Foto Eric Houdas

Wielercultuur

De beste sprint van de vandaag (11 oktober) jarige Gian Matteo Fagnini

De beste sprint die Gian Matteo Fagnini ooit gereden heeft, is niet die waarin hij pal achter Djamolidin Abdoezjaparov verrassenderwijs als tweede aantikt op de Champs Élysées in de laatste Touretappe van 1995. Het is ook niet dat machtige eindschot waarmee hij in de twintigste rit van de Giro, drie jaar later, een groepje krachtpatsers aftroeft en een van zijn spaarzame overwinningen boekt. De herhaling van dat kunststukje, precies achtenveertig uur later, waardoor Fagnini binnen drie dagen ineens twee etappes in de Italiaanse ronde op zijn naam heeft staan, evenmin. Nee, zijn, naar eigen zeggen, met afstand beste spurt uit zijn gehele carrière eindigt hij niet hoger dan op de veertiende plaats. Liefst dertien anderen snellen voor de Italiaan uit als hij, rustig uittrappend en met een reikhalzende blik naar wat er voor hem gebeurt, over de aankomstlijn in Sanremo komt.

Het gaat Fagnini niet om hemzelf. Zijn sprint eindigde honderdvijftig meter eerder al. Ondanks dat die perfect verliep en hij onmiddellijk een goed gevoel had over zijn eigen rijden, staat of valt het definitieve oordeel met de uiteindelijke uitkomst. Degene die, in dit geval, dertien plaatsen voor hem eindigt bepaalt de waarde van Fagnini’s eigen prestatie. Die blijkt niet in goud uit te drukken. Terwijl achter hem het onheilspellende geluid klinkt van meerdere collega’s die ruw tegen het Italiaanse asfalt zijn gesmakt, ziet de geblokte Telekom-renner het juiste paar handen de lucht in gaan als de voorsten, die geen van allen last hebben gehad van de achter hen ontstane valpartij, de aankomstlijn passeren. Precies de renner voor wie Fagnini in de laatste halve kilometer de sprint van zijn leven heeft gereden, om zijn kopman in een ideale positie aan diens eigen eindschot te kunnen laten beginnen, rondt de voorbereiding van de Italiaan feilloos af. Erik Zabel wint zijn vierde Milaan-Sanremo, met veel dank aan zijn lead-out man.

Terwijl de twee Telekom-renners elkaar in de armen vallen en samen het behaalde succes vieren, wellen dikke tranen op in de ooghoeken van Fagnini. De sprint in de 92ste editie van La Primavera, zoals Milaan-Sanremo omwille van haar plek op de wielerkalender – het is het Italiaanse woord voor ‘lente’ – ook wel wordt genoemd, is om meerdere redenen een bijzondere voor het voorlaatste wagonnetje in de sprinttrein van de Duitse ploeg.

Uitgerekend de renner voor wie Fagnini, alvorens eind 1999 over te stappen naar Telekom, zich jarenlang had weggecijferd in aanloop naar een massale aankomst, Mario Cipollini, was op de Via Roma in Sanremo de grootste concurrent van Zabel gebleken. Velen hadden vooraf getwijfeld of hij wel over de voor sprintersbenen venijnige Noord-Italiaanse klimmetjes zou geraken, maar ‘Cipo’ toonde de gehele koers aan in topvorm te verkeren. Het had Fagnini in de afzink van de Poggio en de laatste vlakke kilometers aardig wat zenuwen bezorgd. Zelf had hij op de Capo Mele, door een lekke band, en even later op de Capo Berta, door de extra inspanning na die tegenslag, aan de staart van het peloton gebungeld, somtijds zelfs een gaatje moeten laten en uiteindelijk met de grootst mogelijke moeite in de afzink de aansluiting hervonden. Zijn voormalige kopman had zichtbaar minder moeite met het klimwerk.

Het maakt dat Fagnini en Zabel in de finale niet bepaald zeker van hun zaak zijn, als een omvangrijke groep na de Poggio Sanremo binnen rijdt. De lead-out zit dan nog in derde positie, maar bedenkt zich geen moment. Als een goed verstaander van zijn vak zet Fagnini zich op kop en dendert als een dolle stier naar het bordje achter de dranghekken waarop staat dat het nog honderdvijftig meter is tot de meet. Daar zit zijn werkdag erop en moet Zabel de klus verder zelf zien te klaren. De Duitser verzaakt niet en troeft Cipollini op fraaie wijze af.

Het verslaan van zijn voormalige kopman is echter niet de reden dat Fagnini het niet droog houdt, wanneer Zabel en hij elkaar in de armen vallen. De Duitser drukt zelfs spontaan een voorzichtige zoen op de, van het inspanningszweet zilt smakende, wang van zijn helper. ‘Deze is voor je vader’, fluistert de winnaar van Milaan-Sanremo in het oor van de Italiaan. Ondanks dat de lichaamstemperatuur van Fagnini na de bijna driehonderd kilometer lange klassieker nog altijd bovengemiddeld is, breekt het kippenvel op zijn armen uit. Enkele maanden eerder is ‘Papa Giuseppe’ overleden.

Onderweg heeft Fagnini veelvuldig gedacht aan zijn vader, die voor het eerst geen getuige meer kan zijn van de verrichtingen van zijn zoon in de eerste grote voorjaarskoers van het seizoen. Alleen tijdens zijn sprint om Zabel in stelling te brengen gaat het verstand een vijftiental seconden op nul. Alsof Fagnini, terwijl hij naar een verzet van 53×11 schakelt, met dezelfde beweging zijn gedachtes even op pauze kan zetten, om die, zodra zijn werk erop zit en hij zijn Duitse kopman met succes ziet afronden, weer te activeren. ‘Als hij dit had gezien, zou hij de gelukkigste man op Aarde zijn’, zegt Fagnini even later als journalisten informeren naar het eerbetoon. Zabel houdt namelijk woord en vertelt in menig interview uitgebreid dat deze overwinning niet alleen die van hemzelf is, maar vooral ook die van zijn lead-out en diens overleden vader Giuseppe.

Dat Fagnini zelf als veertiende binnenkomt, interesseert hem niets. Het had net zo goed 34ste, 88ste of 116de mogen zijn. Hij moet nou eenmaal finishen, op welke positie maakt een goede lead-out geen zier uit. Zo lang de kopman het voorbereidende werk maar zegevierend afrondt. En als die dan ook nog een passend eerbetoon brengt, zoals Zabel na afloop van Milaan-Sanremo doet, kun je, als je Gian Matteo Fagnini bent, een sprint waarin je zelf veertiende wordt met gemak de allerbeste uit je carrière noemen.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

De beste sprint van de vandaag (11 oktober) jarige Gian Matteo Fagnini

Wielercultuur

De Tour zege van de vandaag (10 oktober) jarige Bart Brentjens

Wielercultuur