Foto Hans van Dijk voor Anefo

Wielercultuur

Op de verjaardag van Zoetemelk (3-12-1946): de dag dat hij op z’n Zoetemelks de Amstel won

Het is dat Mart Smeets in de jaren ‘80 zelden tot nooit in het commentaarhokje van de NOS-televisie zit tijdens de Amstel Gold Race, maar verslag doet vanaf de motor, die in het spoor van de koplopers door Zuid-Limburg rijdt en waardoor de stem van Jean Nelissen de slotkilometers van de koers begeleidt. Anders had Nederlands bekendste sportjournalist met gemak een variant op de oneliner, die hij anderhalf jaar eerder uitsprak toen Joop Zoetemelk tot ieders verrassing de wereldtitel greep, ten beste kunnen geven. ‘Achtendertig jaar en hij heeft hem!’, jubelde Smeets op een voor hem haast atypisch enthousiaste toon. Twintig maanden later is nagenoeg diezelfde tekst wederom van toepassing. Zoetemelk heeft intussen veertig levensjaren op de teller staan, maar boekt ook in zijn laatste profseizoen nog een overwinning, die lang voor altijd en eeuwig leek te zullen gaan ontbreken op het rijke palmares van de Zuid-Hollander. Op zaterdag 25 april 1987 poetst Zoetemelk die omissie weg door in de slotfase van de 22ste Amstel Gold Race er tussenuit te muizen op een manier die sterk doet denken aan de wijze waarop hij eerder wereldkampioen was geworden. Niet met een snedige demarrage, maar door bijna ongemerkt een hoger tempo te rijden dan zijn metgezellen, een miniem gaatje te slaan en vervolgens op kousenvoeten een voorsprong op te bouwen. Het is een manier van wegrijden die niet voor niets sindsdien ‘op z’n Zoetemelks’ wordt genoemd. De zin ‘Veertig jaar en hij heeft hem!’ was meer dan toepasselijk geweest, maar in plaats daarvan houdt Nelissen het bij ‘Jij gaat het halen, Joop! Je hebt het verdiend!’

Dat de winnaar van de Tour van 1980 zeven seizoenen later nog altijd tot het gilde der profrenners behoort was aanvankelijk helemaal niet zijn bedoeling. Als 38-jarige was Zoetemelk voornemens geweest om in het najaar van 1985 een dikke punt achter zijn glansrijke carrière te zetten. Ware het niet dat hij, als de ‘r’ net een dag weer in de maand zit, in het Italiaanse Giavera del Montello onverwacht naar de wereldtitel rijdt. Het voor een jaar mogen dragen van de regenboogtrui verleidt Zoetemelk vanzelfsprekend zijn loopbaan nog iets op te rekken en als journalisten in aanloop naar het WK van 1986 informeren of ‘Onze Joop’ niet lang daarna dan toch echt afscheid gaat nemen, laat de renner uit Rijpwetering doodleuk weten nog te veel plezier in het koersen te hebben om al te stoppen. Tot grote vreugde van Jan Raas. De oud-teamgenoot van Zoetemelk in de hoogtijdagen van TI-Raleigh heeft zelf zijn fiets – noodgedwongen, een zware val in Milaan-Sanremo noopt Raas eerder dan gewild zijn rennersloopbaan te beëindigen – verruild voor de comfortabelere zitting van een volgauto en zwaait de scepter over de door winkelketen Kwantum Hallen gesponsorde ploeg. Sinds de oprichting is Zoetemelk een van de kopmannen en als Raas, die zelf bijna zes jaar jonger is dan zijn ‘pupil’, in 1987 verder gaat met SuperConfex is het een mooie bijkomstigheid dat Zoetemelk het groen-wit-grijs van het confectiebedrijf nog een jaar wil dragen.

In welke koersen precies mag de voormalig wereldkampioen helemaal zelf bepalen. Raas geeft Zoetemelk aan het begin van het seizoen een ballpoint, een groot vel papier met de mondiale wielerkalender erop en de luxe zelf aan te geven waar hij wil starten. Zet Zoetemelk een kruisje, dan stelt Raas hem daar op. De in Frankrijk woonachtige renner zal de Tour in elk geval niet meer rijden en de andere grote ronden evenmin. Logischerwijs vinkt Zoetemelk kleinere etappekoersen in zijn tweede thuisland, zoals Parijs-Nice en de Dauphiné Libéré, wel aan, evenals enkele Vlaamse en Franse eendagskoersen, het Nederlands kampioenschap en de Amstel Gold Race. Ondanks een erelijst waar meer dan tweehonderd profzeges op prijken is Zoetemelk er nooit in geslaagd de Limburgse klassieker op zijn naam te schrijven. Een handvol top 10-klasseringen was het resultaat van een lange deelnamereeks, maar winnen, ho maar. Uitgerekend in ‘bonusjaar’ 1986 was hij als regerend wereldkampioen nog het dichtst bij gekomen. In de finale kwam Zoetemelk voorop te zitten met Steven Rooks en legde het in de sprint à deux, voor zover je ten minste van sprinten kunt spreken wanneer twee niet-spurters als stervende zwanen naar de finish bewegen, af tegen zijn medevluchter. Een banddikte, meer scheelde het niet. Uitgerekend diezelfde Rooks heeft een jaar later een niet onbelangrijk aandeel in de zege van Zoetemelk. Als de twee op een kleine tien kilometer van de aankomst opnieuw van voren rijden en in een vijf man sterke kopgroep belanden, met verder Malcolm Elliott, Bruno Cornillet en Teun van Vliet, is Rooks vooral op laatstgenoemde gefocust.

Dat uitgangspunt biedt Zoetemelk de uitgelezen kans er haast ongezien van tussen te knijpen. Er vindt een korte conversatie met Rooks plaats, waarna Zoetemelk op z’n gemak wegrijdt uit het kopgroepje, terwijl de titelverdediger inhoudt en demonstratief aan de andere kant van de weg blijft. Alsof hij op een paar bordeelsluipers door de gang van een hotel schrijdt, in de hoop niet te worden betrapt, ‘sneakt’ de latere winnaar er op de Geulhemmerweg van tussen. Op z’n Zoetemelks. Uiteraard. Rooks en Van Vliet loeren naar elkaar en willen bovendien de rappe Elliott niet in hun kielzog meevoeren. Ze houden hun benen stil. Liever hebben de Nederlanders ‘good old’ Joop als winnaar op het podium dan een niet bijster tot de verbeelding sprekende Brit. Het is een cadeautje dat de achttiendejaars prof met grote graagte uitpakt. Veertig jaar is Joop Zoetemelk en eindelijk heeft hij ‘m, de Amstel Gold Race.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Op de verjaardag van Zoetemelk (3-12-1946): de dag dat hij op z’n Zoetemelks de Amstel won

Even terug naar die prachtige aprildag in 1987!

Wielercultuur

Oslo ’93: de sprint die een toekomstig Tourwinnaar lanceerde: over de jarige Jan Ullrich

Wielercultuur