De Tour van 1988 veranderde door één telefoontje en de vandaag jarige Wiebren Veenstra nam op
Niet talent of vorm, maar bereikbaarheid kan in 1988 zomaar een doorslaggevende factor zijn als het gaat om Tourdeelname. Wiebren Veenstra kan er over meepraten. Als de Belg Patrick Jacobs, die deel uitmaakt van de oorspronkelijke selectie van de Hitachi-ploeg voor de Franse ronde, daags voordat in Pontchâteau de 75ste editie van start gaat, kampt met nierstenen en niet door de verplichte medische keuring komt, moet ploegleider Berten De Kimpe noodgedwongen hals-over-kop op zoek naar een invaller. In een tijd waarin nog niemand over een mobiele telefoon beschikt is dat bepaald geen sinecure.
De Kimpe heeft weliswaar een reservelijst opgesteld, om in geval van een onverhoopte calamiteit snel een vervanger te kunnen oproepen, maar het is niet zo dat de potentiële invallers in aanloop naar de Tour thuis naast hun telefoon bivak houden. De zoektocht naar een vervanger voor pechvogel Jacobs lijkt nog het meeste op een loterij. Welk toestel wordt als eerste opgenomen? Aan die renner kan De Kimpe direct het heugelijke nieuws overbrengen dat de gelukkige in kwestie zich onmiddellijk naar Frankrijk mag spoeden en in de Tour kan aantreden. Het rondbellen levert de Hitachi-ploegleider een niet te verwaarlozen aantal grijze haren op. Eerste reserve Hendrik Devos neemt weliswaar bij de eerste belpoging op, maar de invaller zit met een reden thuis op de bank. Hij heeft in een kermiskoers net zijn sleutelbeen gebroken en is aan het revalideren. Door de bovenste naam op de reservelijst van Hitachi kan dus onmiddellijk een streep. De drie volgende reserves, Edwin Bafcop, Jef Lieckens en Masatoshi Ichikawa, zijn geen van drieën bereikbaar als hun ploegleider het telefoontoestel in hun huiskamers laat overgaan. Vermoedelijk zijn ze net aan een trainingsrondje bezig, maar voor hetzelfde geld doen ze precies op dat moment hun boodschappen of zijn ze een kopje suiker lenen bij de overbuurvrouw. Tijdverlies kan De Kimpe zich zo kort voor de Tour niet veroorloven en dus besluit de Belg, ten einde raad, in plaats van later een nieuwe poging te wagen een belletje naar Friesland te plegen. In Harkema, een dorp in het oosten van de provincie, niet ver van de grens met Groningen, woont de vijfde reserve op zijn lijst. Daar wordt wel opgenomen. De renner in kwestie is zelf weliswaar niet thuis, maar ‘mem’ belooft De Kimpe haar zoon zo snel mogelijk richting Frankrijk te sturen. Nog geen etmaal na het even korte als ondubbelzinnige telefoongesprek mag Wiebren Veenstra namens Hitachi, nota bene als allereerste Fries ooit, onverwacht zijn Tourdebuut maken.
Een jaar eerder nog amateur
Nog geen jaar eerder was de in de zomer van 1988 pas 21-jarige Veenstra nog amateur. In onder meer Olympia’s Tour, maar ook in enkele buitenlandse etappekoersen, had hij zijn sprinterskwaliteiten getoond. De prestaties wekken de interesse van enkele profploegen en dankzij de hulpvaardige bemiddeling van ondernemer John Franke uit Eelde kan Veenstra in de winter van 1987 zijn handtekening zetten onder een tweejarig contract met Hitachi. Ineens zijn oud-wereldkampioen Claude Criquielion, rode truiwinnaar in de Tour Jef Lieckens en klassiekerspecialist Marc Sergeant niet langer renners die Veenstra op televisie grote koersen ziet rijden én winnen, en tegen wie hij huizenhoog opkijkt, vanaf dat moment zijn de Belgische tenoren zijn ploeggenoten. Veel topklasseringen in massasprints kan Veenstra in het eerste half jaar van zijn profloopbaan niet overleggen, maar in april wint hij zowaar een etappe in het Circuit Cycliste Sarthe-Pays de la Loire. In de Scheldeprijs en meerdere ritten van zowel de Vierdaagse van Duinkerke als de Ronde van Luxemburg mengt hij zich bovendien brutaal in de strijd die topspurters als Jean-Paul van Poppel, Eddy Planckaert en Eric Vanderaerden uitvechten. De Tour zal de neoprof niet rijden. In de ogen van De Kimpe is de Fries te jong en nog te onervaren om de Hitachi-kopmannen te ondersteunen. Vandaar dat Veenstra na afloop van het NK van 1988 een korte rustperiode inlast. Even lekker in Friesland met vrienden en familie bijkomen van de hectische eerste profmaanden. Het is de reden dat Veenstra, samen met vader Fokke en broer Wietse, een dag voor de Tourstart op een klapstoeltje aan de rand van het Bergumermeer een hengel in zijn hand houdt. Niets werkt meer ontspannend, aldus de Friezen, dan een middagje vissen.
Stilte voor de storm
Als Wiebren die middag ontspannen en uitgerust thuiskomt, verandert zijn leven binnen enkele minuten in een actiefilm. Aanvankelijk denkt de jonge renner nog dat moeder Hepie hem in de maling neemt, wanneer ze vertelt dat zijn ploegleider gebeld heeft met de mededeling dat haar zoon onmiddellijk naar Frankrijk moet komen. Aan de niet te acteren manier waarop ze verslag doet van het telefoongesprek ziet hij onmiddellijk dat ‘mem’ serieus is. Nog voordat Veenstra zijn koffer goed en wel heeft gepakt, stopt er al een door De Kimpe gestuurde auto voor de deur, die hem van Friesland naar het Belgische Wevelgem zal rijden. Na een hotelovernachting stapt hij daar op een privévliegtuig naar Nantes, om zich net op tijd bij zijn ploeggenoten te voegen voor de préface – de Tour van 1988 start met een merkwaardig experiment; een korte ploegentijdrit, waarna van elke ploeg één renner nog een extra kilometer rijdt en de snelste het geel mag aantrekken. Barstensvol adrenaline toont de debutant zich meteen een van de voortrekkers in de Hitachi-ploeg en als het peloton een dag later haar eerste sprint inzet, blijkt Veenstra de strijd met de topspurters meer dan goed aan te kunnen. Het is dat Steve Bauer het peloton in de slotfase verrast heeft, waardoor er om de tweede plek gestreden wordt, maar Veenstra hoeft alleen Vanderaerden, Planckaert en Davis Phinney voor zich te dulden. In zijn eerste Touretappe wordt de Fries knap vijfde. Erkende rappe mannen als Sean Kelly, Etienne De Wilde en Mathieu Hermans drukken hun voorwiel pas na Veenstra over de meet. Het is een flitsend begin van een duik in het diepe. De debutant krijgt van De Kimpe een vrije rol en moet vooral ervaring opdoen. Zijn droom Parijs te halen zal hij in 1988 niet waar weten te maken. In de negende etappe naar Straatsburg is Veenstra betrokken bij een valpartij. De finish zal hij nog wel halen, maar de volgende dag stapt hij niet meer op en keert terug naar Harkema. Een onverwacht Tourdebuut en een schat aan ervaringen rijker. Alleen maar doordat de moeder van Wiebren Veenstra wél de telefoon opnam en zijn ploeggenoten niet.
