Foto PR-kaart Peugeot-ploeg (1980)
Hoe de vandaag (25 september) jarige José De Cauwer voor de winst zijn baas moest negeren
Zuchtend en vloekend kwakt José De Cauwer de telefoonhoorn hardhandig terug op het toestel. De pas 33-jarige ploegleider van het Belgische Jacky Aernoudt heeft zojuist een stevige aanvaring gehad met zijn baas. Terwijl de telefoonlijn van de RTT het zwaar te verduren kreeg door de niet aflatende stroom van schuttingtaal, die via de bekabeling over en weer werd uitgewisseld, hield De Cauwer voet bij stuk.
Met elke seconde die verstreek en ieder volgend woord dat werd uitgewisseld, begon zijn werkgever annex hoofdsponsor, en tevens de naamgever van de meubelfabriek uit Oostrozebeke, bozer te worden. Toen Aernoudt zijn ploegleider had gesommeerd onmiddellijk in de auto te stappen en zich lijfelijk te melden op het kantoor in de West-Vlaamse plaats, was voor De Cauwer de maat vol. Onder het uitroepen van een zoveelste verwensing had hij nog een laatste keer duidelijk gemaakt bij zijn standpunt te blijven. Met de woorden ‘Ik kom maandag wel, na Roubaix!’, had de ploegleider de patstelling tussen hemzelf en zijn meerdere beëindigd.
Dat die na het abrupte einde van het gesprek aan de andere kant van de lijn achter zijn bureau zit te koken van woede, zal De Cauwer een zorg zijn. Hij bepaalt als ploegleider wat het beste is voor zijn renners en daar hoort het verspillen van energie en kracht, enkele dagen voor een van de belangrijkste koersen van het jaar, niet bij. Dat het om een uitdrukkelijke wens van zijn werkgever gaat, deert hem niet. Het gezegde ‘wie betaalt, bepaalt’ kan de jonge ploegleider gestolen worden. Vooral omdat het de renner betreft over wie De Cauwer zich al bijna tien jaar ontfermt. In eerste instantie als collega in het peloton en vervolgens in de hoedanigheid van ploegleider. Hennie Kuiper is zelf immers niet bepaald de meest mondige persoon, dus zijn de Belg weet maar al te goed dat hij zijn pupil en boezemvriend soms moet beschermen.
Acht jaar eerder hadden ze elkaar leren kennen, toen ze beiden bij de Frisol-ploeg terecht waren gekomen. De talentvolle en ijzersterke, maar introverte en niet met veel tactisch inzicht gezegende Kuiper en De Cauwer, op wie bijna precies het tegenovergestelde van toepassing was. In tegenstelling tot zijn Nederlandse ploeggenoot is de Belg juist wel goed van de tongriem gesneden en kan een koers lezen alsof die in zijn eigen handschrift is geschreven. De Cauwer heeft echter een dikke streep achter op Kuiper. Hij ontbeert het talent en de fysieke capaciteiten om zelf grote koersen te kunnen winnen. Het inzicht in zijn eigen tekortkomingen dirigeert de Belg al in een pril stadium van zijn actieve loopbaan in de richting van de rol van meesterknecht en mentor. ‘Ik het hoofd, hij de benen’ en ‘Ik heb Hennie meer bijgebracht door te klappen dan door te trappen’ zijn maar een paar oneliners die later uit de mond van De Cauwer zullen komen, om de verstandhouding en rolverdeling tussen het tweetal te verduidelijken.
Zelf komt de Belg als het op resultaten aankomt niet veel verder dan een ritzege in de Vuelta van 1976 en het daaropvolgend dragen van de gele leiderstrui, gedurende drie dagen. Al zou De Cauwer die prestaties onmiddellijk inruilen voor de eindzege van zijn kopman in diezelfde ronde. Kuiper staat tot aan de slotrit aan de leiding in het algemeen klassement, maar mede door de gevolgen van een onfortuinlijke valpartij in de ochtendetappe, nota bene na een eigen onbezonnen actie, verliest hij ’s middags in de afsluitende tijdrit dik twee minuten en duikelt van de eerste naar de zesde stek in de eindafrekening.
Als Kuiper en De Cauwer na twee jaar Frisol, drie bij TI-Raleigh en nog eens twee in dienst van Peugeot, in 1981 overstappen naar DAF Trucks, stelt teambaas Willy van Doorne zijn kopman de vraag of hij nog iemand weet die naast Fred De Bruyne de rol van assistent kan vervullen. Onmiddellijk noemt de wereldkampioen van 1975 de naam van zijn Belgische boezemvriend. Vanaf dat moment is De Cauwer renner-af en maakt hij van achter het stuur van een volgwagen deel uit van het peloton. Die positie maakt het nog gemakkelijker een zo groot mogelijke invloed uit te oefenen op Kuiper en diens prestaties.
Uiteraard is het De Cauwer die de Nederlander begin jaren ’80 voorstelt zich op de klassiekers te focussen in plaats van grote rondes, een advies dat Kuiper tussen 1981 en 1985 vier zeges in monumentale eendagskoersen oplevert. Ook wat betreft het te volgen wedstrijdprogramma zijn de keuzes van de Belg leidend. En dus kan geldschieter Jacky Aernoudt in het voorjaar van 1983 hoog en laag springen, maar Kuiper zal Gent-Wevelgem niet gaan rijden. De meubelfabrikant, die aan het begin van het jaar het sponsorschap van DAF Trucks overnam, heeft meerdere filialen langs het parcours van de Vlaamse klassieker en dus is hem er veel aan gelegen dat zijn ploeg in de sterkste bezetting aan de start staat. Mooi niet dus. De Cauwer steekt er een stokje, of beter, een dikke boomstam voor. Gent-Wevelgem past niet in Kuipers voorbereiding op Parijs-Roubaix.
De ‘Hel van het Noorden’ is vier dagen later en in die koers wil de Nederlander meestrijden om de zege. Aernoudt kan hoog en laag springen, maar De Cauwer zwicht niet voor zijn werkgever. Ook diens gebod zich onmiddellijk op kantoor te komen melden, maakt geen enkele indruk op de laconieke ploegleider. ‘Ik kom maandag wel, na Roubaix!’, zegt De Cauwer, terwijl hij zuchtend en vloekend het telefoongesprek beëindigt. Geen Kuiper dus in Gent-Wevelgem.
De Nederlander voert in de dagen voor de helleklassieker liever enkele pittige trainingen uit. De manier waarop zijn ploegleider hem beschermt tegen de eisen van de sponsor geeft de bescheiden renner een ‘boost’ en zelfs een licht schuldgevoel, mocht hij het in hem gestelde vertrouwen schaden. Op zondag rijdt Kuiper echter de Parijs-Roubaix van zijn leven. De Tukker overtreft de stoutste verwachtingen van De Cauwer, arriveert solo op het Vélodrome André Pétrieux en boekt een van de mooiste overwinningen uit zijn loopbaan. Dolgelukkig vallen renner en ploegleider elkaar op het middenterrein van de wielerbaan in de armen. Het zal geen verrassing zijn dat José De Cauwer zich die maandag niet hoefde te melden op het kantoor van Jacky Aernoudt.