Foto nuestrociclismo.com (via Commons-Wiki)

Wielercultuur

De recordjacht van de vandaag (29 september) jarige Óscar Sevilla

Darter Raymond van Barneveld moest zijn eerste Embassy-toernooi nog winnen, in Arnhem werd reikhalzend uitgekeken naar de opening van het nieuwe multifunctionele stadion Gelredome en de schandaalaffaire tussen president Bill Clinton en stagiaire Monica Lewinsky was nog niet veel meer dan een vaag gerucht. Vooruit, de tijd vliegt en soms lijkt iets minder lang geleden dan dat het in werkelijkheid is, maar de wereld staat nog aan de vooravond van deze gebeurtenissen, die voor je gevoel onderhand een eeuwigheid geleden plaats hebben gehad, als in de winter van 1997 twee jonge Spanjaarden afzonderlijk van elkaar hun handtekening zetten onder een contract dat hen een plaats zal bieden in het mondiale profpeloton.

Om nog even een klein koers gerelateerd tijdsbeeld te schetsen, in diezelfde periode worden João Almeida en Tadej Pogačar door hun ouders verwekt! Het Spaanse tweetal zal snel aansluiting vinden bij de beste klassementsrenners ter wereld en in de volgende jaren een voorname rol spelen in met name de Tour en de Vuelta. Achter tenoren Lance Armstrong en Jan Ullrich rijden de beide Spanjaarden, Óscar Sevilla en Francisco Mancebo, zich veelvuldig in de kijker en strijken meerdere fraaie eindklasseringen op in zowel de Ronde van Frankrijk als die van hun thuisland Spanje. Niemand die dan kan vermoeden dat het duo anno 2025 nog steeds beroepsrenner is en nu al enkele jaren een verbeten strijd voert wie van de twee zich de oudste winnaar mag noemen van een officiële UCI-koers.

Op 22 januari van dit jaar nam Mancebo het record van Sevilla over door de eerste etappe van de Ronde van de Sahel te winnen. Het is het soort koersen waarin het Spaanse tweetal nu al ruim anderhalf decennium lang haar opwachting maakt. Beide renners wijken na een succesvolle loopbaan op het hoogste niveau uit naar de kantlijn van de internationale wielerwereld. De namen van Mancebo en Sevilla duiken in 2006, net als die van vele andere prominente renners, op in de beruchte dopingzaak Operación Puerto. Het levert hen allebei een schorsing op en wanneer die is uitgezeten verkiezen de Spanjaarden een doorstart van hun wielerloopbaan aan de andere kant van de wereld boven een comeback op Europese wegen.

Noem een willekeurig land in Azië, Afrika, het Midden-Oosten of Zuid-Amerika en de kans is levensgroot dat het tweetal er wel eens een koers gereden heeft. Slechts heel sporadisch wagen Mancebo en Sevilla de oversteek naar Europa om in wedstrijdverband op de fiets te klimmen. Op 29 juni van dit jaar stonden ze beiden aan de start van het Spaanse nationale kampioenschap. Terwijl Sevilla dik tien minuten achter winnaar Iván Romeo als 26ste over de finish bolde, zat Mancebo al gedoucht en met zijn beide benen omhoog op zijn telefoon te kijken hoe laat de eerstvolgende vlucht naar Azië zou vertrekken. In dienst van de Japanse ploeg Matrix Powertag maakt hij daar de meeste van zijn wedstrijdkilometers. Het is een andere route dan die Sevilla heeft gevolgd. De klimmer heeft zijn heil gevonden in Colombia, waar hij inmiddels al een flink aantal jaren het bescheiden Team Medellín vertegenwoordigt.

Terug naar de tweestrijd. 48 jaar en 319 dagen had Mancebo op de teller des levens staan toen hij op 22 januari van dit jaar in Mauritanië in een sprintje met drie moeiteloos afrekende met de Marokkaan Ibrahim Essabahy en de Duitser Leo Charrois. Sindsdien is niet langer Sevilla, maar hij de oudste winnaar van een door de UCI erkende profkoers. Het plaatste de uittredend recordhouder automatisch in een wachtkamer, waar hij door het leeftijdsverschil tussen beiden – Mancebo is 204 dagen ouder dan Sevilla – minimaal een dik half jaar diende te verblijven. Tussentijds schreef Sevilla wel enkele koersen op zijn naam, waarvan de meeste Europese wielervolgers het bestaan vermoedelijk niet eens weten.

Begin maart won de onvermoeibare Spanjaard de Vuelta de la Independencia República Dominicana. Ruim drie maanden later sloeg hij, eveneens op de Dominicaanse Republiek, toe in de eendagskoers Doglocy Classic en op de dag dat Valentin Paret-Peintre de Touretappe naar de Mont Ventoux won, zegevierde Sevilla in de openingsetappe van de Tour de Panamá. Tijdens alle drie die overwinningen was de Spanjaard echter nog altijd jonger dan de 48 jaren en 319 dagen die Mancebo al op de aardbol bivakkeerde, toen hij in januari in de Ronde van de Sahel won. Bovendien zijn het geen van drieën UCI-koersen, maar wedstrijden die georganiseerd worden door de nationale wielerfederaties in plaats van door de overkoepelende mondiale bond.

Pas sinds 14 augustus jongstleden kan Sevilla het record van zijn landgenoot weer proberen af te pakken. Hij was zelfs al akelig dichtbij een volgende overwinning, al is de Clásico RCN, die afgelopen week in Colombia verreden werd, in tegenstelling tot de Ronde van de Sahel, ook weer een nationale koers en officieel geen UCI-wedstrijd. Desondanks leek het er nog maar zes dagen geleden heel even op dat de Spanjaard weer eens zou toeslaan. Ene Misael Urian gooide echter een portie inktzwarte roet in de paella.

De jonge Colombiaan, geboren in het najaar van 2002, dus op het moment dat Sevilla er al doodleuk vijf profseizoenen op had zitten, kende in een sprint à deux geen enkele moeite met zijn medevluchter, die ruim twee keer zo oud is als hijzelf en op basis van leeftijd dus gemakkelijk zijn vader kan zijn. In de laatste flauwe bocht naar links stuurde Urian behendig binnendoor om zijn opponent simpel te verschalken en zo de vierde rit van de Clásico RCN te winnen. Strijdlustig als altijd heeft Óscar Sevilla echter al aangekondigd nog lang niet aan stoppen te denken en ook in 2026 zijn, vooral op Zuid-Amerikaanse klimkoersen gerichte, wedstrijdprogramma te willen afwerken. Het record van Mancebo gaat hij vast nog wel heroveren.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Hoe de vandaag (2 oktober) jarige Nico Verhoeven tegen zijn eigen ploeg moest rijden

Toen de vandaag (1 oktober) jarige Wout Poels er maar eens vandoor ging

Wielercultuur