Foto John Bointon

Wielercultuur

Verjaardagskalender 1 juli: Malcolm Elliott (1961)

‘The answer to the ultimate question of life, the universe, and everything is 42’. Het is de misschien wel bekendste zin uit de wereldberoemde sciencefiction roman The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy van de Britse schrijver Douglas Adams. Niet dat het verder veel met elkaar te maken heeft, maar precies datzelfde getal is ook het levensjaar waarin Malcolm Elliott zich bevindt als hij een opvallende beslissing neemt.

Er zijn in zijn naaste omgeving ongetwijfeld mensen die de woorden ‘midlife crisis’ in de mond nemen of spreken van het gevreesde ‘zwarte gat’, waar menig renner na het beëindigen van zijn profloopbaan in belandt, maar daar is geen enkele sprake van. Elliott wil gewoon weer lekker fietsen. In de ogen van de Brit is er niets fijner dan jezelf urenlang, gedurende vele tientallen kilometers, af te matten om vervolgens uitgeput en wel, na een warme douche en een bord eten, vroeg in bed te belanden en de volgende dag hetzelfde procedé te doorlopen.

Hij heeft het gemist. Trainen, koersen, alles eromheen. In eerste instantie wil Elliott op zijn 42ste deelnemen aan het Britse veteranenkampioenschap, maar in aanloop naar die koers ontspint zich langzaam maar zeker een heel ander plan in zijn hoofd. De motivatie en energie zijn er nog altijd. Het trainen verloopt boven verwachting en gaat hem goed af. Waarom dan geen comeback maken in het peloton?! Gewoon, om te kijken of hij nog mee kan met de profs. Niet op het hoogste niveau weliswaar, maar een treetje lager. En dus besluit Elliott in de winter van 2002, in zijn 42ste levensjaar en liefst zes jaar nadat hij zijn fiets aan de wilgen heeft gehangen, aan te kondigen dat er weer ‘beroepsrenner’ op zijn visitekaartje staat.

Phil Griffiths is de naam van de rode draad in de carrière, en zeg daarmee maar gerust het leven, van Malcolm Elliott. De Brit, medio jaren ’70 zelf renner maar zonder veel grootse prestaties op de fiets te leveren, is in 1987 ploegleider van ANC-Halfords, dat de geschiedenis in zal gaan als de eerste Britse merkenploeg die een invitatie voor de Tour krijgt. Het is niet alleen het debuut van het team in de Franse ronde, maar ook dat van Elliott. De uitnodiging van de Tourdirectie is mede ingegeven door zijn sterke rijden dat jaar. Hoogtepunten zijn onder meer een derde plek in de Amstel Gold Race, achter Joop Zoetemelk en Steven Rooks, en een aantal fraaie ereplaatsen in massasprints in kleinere etappekoersen. Van dagsuccessen zal het tijdens het Tourdebuut niet komen, maar in massale aankomsten spurt de Brit goed mee.

In de jaren die volgen zal Elliott in dienst van respectievelijk Fagor, Teka en Seur een fraai palmares opbouwen, al kan hij tegen de topsprinters van de late jaren ’80 en vroege jaren ’90 nooit een heel grote vuist maken. Desondanks prijken er drie ritzeges in de Vuelta op zijn erelijst en neemt de Brit in de Spaanse ronde van 1989 tevens de groene trui van het puntenklassement mee naar huis. Vanaf 1993 doet Elliott heel bewust een stapje terug. De druk tot presteren op het hoogste niveau is simpelweg te veel. Met het verstrijken der jaren is hem dat steeds meer tegen de borst gaan stuiten. Elliott besluit te kiezen voor een plek in de luwte en steekt de Atlantische Oceaan over. Namens de Chevrolet-ploeg is hij drie seizoenen lang succesvol in Amerikaanse koersen als de Tour DuPont en de West Viriginia Mountain Classic. Na nog een jaartje bij US Comptel hangt Elliott eind 1996 zijn fiets aan de wilgen en keert terug naar zijn geboorteland.

Met een onbevredigd gevoel over het verloop en met name het einde van zijn profloopbaan richt Elliott zich op een maatschappelijke carrière. Het aantal keren dat hij in de zes jaren die volgen de racefiets aanraakt, is letterlijk op de vingers van een paar handen te tellen. Op Boxing Day, bij ons bekend als Tweede Kerstdag, wil Elliott nog wel eens een tochtje maken om het copieuze diner van de vorige avonden, inclusief alle bijbehorende calorieën en kilo’s, van zich af te trappen. Pas als zijn oude ANC-ploegleider Phil Griffiths, met wie Elliott al die jaren een warme vriendschap heeft onderhouden, voorstelt om samen eens een paar Gran Fondo’s te rijden, wordt het vuur weer ontstoken in het lijf van de Brit.

Elliott gaat vaker fietsen. Begint het zelfs trainen te noemen en langzaamaan ontstaat het idee eens aan een veteranenkoers mee te doen. Vervolgens transformeert dat plan als vanzelf in iets veel groters. In zijn 42ste levensjaar wil Elliott weer prof worden. Zich meten met de top, of eigenlijk, met renners die qua leeftijd bijna zijn zoon zouden kunnen zijn. Geen druk, wel plezier. Namens de kleine Britse Pinarello-ploeg – Phil Griffiths is uiteraard de ploegleider – maakt de 41-jarige Elliott zijn comeback in een peloton, dat met name koerst op Engelse en Ierse bodem. Tegenstanders in die koersen zijn vooral landgenoten, die in feite tot de mindere goden van het mondiale wielrennen behoren, en jonge talenten. Zo zal Elliott in 2004 de dan net negentien jaar geworden Mark Cavendish klop geven in een massaspurt in de Ierse etappewedstrijd FDB Milk Ras.

Wie denkt dat de rentree een bevlieging is waar Elliott net zo snel op terugkomt als iemand die op 1 januari aan goede voornemens begint, heeft het faliekant mis. Liefst acht jaar lang zal de Brit zich prof noemen. Veel winnen doet hij niet, maar in kleinere koersen fietst hij lekker mee. Voor zijn plezier. En zo af en toe laat hij een keurige ereplaats noteren. Pas in 2011, als zijn vijftigste levensjaar is aangebroken, is het echt mooi geweest en zwaait hij af. Nu echt. Definitief. Tenminste, als beroepsrenner dan. In Gran Fondo’s zal Malcolm Elliott nog jaren zijn kilometers wegtrappen, met kompaan Phil Griffiths trouw aan zijn zijde.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Verjaardagskalender 1 juli: Malcolm Elliott (1961)

Wielercultuur

Verjaardagskalender 30 juni: Sylvain Chavanel (1979)

Wielercultuur