Foto Filip Bossuyt
Verjaardagskalender 15 september: Wout van Aert (1994)
In de voetballerij is het heel gewoon een ‘koning van de assist’ te kronen. Niet zelden krijgt de speler die aan het einde van een competitie of toernooi het vaakst een ploeggenoot in staat stelde het voorbereidende werk succesvol af te ronden, een prijs. Of dan toch tenminste een eervolle vermelding. Statistici houden complete boekwerken bij vol klassementen en cijfers van wie de meeste assists heeft gegeven – spoiler alert: Lionel Messi is naast doelpuntenmachine ook op dit vlak de absolute grootmeester. In de wielersport is het anders.
Natuurlijk is er intern volop waardering voor de renners die een sprinttrein vormen en hun kopman naar een volgende zege piloteren. Voor knechten, die urenlang beulswerk verrichten aan kop van het peloton, of voor degenen die menig col op denderen om de weg te effenen voor een kansrijke ploeggenoot. Voor de buitenwacht blijft die ‘aangever’ echter vaak relatief anoniem of krijgt in elk geval lang niet de waardering die hem toekomt. Natuurlijk, we zien de helpers van UAE Team Emirates of Visma-Lease a Bike prominent in beeld buffelen met Tadej Pogaçar en Jonas Vingegaard op hun bagagedrager en de sprints die bijvoorbeeld Mathieu van der Poel voorbereidt voor Jasper Philipsen gaan zeker niet aan het oog van de camera verloren, maar zou het niet mooi zijn als er aan het einde van een etappekoers een ‘koning van de assist’ wordt verkozen? Het zou de erelijst van Wout van Aert in elk geval nog wat omvangrijker maken dan die is.
Bij hoeveel overwinningen van ploeggenoten als Vingegaard, maar ook Olav Kooij, was de Belg al niet als superknecht betrokken? Sterker, om het in voetbaltermen te zeggen, regelmatig was het Van Aert die de assist gaf. Die de denkbeeldige beslissende pass van zijn voet liet vertrekken, waarna een van zijn kompanen van Visma-Lease a Bike, of voorloper Jumbo-Visma, de voorzet knap aannam om de bal vervolgens loeihard in de kruising te jagen. Je zou Van Aert zonder overdrijving de ‘koning van de assist’ kunnen noemen. Een eretitel die meteen de aandacht wat afleidt van de keerzijde van al het knechtenwerk.
Menigmaal parkeerde de Belg zijn eigen kansen op succes in een imaginaire koelkast langs de weg, om zich dienstbaar aan zijn ploeggenoten op te stellen. Het heeft als bijwerking dat zijn palmares vooralsnog minder omvangrijk is dan enkele jaren geleden verwacht. Zet er een bovengemiddelde en oneerlijke portie tegenslag op belangrijke momenten naast en je hebt het antwoord op de vraag waarom Van Aert tot op heden niet meer dan één monumentale klassieker op zijn erelijst heeft staan. Waar directe concurrenten Van der Poel en Pogaçar zich al veelvuldig als winnaar op het erepodium mochten melden na afloop van een van de grootste eendagskoersen en allebei al eens de wereldtitel grepen, won Van Aert slechts één monument.
De editie van Milaan-Sanremo, die de klassiekerkopman van Jumbo-Visma in 2020 op zijn naam schrijft, is in alle opzichten een bijzondere. Het is met 305 kilometer de langste in de recente geschiedenis van de koers en aangezien de zomerzon volop schijnt boven Noord-Italië, ook de warmste. Beide feiten hebben direct te maken met de Covid-19-pandemie, die de wereld dat jaar in haar greep heeft. Het zorgt er niet alleen voor dat de koers, die bekend staat als ‘La Primavera’ – ‘de lente’ –, geheel in strijd met haar koosnaam niet in het voorjaar, maar pas in de zomer wordt verreden. De wedstrijdleiding heeft het parcours ook drastisch moeten wijzigen.
Zo ontbreken de Passo del Turchino en de drie Capo’s, omdat de burgemeesters van de betreffende gemeentes de doorkomst van een peloton renners niet zien zitten, en moeten ter compensatie Niella Belbo en de Colle di Nava beklommen worden. Niet dat die voor een extra moeilijkheidsgraad zorgen. Als altijd is Milaan-Sanremo vooral een kwestie van zitvlees kweken, zowel voor renners als toeschouwers. Natuurlijk rijdt het merendeel van de dag, het is 8 augustus om precies te zijn, een kopgroep met overwegend Italianen in de aanval, maar zodra de Cipressa en de Poggio, die gelukkig wel in het parcours zijn gebleven, opdoemen, worden de vluchters bedankt voor de moeite en nemen de favorieten het commando over.
Op de 3,7 kilometer lange slotklim is Gianluca Brambilla degene die als eerste de knuppel in het hoenderhok gooit. De verrassende Aimé De Gendt stijgt boven zichzelf uit door de Italiaan te counteren, maar niet veel later worden zij overvleugeld door Julian Alaphilippe. Slechts een renner kan de winnaar van het voorgaande jaar bijsloffen. Nou ja, bijna dan. Wout van Aert moet net voor het bereiken van de top van de Poggio en de linker haarspeldbocht die vervolgens genomen moet worden om bergaf richting Sanremo te slingeren, een gaatje laten vallen.
Alaphilippe verspeelt zijn marginale voorsprong echter onmiddellijk door niet lekker door de eerste bochten van de afzink te komen. Al snel zit zijn Belgische rivaal weer op zijn achterwiel. De renner van Jumbo-Visma voelt zich ijzersterk, doet een paar ferme kopbeurten zodra hij ziet dat een achtervolgende groep dichterbij komt en zet de sprint-à-deux vanuit pole position in. Alaphilippe doet verwoede pogingen langszij te komen, maar het verschil van een half wiel lengte weet hij niet te overbruggen. Met een machtige ‘jump’ duwt Van Aert zijn voorwiel als eerste over de meet en boekt zijn eerste en enige monumentale zege. Het zou zijn klasse en status in het peloton recht doen als daar nog een paar klassieke overwinningen bij komen. ‘Koning van de assist’ is een mooie titel, maar zelf scoren is altijd lekkerder.