Foto www.instants-cyclistes.fr
Verjaardagskalender 30 juni: Sylvain Chavanel (1979)
In België twijfelen ze wel eens aan de nationaliteit van Sylvain Chavanel. Zo gemakkelijk als de Fransman de Vlaamse heuvels en kasseien over dendert en omgaat met de erbarmelijke natte en koude weersomstandigheden, zorgen ervoor dat sommige Belgen hem tijdens de koers het liefst voor een kort moment zouden willen aanhouden om hem naar zijn identiteitsbewijs te vragen. Zoals een kassamedewerker zich ervan wil vergewissen dat een tiener die een fles alcohol komt afrekenen wel aan de gestelde minimumleeftijd voldoet, wil men in Vlaanderen wel eens zien of Chavanel daadwerkelijk uit Frankrijk komt. Met zijn sterke rijden in de Belgische voorjaarsklassiekers geeft hij namelijk de indruk een van hen te zijn. Een Vlaming. Of sterker, een echte Flandrien, wiens rennerskwaliteiten in het gure voorjaarsweer het beste tot hun recht komen.
Schijn bedriegt. Chavanel komt toch echt uit Frankrijk. En dan niet eens uit het noorden. Châtelleraut, in het departement Vienne, iets ten westen van het hart van het land, is de geboorteplaats van de Fransman. Ze kennen er milde winters en warme zomers. De regen die er valt voelt zelden ijzig aan en vriezen doet het er maar een paar nachten per jaar en dan ook nog eens heel licht. Het zijn omstandigheden die bijna haaks staan op wat de weergoden in het voorjaar van 2008 voor Vlaanderen bedacht hebben.
Als de eendagskoersen op Belgisch grondgebied een voor een worden afgewerkt, staan de renners dik ingepakt aan het vertrek. Alleen in het laatste koersuur gaan de regenjacks uit en dan alleen bij diegenen die van plan zijn een ferme inspanning te leveren. Arm- en beenstukken laten ook zij aan. Het is simpelweg te koud. Juist in die omstandigheden excelleert Sylvain Chavanel. Als een ware Flandrien schrijft hij in een tijdsbestek van slechts vier dagen twee, totaal verregende, Belgische semiklassiekers op zijn naam. In beide gevallen een absolute primeur. Nooit eerder won een Fransman namelijk Dwars Door Vlaanderen. En de Brabantse Pijl evenmin. De renner van Cofidis flikt het in 2008 op fraaie wijze.
Al acht jaar lang is Chavanel bezig te werken aan een steeds sterker wordend imago van eeuwige belofte, als hij in het voorjaar van 2008 plotseling alsnog zijn doorbraak beleeft. In de jaren voordien heeft hij weliswaar meermaals de Franse nationale tijdrittitel opgeëist en eindklassementen gewonnen in kleinere etappekoersen in eigen land, een aansprekende zege ontbreekt op zijn palmares. Alsof hij zich realiseert dat als hij niet voor zijn dertigste levensjaar doorbreekt, het er wellicht nooit van zal komen, schiet de 29-jarige in de eerste koersweken van 2008 uit de startblokken.
Eerst wint hij een rit in de Ronde van de Middellandse Zee, om datzelfde even later te herhalen in Parijs-Nice. Vol ambitie vertrekt Chavanel vervolgens naar Vlaanderen om er een reeks eendagskoersen af te werken. Niet dat de Fransman de uitgesproken kopman is in het klassiekerwerk. Daarvoor heeft zijn Cofidis-ploeg juist in België gewinkeld en in de vorm van Nick Nuyens een renner gevonden die wordt geacht goed bestand te zijn tegen de grillen van Koning Winter, wanneer die, ondanks de tijd van het jaar, zijn hegemonie nog niet wil opgeven.
In de Vlaamse semi-klassiekers is het uitgerekend diezelfde Nuyens die zich zal wegcijferen voor zijn Franse ploeggenoot. De Belg levert in Dwars Door Vlaanderen voortreffelijk afstopwerk als Chavanel, in gezelschap van de Zwitser Martin Elmiger en de Deen Allan Johansen, in de slotfase enkele tientallen seconden voor een omvangrijke achtervolgende groep uitrijdt. Ook als de latere winnaar zich op een kleine tien kilometer van de finish ontdoet van zijn ballast en solo over de kletsnatte Vlaamse wegen koers zet naar Waregem, is Nuyens van onschatbare waarde. Zoals een drone het luchtvaartverkeer kan verstoren, zorgt de luxe-knecht dat de jacht op Chavanel telkenmale gefrustreerd wordt en nooit echt goed op gang kan komen. De Franse Flandrien mag zich de eerste noemen die namens zijn land Dwars Door Vlaanderen wint.
Vier dagen later levert Chavanel een kopie af van zijn huzarenstukje. Opnieuw zijn Nuyens en enkele andere Cofidis-renners in de achterhoede van levensbelang voor een goede afloop van de ontsnappingspoging, die de Fransman ditmaal op een kleine veertig kilometer van de aankomst inzet. Als op de Bruine Put bij Dworp de laatst overgeblevenen uit de vlucht van de dag eraan zijn voor de moeite, is het eerst Rabo-renner Maarten Wynants die versnelt. Chavanel beantwoordt de aanval direct en ziet tot zijn verbazing dat er verder niemand volgt. De Fransman besluit zelf een tempoversnelling te plaatsen en over de, ook nu weer kletsnatte, Belgische wegen naar de aankomst te soleren.
Ondanks dat Philippe Gilbert, na eerst gevallen te zijn, een klopjacht organiseert, houdt Chavanel knap stand. Net als vier dagen eerder zet hij een primeur op zijn naam en mag hij zich voor altijd en eeuwig de eerste renner uit Frankrijk noemen die de Brabantse Pijl op zijn naam schrijft. In Vlaanderen zijn de wielerfans inmiddels steeds meer beginnen te twijfelen. Komt die Chavanel wel echt uit het centraal-Franse Vienne? Is hij niet stiekem een Belg? Een heuse Flandrien zelfs, zoals de liefkozende benaming luidt voor een onvermoeibare en immer strijdlustige renner, die goed uit de voeten kan met de vaak barre omstandigheden in de Vlaamse eendagskoersen. Nee, dus.
Om – bewust of niet – af te rekenen met welke vorm van twijfel of verwarring dan ook, doet Chavanel iets dat een Flandrien nooit en te nimmer zou doen. Hij rijdt rond met knalroze schoenen, die vloeken met de kleur van welke koerstrui dan ook en helemaal met het vuurrode Cofidis-tenue. Vanaf dat moment is het duidelijk. Hoe goed Sylvain Chavanel ook uit de voeten kan in de Vlaamse klassiekers – in 2011 zal hij tweede worden in de Ronde van Vlaanderen; uitgerekend achter ex-ploegmaat Nick Nuyens – een Flandrien is hij niet.