te drogen.
Frankrijk verlangt tot in het diepste van haar vezels naar een volgende renner die het geel naar Parijs kan en zal brengen. Voordat een in potentie nieuwe Hinault ook maar de geringste mate van zelfvertrouwen durft te ontwikkelen om tot het laatste moment mee te strijden om de Tourzege, is de druk bij de journalisten en fans in eigen land al dermate hoog opgevoerd dat het uiteindelijk alleen nog maar tegen kan vallen. Stuk voor stuk kunnen ze erover meepraten, de leden van het genootschap. Mottet en Bernard al sinds het einde van de jaren ‘80, toen hun Tourprestaties aanzienlijk minder ver bleken te reiken dan men zich aanvankelijk in Frankrijk had wijsgemaakt. Vervolgens gold voor Richard Virenque en Luc Leblanc precies hetzelfde, net als, weer een flinke tijd later, voor Romain Bardet en Thibaut Pinot.
Zoals een rockband er nooit onderuit komt om bij concerten die ene nummer 1-hit nog maar weer eens te spelen, zo moet een Franse renner met de kwaliteiten om een bovengemiddeld goed klassement te rijden, om leren gaan met het stempel – zeg maar gerust: brandmerk – ‘de nieuwe Hinault’. In de zomer van 2014 is er voor Thibaut Pinot geen ontkomen aan. Na twee jaar eerder al een knappe tiende plek in de Tour te hebben opgeëist, vergezeld van een ritzege, stoomt de kopman van FDJ zelfs door naar het podium op de Champs-Élysées. De Fransen zijn door het dolle heen. Helemaal omdat er met Jean-Christophe Péraud nog een landgenoot naast Tourwinnaar Vincenzo Nibali op het ereschavot staat.
Liefst zeventien jaar is het dan al geleden dat er voor het laatst een renner uit eigen land zich in de top drie nestelde – Richard Virenque deed dat in 1997 – dus de Marseillaise galmt op luid volume door het hoofd van menig Franse wielerfan. Lang duurt de euforie niet. Ondanks dat Pinot een decennium lang deel zal uitmaken van het peloton, nog tweemaal een Touretappe zal winnen, een prachtige zege boekt in de Ronde van Lombardije na een uitermate spannend man tegen man gevecht met Vincenzo Nibali, en een fraaie reeks ereplaatsen opeist, is de Fransman door de bank genomen net zo wisselvallig als het Nederlandse weer.
Menigmaal kan hij de druk niet aan, kampt met daalangst en blessures, of stelt simpelweg gewoon teleur. ‘Hij is niet gemaakt om de Tour te winnen’, zal Hinault in 2020 zeggen over de renner die als zijn – zoveelste – mogelijke opvolger werd beschouwd. De leden van het genootschap kunnen er tijdens hun jaarlijkse samenkomst smakelijk om lachen. Dat ze niet de nieuwe Bernard Hinault zijn wisten ze zelf al lang. Ze zijn immers vooral zichzelf. Elk met hun eigen rennerskwaliteiten, prestaties én erelijst.