Foto PR-kaart Puch-ploeg (1982)
Het onbegrensde zelfvertrouwen van de vandaag (3 oktober) jarige Stefan Mutter
Hoofdschuddend kijkt een vijftal renners hun ploeggenoot na. De Zwitser is nog niet uit het zicht verdwenen of de grappen, spottende opmerkingen en woorden van frustratie of ergernis zijn niet van de lucht. Wat denkt die jongen wel niet?! Een paar maanden eerder heeft Stefan Mutter zijn entree in het profpeloton gemaakt. Als amateur had de uit Basel afkomstige renner enkele fraaie uitslagen bij elkaar gereden, met als hoogtepunt een derde plek op het wereldkampioenschap in 1978, en daarmee had hij de interesse gewekt van Peter Post. Die zag in Mutter een welkome versterking voor zijn TI-Raleigh ploeg. Het geboden profcontract heeft er voor gezorgd dat de jonge Zwitser al snel een paar meter naast zijn schoenen is gaan lopen.
Mutter had niet alleen een knalrode en bloedsnelle sportwagen aangeschaft, aan weerszijden van de auto had hij zijn naam laten aanbrengen in grote witte plakletters. De hele wereld moet en zal weten dat het niemand minder is dan Stefan Mutter die over de linkerbaan van welke snelweg dan ook voorbij komt scheuren. Het is de reden dat zijn Nederlandse ploeggenoten bij TI-Raleigh er maar niet in slagen de neoprof serieus te nemen. Ook omdat Mutter, in tegenstelling tot wanneer hij achter het stuur van zijn bolide zit, er op de fiets niet bepaald in slaagt hoge snelheden te ontwikkelen.
De prestaties van de Zwitser vallen, zacht gezegd, ronduit tegen. In een ploeg waar Jan Raas en Gerrie Knetemann de dienst uitmaken verander je dan al gauw in het mikpunt van spot. En in een haast onuitputtelijke bron van ergernis, want de eigenwijze Mutter is dermate vol van zichzelf en zo overtuigd van zijn eigen kunnen dat hij stelselmatig weigert om knechtenwerk te leveren voor de Nederlanders.
De houding van Mutter, het uitblijven van aansprekende resultaten en het door die twee factoren veroorzaakte gebrek aan draagkracht voor zijn aanwezigheid binnen TI-Raleigh maken dat ploegleider Post niet anders kan dan de Zwitser na twee jaar op straat zetten. Wie veronderstelt dat de renner lering trekt uit zijn eerste profseizoenen komt echter bedrogen uit. Mutter verkast naar de bescheiden Cilo-ploeg uit zijn thuisland, waar hij zowaar een reeks goede prestaties neerzet. Die zullen echter de aanleiding vormen voor een volgend vroegtijdig vertrek.
Na onder meer top 10-klasseringen in de Ronde van Vlaanderen, de Waalse Pijl en de Amstel Gold Race, een tweede plek achter land- en ploeggenoot Josef Fuchs in Luik-Bastenaken-Luik – aanvankelijk finishen de Zwitsers als respectievelijk tweede en derde, maar als winnaar Johan van der Velde zijn zege door een positieve dopingplas moet inleveren schuiven Fuchs en Mutter beiden een plek door – en het behalen van de nationale titel, stijgt het ego van Mutter tot ongekende hoogten.
Blakend van het zelfvertrouwen en vrij van iedere vorm van schroom eist hij bij zijn werkgever het exclusieve kopmanschap op. Dat is tegen het zere been van de ploegleiding van Cilo. Daar heeft men immers ook klimmer Beat Breu in de gelederen en voor het volgende seizoen is bovendien de snelle Gilbert Glaus gecontracteerd. Mutter overspeelt zijn hand. De hooghartige eis maakt zijn positie binnen Cilo al snel onhoudbaar en dus kan de Zwitser opnieuw verkassen.
Een jaar later zal hij bewijzen de rol van kopman wel degelijk aan te kunnen. In dienst van het door het bekende bromfietsmerk gesponsorde Puch beleeft Mutter zijn ‘boerenjaar’ als prof. Met een vierde plek in Parijs-Roubaix, een derde in Luik-Bastenaken-Luik, een zevende in het eindklassement van de Vuelta en het winnen van de blauwe trui van het puntenklassement in de Spaanse ronde tel je niet alleen mee in het mondiale peloton, de reeks legt bovendien een buitengewone veelzijdigheid als coureur aan de dag.
Als kers op de taart boekt Mutter diezelfde zomer de grootste overwinning uit zijn loopbaan. In het tweede deel van de negende Touretappe, een bijna 140 kilometer lange rit tussen Plumelec en Nantes, geeft hij het gehele peloton het nakijken. De Zwitser heeft het voordeel dat hij met Puch diezelfde ochtend al vroeg is gestart in de ploegentijdrit, waardoor hij langer heeft kunnen rusten dan de meeste andere renners. Met nog veertig kilometer voor de wielen begint Mutter aan een solo, die hij tot aan de finish zal weten vol te houden. Dat zijn vroegere TI-Raleigh-ploeggenoot Raas een verwoede achtervolgingspoging doet, maar nauwelijks dichterbij komt, zal Mutter ongetwijfeld als een honingzoete wraak hebben gesmaakt. De hoon die de Zwitser tijdens zijn eerste profjaren ten deel viel, is verstomd. Wie het laatst lacht, lacht immers het best.