Foto PR-kaart DAF Trucks-ploeg (1979)

Wielercultuur

De revanche van de vandaag (6 oktober) jarige Jo Maas

Zou er op vrijdagavond 6 juli 1979 afluisterapparatuur verborgen hebben gezeten in de hotelkamer, waar twee renners uit de Belgische DAF Trucks-ploeg de nacht doorbrengen, dan verkeerde een heimelijke toehoorder ongetwijfeld in de veronderstelling naar een Nederlandse versie van Statler en Waldorf te luisteren. De jonge Tourdebutanten lijken wat betreft leeftijd in de verste verte niet op de twee opaatjes uit de poppenserie De Muppetshow, maar het geklaag en gemopper is identiek.

De Nederlanders hebben echter recht van spreken. De tweehonderd kilometer lange negende Touretappe tussen Amiens en Roubaix, over deels dezelfde akelige kasseien als wanneer in het voorjaar van Parijs naar Roubaix wordt gereden in de ‘helleklassieker’, was Jo Maas en Jacques Verbrugge bepaald niet gunstig gezind. Beide renners kregen meermaals met pech te kampen en verspeelden door het malheur kostbare tijd. De tegenslag van zijn pupillen had DAF Trucks-ploegleider Fred De Bruyne er zelfs toe verleidt zich in de Belgische pers hardop af te vragen of een dergelijke etappe wel ‘Tour-waardig’ is. De klaagzang verandert niets aan het verdict dat dan al lang vast staat.

De renners van De Bruyne hadden op de stoffige kasseien geen rol van betekenis kunnen spelen. Maas was met een 26ste plaats in de daguitslag, bijna zes minuten achter ritwinnaar Ludo Delcroix, maar ook op gepaste afstand van de meeste klassementsfavorieten, nog als beste uit de bus gekomen. Verbrugge had, evenals DAF-kopmannen Eddy Schepers en Rudy Pevenage, veel meer tijd verloren dan hem lief was. Het verklaart waarom het Nederlandse duo een uitgebreide klaagzang laat horen, wanneer ’s avonds in het hotel wordt teruggeblikt op die snel te vergeten dag. Voordat de beide Tourdebutanten de slaap zullen vatten spreken ze af de volgende dag revanche te nemen. Maas en Verbrugge smeden snode plannen, die in de tiende etappe daadwerkelijk en met succes uitgevoerd zullen worden.

Als het peloton op zaterdag 7 juli op het punt staat Frankrijk te verlaten door middels een 124 kilometer lange etappe vanuit Roubaix koers te zetten naar Brussel, klinkt nog voor het officiële startsein is gegeven een hard en snerpend fluitsignaal. Een van de renners probeert al voordat Felix Lévitan met zijn vlag heeft gezwaaid het hazenpad te kiezen, maar wordt door de Tourdirecteur letterlijk teruggefloten. Zichtbaar betrapt en schuldbewust houdt Jacques Verbrugge zijn benen stil en laat zich weer opslokken door het rustig peddelende peloton. Zodra Lévitan de etappe met een korte armbeweging en het even vluchtig als plichtmatig zwaaien van een vlag, alsnog in gang heeft gezet, is het helder witte tenue van DAF Trucks opnieuw in de voorhoede te bewonderen.

Ditmaal is het niet Verbrugge, maar zijn land- en kamergenoot die wat probeert te forceren. Beide Nederlanders zijn hun afspraak van iets meer dan een half etmaal eerder, toen ze samen op hun Noord-Franse hotelbedden lagen te mokken over de zo teleurstellend verlopen etappe naar Roubaix, duidelijk niet vergeten. Met een korte, maar ferme inspanning zet Maas samen met de Belg Pol Verschuere een ontsnapping op touw. Drie renners voegen zich bij hen. Eendrachtig samenwerkend bouwt het kwintet – de anderen zijn Ludo Peeters, Bernard Bourreau en Didier Vanoverschelde – in rap tempo een onoverbrugbare voorsprong op.

Als de contouren van Brussel aan de horizon opdoemen vallen de cijfers ‘1’ en ‘0’ duidelijk af te lezen op het krijtbord, dat vanaf een motor aan de vijf wordt getoond. Tien minuten bedraagt hun bonus ten opzichte van het peloton. Het doet Maas realiseren dat hij niet alleen kans maakt de rit te winnen, maar ook een flinke sprong in het algemeen klassement kan maken. Twee vliegen in een klap dus voor de eerstejaarsprof uit het Limburgse Eijsden.

Een sterke sprint heeft Maas van nature echter niet in de benen. Ook niet als het aantal tegenstanders slechts vier bedraagt en ze stuk voor stuk een monsterontsnapping achter de rug hebben. De Nederlander moet een list verzinnen om zijn medevluchters voor het bereiken van Brussel te vlug af te zijn. Al snel komt Maas op het idee de motoren van de wedstrijdleiding, die enkele tientallen meters voor de vluchters uit rijden, als mikpunt te gebruiken. Het laatste restje van zijn krachten aansprekend probeert de renner van DAF Trucks van zijn metgezellen af te komen.

Aanvankelijk lijkt hij daar niet in te slagen. Minutenlang heeft hij, voortdurend zenuwachtig omkijkend, slechts een minimale voorsprong op zijn belagers. Tot ploegleider De Bruyne kans ziet zijn volgwagen naast zijn uit alle macht trappende pupil te manoeuvreren en hem op te dragen naar voren te blijven kijken. De aanmoediging en de ongetwijfeld enigszins voordelig werkende luchtstroom die de ploegleidersauto veroorzaakt, lijken een positieve uitwerking te hebben. Zoals David Hasselhoffs alter ego Michael Knight in de televisieserie Knight Rider enkele jaren later over een ‘turbo boost’-knop kon beschikken om zijn pratende auto KITT nog wat harder te laten gaan, weet Maas een extra versnelling uit zijn vermoeide lijf te persen. Ineens is het gaatje ten opzichte van zijn achtervolgers iets groter. Groot genoeg om tot aan de meet in Brussel in stand te houden.

De Nederlander zal later toegeven zich dusdanig te hebben moeten inspannen dat het hem soms letterlijk zwart voor ogen werd, maar zodra hij de laatste rechte lijn naar de finish inzet lijkt er plots een helder licht aan de horizon te schijnen. De Limburgse neoprof wint een Touretappe en stijgt bovendien met stip naar de zevende plaats in het algemeen klassement. De resterende twee weken zal Maas knap stand houden, in de Alpen met de besten mee omhoog gaan en nimmer door het ijs zakken. Tot ieders verrassing, niet in de laatste plaats die van hemzelf, vindt hij zichzelf in Parijs terug op een zeer fraaie zevende plaats in de eindrangschikking. Even lijkt Nederland een nieuwe klassementsrenner rijker.

In de jaren die volgen zal Jo Maas zijn prestaties in de Tour van 1979 echter nimmer weten te evenaren en al snel als eendagsvlieg de wielergeschiedenis in gaan.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

De revanche van de vandaag (6 oktober) jarige Jo Maas

Wielercultuur

Toen de vandaag (5 oktober) jarige Rui Costa met het been ging lopen

Wielercultuur