Foto Eric Koch/Anefo

Wielercultuur

Verjaardagskalender 13 juni: Frans Verbeeck (1941)

Wanneer op maandag 2 maart 1970 in Wilsele de ochtendkrant van de deurmat wordt gehaald en de foto, die pontificaal op de voorpagina prijkt, het gezichtsveld bereikt zijn vele verbaasde blikken het gevolg. Op zoek naar bevestiging legt menig krantenlezer de afbeelding voor aan zijn of haar levenspartner of aan een van de kinderen. De man op de foto, volgens het bijschrift de nieuwste winnaar van de Omloop Het Volk; dat is toch de plaatselijke melkboer?! En de flessen verse zuivel zijn die zaterdag, slechts enkele uren voor de start van de traditionele openingskoers van het Vlaamse wielerseizoen, toch gewoon bezorgd?!

Voordat een huisgenoot het antwoord op de beide vragen met een volmondig ‘ja’ kan beantwoorden, neemt het bij de foto behorende krantenartikel iedere vorm van twijfel weg. Het is hem inderdaad. De melkboer van de Brabantse plaats Wilsele, een tiental kilometer ten noorden van Leuven, is de winnaar van de Omloop Het Volk van 1970. Het zegt alles over de persoon in kwestie. Aan de ijver en werklust van Frans Verbeeck kunnen maar weinigen tippen.

Iets meer dan drie jaar eerder had de Belg nog een punt gezet achter zijn profcarrière. Na drie seizoenen in de kantlijn van het peloton te hebben rondgereden – hoogtepunten in die periode zijn de tweede plaatsen in onder meer Rund um den Henninger-Turm in 1965 en in twee Vuelta-etappes datzelfde jaar – kunnen Verbeeck en zijn vrouw niet langer rondkomen van het schamele loon dat hij als beroepsrenner maandelijks opstrijkt. Eigenlijk teert de Belg voornamelijk op de zak van echtgenote Angèle.

Het is de reden dat hij toehapt als er een kans voorbij komt om in Wilsele een melkronde over te nemen. Voortaan gaat de wekker in Huize Verbeeck om half zes in de ochtend en gaat Frans het dorp rond met flessen melk, karnemelk, yoghurt en vla. Koersen doet hij alleen nog op amateurniveau. Na anderhalf jaar meldt hij zich echter toch weer in het profpeloton. De liefde voor de fiets zit simpelweg te diep. Gemotiveerd door prestaties van renners van wie Verbeeck vindt dat hij ze met gemak ‘kan hebben’, begint hij weer dagelijks te trainen. Niet zomaar, maar op Spartaanse wijze.

Door weer en wind beult Frans zich dag in, dag uit af op de vaker wel dan niet gure en kille Vlaamse wegen. Om niet in zijn oude financiële situatie terug te vallen, besluit de Belg bovendien om zuivel en koers met elkaar te combineren. ‘s Ochtends in alle vroegte voltooit hij eerst zijn vaste melkronde in Wilsele en als dat werk er op zit volgt in de middag een trainingstocht of een kermiskoers. Of een klassieker, zoals op 28 februari 1970. Ook die zaterdagochtend gaat de wekker van Frans Verbeeck namelijk zoals elke dag in alle vroegte. Precies op het moment dat de Belg de dekens van zich af wil werpen en het warme bed wil verlaten om zijn werkdag te beginnen, fluistert Angèle in zijn oor dat zij haar man zal helpen deze ochtend. ‘Gij moet nog fietsen vandaag’, klinkt het slaperig naast de renner.

Tot acht uur rijden Frans en zijn vrouw samen de melkbussen langs de deuren, daarna klaart zij de klus verder alleen, zodat haar man bijtijds naar Gent kan afreizen voor de Omloop. In gezelschap van zijn schoonvader kachelt Frans in een oude Simca van nauwelijks 5000 Belgische francs naar de start van de eerste klassieker van het nieuwe wielerseizoen. Al rijdend eet hij het door zijn vrouw, nog voor de melkronde klaargemaakte, broodtrommeltje leeg, terwijl schoonpapa hete koffie aanreikt. Na elke slok geeft Frans de thermosbeker weer terug aan zijn gezelschap op de bijrijdersstoel, om, terwijl hij een volgende boterham verorbert, tenminste een hand aan het stuur van de Simca te houden. Het primitief ogende tafereel bezorgt de renner de broodnodige krachten, die hij diezelfde middag hard nodig zal hebben.

Lange tijd lijkt het erop dat de Jean-Pierre Monseré het beste bestand is tegen de Vlaamse voorjaarskou en de Omloop naar zijn hand zal zetten. De Belg blijft op de Varenberg als enige over uit een vroege kopgroep en gaat solo op weg naar Gent. Monseré blijkt echter niet opgewassen tegen de straffe noordoosterwind en ziet zijn voorsprong al snel smelten als sneeuw voor de zon. Het zet de poort naar een succesvolle middag voor Verbeeck wagenwijd open.

Op vijftien kilometer van de aankomst, als Monseré net is bijgehaald, springt de opvallend frisse melkboer uit Wilsele weg uit de voorste groep. Dat hij dan al bijna een half etmaal wakker is, lijkt hem niet te deren. Ondanks dat Verbeeck vier medevluchters met zich mee krijgt in de vorm van Roger Rosiers, André Dierickx, Jos van der Vleuten en Georges Pintens, heeft hij in de laatste honderd meter in Gent geen enkele moeite met hen af te rekenen. Al voor de finish kan de breeduit lachende winnaar zijn linkerarm opsteken om zijn klinkende zege te claimen en het witte shirt van zijn ploeg Geens-Watney te tonen.

Precies op dat moment drukken de fotografen af. Het kiekje zal de maandag nadien de voorpagina’s van de Belgische kranten sieren. De forse bos bloemen die de winnaar even later op het podium krijgt, gaat uiteraard mee naar huis. Naar Angèle. Met dank aan mevrouw Verbeeck is de fietsende melkboer terug in het profpeloton. En hoe.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 14 juni: Eric Heiden (1958)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 13 juni: Frans Verbeeck (1941)

Wielercultuur