Wielercultuur

De bestolen jarige: hoe Gösta Pettersson (23 november 1940) de Giro van 1971 had moeten winnen

Gösta Pettersson kan zijn oren niet geloven. De Zweed heeft zojuist het uiterste van zichzelf gevergd in een poging een stap dichter bij de roze leiderstrui van de Giro d’Italia te komen, maar zodra hij verneemt wat zich op datzelfde moment achter zijn rug afspeelde, ontsteekt hij in woede. Pettersson voelt zich geflikt. Belazerd. Ook al staan er nog meerdere bergetappes op het programma in de slotweek van de Italiaanse ronde van 1971, in zijn optiek is de Zweed de rechtmatige eigenaar van het roze tenue en niet Claudio Michelotto. De Italiaan heeft het tricot negen dagen mogen dragen, maar was op de Großglockner, een Alpenreus net over de Oostenrijkse grens, niet bestand tegen de tempoversnellingen van Pettersson, Herman Van Springel en Felice Gimondi. Een zoveelste aanval van het trio vedetten is de Italiaan te machtig en hij moet een snel groter groeiend gat laten ten opzichte van zijn rivalen. Wanneer aan de finish de chronometers gaan lopen, blijkt dat de klassementsleider het verschil alleszins binnen de perken heeft weten te houden. Hij verspeelt anderhalve minuut op Pettersson, terwijl de Zweed het drievoudige goed moest maken op de Italiaan. Michelotto heeft het roze opnieuw veilig weten te stellen. Maar vraag niet hoe. Pettersson voelt zich bestolen en dat is bepaald niet onterecht. Zijn lichaamstemperatuur neemt van woede in allerijl die van een ‘bastu’ aan, de typisch Zweedse sauna waar Zweden patent op heeft. Michelotto heeft de kluit namelijk belazerd. Nadat hij de sterkste klassementsrenners uit het zicht zag verdwijnen, klemde hij zich stevig vast aan het bestuurdersportier van de ploegleiderswagen en liet zich mee omhoog voeren. De Italiaan werd op heterdaad betrapt, maar de jury geeft hem niet meer dan een minuutje tijdstraf en een marginale geldboete. Daarmee stelt hij het roze veilig en wordt zijn vals spelen beloond. Had de klassementsleider op eigen kracht de Großglockner op moeten fietsen, dan had hij zeker meer tijd toegegeven.

Ondanks dat Pettersson zich pas voor het tweede jaar profrenner mag noemen, is hij al dertig jaar oud als op 20 mei 1971 de 54ste Giro van start gaat in Lecce. De oudste van vier fietsende broers houdt jarenlang de boot af als profploegen met een verleidelijk contract zwaaien. Liever blijft Gösta amateur. De Zweed heeft meerdere redenen voor zijn standvastige besluit. Zo is het gebrek aan dopingcontroles in het profmilieu hem een doorn in het oog. Pettersson weigert mee te doen aan het vrijelijk en consequentieloze gebruik van verboden middelen. Pas als na het tragische overlijden van de Brit Tom Simpson in de Tour van 1967, dat deels wordt toegeschreven aan diens dopinggebruik, de eerste controles hun intrede doen, wordt die drempel weggenomen. Tegelijkertijd koestert Pettersson een Olympische droom. Samen met zijn broers Erik, Sture en Tomas heeft hij zijn zinnen gezet op een gouden plak op de honderd kilometer ploegentijdrit. In 1964 hadden drie Petterssons – Tomas is dan nog te jong voor een plekje binnen het Zweedse kwartet – in gezelschap van landgenoot Sven Hamrin in Tokyo brons gewonnen en er is de familieselectie veel aan gelegen die kleur vier jaar later om te zetten in goud. Ondanks hun uitgesproken favorietenstatus, de broers zijn op dat moment regerend wereldkampioen in de collectieve race tegen het uurwerk en vormen een goed geoliede blauwgeel gekleurde machine die onverslaanbaar lijkt, slagen ze op het moment suprême niet in hun opzet. Het Nederlandse viertal, met onder anderen Joop Zoetemelk, troeft de Zweden af op de Olympische Spelen van 1968 in Mexico Stad. De Petterssons rest ‘slechts’ het zilver. De derde reden die Gösta aanvoert om lang amateur te blijven is dat hij zijn broers wil helpen zich verder te ontwikkelen en ze het liefste met zich meeneemt naar een profploeg. Aangezien ‘benjamin’ Tomas zes en een half jaar jonger is, wil zijn oudere broer wachten tot ook hij de leeftijd heeft om de oversteek naar het beroepsgilde te maken.

Vandaar dat Pettersson nog maar eens resoluut ‘nee’ zegt als de gebroeders Ferretti – stomtoevallig zijn ook zij met z’n vieren – de Zweden in 1969 willen inlijven bij de wielerploeg, die zij als fabrikant van keukenapparatuur sponsoren. Een jaar later hapt Gösta alsnog toe. Dertig jaar is hij al bijna, dus als hij nog wil meestrijden om de hoofdprijzen begint de tijd te dringen. Het besluit maakt dat de Ferretti-ploeg van 1970, naast veertien Italianen en een verdwaalde Belg, ook vier Zweden telt. De bindende voorwaarde die de oudste Pettersson zijn aanstaande werkgever stelt is immers dat Erik, Sture en Tomas met hem mee komen en dus eveneens een profcontract krijgen aangeboden. Spijt zullen de Ferretti’s niet gehad hebben, ook al staan Gösta’s jongere broers immer in zijn schaduw, zoals de kleinere Daltons uit de Lucky Luke-strips in het niet vielen bij de langste van het stel. De oudste Pettersson wordt in zijn debuutjaar tussen de profs meteen knap zesde in de Giro en derde in de Tour. Een jaar later zet hij, ingegeven door zijn sponsor en door het feit dat Eddy Merckx de Italiaanse ronde overslaat, alles op het roze.

Het bedrog van Claudio Michelotto, die evenals Aldo Moser dankzij een vroege ontsnapping in de eerste Giroweek een bonus op de klassementsfavorieten heeft vergaard, op de flanken van de Großglockner doet Pettersson dan ook in woede ontsteken. Hij had gehoopt in Oostenrijk de klassementsleiding te grijpen, maar dankzij de doortrapte Italiaan en de coulance van de jury dient hij nog even in de wachtkamer plaats te nemen. Een dag later slaagt de missie van de Zweed alsnog. Michelotto zakt in de Dolomietenrit over onder meer de Passo Pordoi alsnog door het ijs, terwijl Pettersson rijdt zoals hij dan al twee weken doet. Energiezuinig. Geen overbodige krachten verspillen. Aanklampen in plaats van aanvallen. Pas als Ferretti-ploegleider Alfredo Martini zijn pupil vanuit de auto luidkeels commandeert aan te vallen, hijst Pettersson zich uit het zadel en slaat in gezelschap van Gimondi, Van Springel en Francisco Galdós een gat ten opzichte van zijn concurrenten. In combinatie met zijn kwaliteiten tegen het uurwerk plaatst die aanpak hem in pole-position om als eerste, en nog altijd enige, Zweed een grote ronde te winnen. Drie dagen later wordt de roze droom van Gösta Pettersson, in tegenstelling tot zijn Olympische gouden, in Milaan wel werkelijkheid.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

De bestolen jarige: hoe Gösta Pettersson (23 november 1940) de Giro van 1971 had moeten winnen

De dag dat Gösta Pettersson op de Großglockner werd bestolen van het roze door vals spel en een veel te milde jury.

Wielercultuur

Fabio Parra is jarig! Hoe Fabio Parra op 1 seconde van de Vuelta werd beroofd

Hoe één envelop alles veranderde en Pedro Delgado in het Amarillo hees

Wielercultuur