‘Fausto Coppi’ prijkt er op het bord dat in de haarspeldbocht opdoemt… Coppi, denk ik bij mezelf, die fietste op hetzelfde merk fiets als ik nu doe… Bianchi!
Met die constatering houdt de gelijkenis verder ook wel op. Coppi won talloze klassiekers, werd wereldkampioen, won twee keer de Tour de France en liefst vijf keer de Giro d’Italia! En Coppi won als allereerste een etappe naar de top van Alpe d’Huez (in 1952), vandaar dat zijn naam op de eerste bocht van deze berg prijkt! Coppi was en is een God in Italië en draagt voor eeuwig de titel ‘Il Campionissimo’…
En daar fiets ik dan, op diezelfde berg. Ik won ooit een dikkebandenrace en viel weleens mijn volledige bovengebit aan gruzelementen op een vouwfiets. Op de Tacx fietste ik ooit binnen een uur naar de top van Alpe d’Huez (in 2013), maar mijn naam zal nooit een van de haarspeldbochten van deze berg sieren. De kans dat ik ooit ergens een goddelijke status weet te bereiken is net zo groot als de kans dat Kenny van Hummel tot beste klimmer van de Tour wordt benoemd. De titel ‘Il boerenpummel’ is echter nog wel een haalbare kaart…
Ik passeer het bord met ‘Fausto Coppi’ en bekijk het getal dat eronder staat… 21! Hierna nog eens twintig bochten voordat ik eindelijk aan de top sta. Normaliter al een zware opgave, maar vandaag helemaal! Het is inmiddels halverwege de middag, de zon schijnt fel op mijn afgebeulde lichaam en er staat geen zuchtje wind. En dat nadat er al drie zware Alpencols zijn bedwongen. Alpe d’Huez is met recht een gruwelijke afsluiter van een toch al loodzware La Marmotte.
Ik voel dat iedere vorm van macht mijn lichaam heeft verlaten. De dartele klimgeit die vanochtend nog persoonlijke records vernietigde op de Col du Glandon is nu gedegradeerd tot een murw gebeukt hoopje ellende. Op wilskracht weet ik de pedalen rond te krijgen, maar persoonlijke records gaan hier zeker niet meer verbroken worden. Bocht na bocht kruip ik naar boven, maar van enige souplesse is geen sprake meer. Dit is afzien in zijn meest pure vorm.
Bocht 15. De bocht van Peter Winnen. Een wielrenner van voor mijn tijd, maar ik ken de verhalen. Zijn overwinning op Alpe d’Huez was heroïsch en heeft er mede zorg voor gedragen dat deze kuitenbijter te boek staat als de Nederlandse berg. Hoe oud is Peter Winnen nu eigenlijk, vraag ik mijzelf af. Die moet inmiddels de vijftig al weer gepasseerd zijn… Langzaam trap ik verder… Bocht 14… Bocht 13. Verrek, daar staat weer Peter Winnen! Dat is waar ook, twee keer de winnaar op deze verschrikkelijke berg, verzucht ik. Volgens mij is Peter Winnen inmiddels 57. En als hij vandaag de dag met mij deze berg op fietst ga ik het waarschijnlijk nog afleggen ook! De snelheden op mijn Garmin zijn dusdanig laag dat het apparaatje zich afvraagt of de tijdwaarneming niet gepauzeerd moet worden. Natuurlijk niet, niets zo heroïsch als afzien, maak ik mezelf wijs.
Ondanks de brandende bovenbenen, de droge mond en een wankel gemoed blijf ik doortrappen. Ik zie een renner voor mij kotsend in de berm vallen. Een ander stapt af. Afstappen is geen optie, spreek ik mijzelf toe. En ik trap voort. En ik tel de haarspeldbochten af… Ik lees de namen van Rooks en Theunisse. Allebei helden, maar van voor mijn tijd. En zelfs al had ik ze ooit zien koersen, ik zou me er nu niet zo heel veel van herinneren. Mijn hersenen zijn overgeschakeld op standje ‘overlevingsmodus’. Dat wil zeggen: Niet omvallen en al helemaal niet het ravijn in fietsen… Dat lukt gelukkig!
En dan is daar eindelijk die allerlaatste bocht. Nog een keer rechtsom en de lijdensweg is ten einde. ‘Giuseppe Guerini’ leest het bijbehorende bord. Ondanks het feit dat mijn hersenen grotendeels gestopt zijn met functioneren kan ik me die naam wel herinneren. Ik heb toen die etappe gezien en kan me de beelden nog voor de geest halen. Guerini was een ietwat kleurloos figuur… Tot 1999. Op weg naar de overwinning op Alpe d’Huez botste hij op een onoplettende toeschouwer. Het zag er allemaal vreselijk onbeholpen uit, vooral hoe de geschrokken toeschouwer probeerde de wielrenner weer op gang te duwen, en het leek Guerini de zege te gaan kosten. Dat was uiteindelijk niet het geval. Mooie wielerhistorie, denk ik bij mezelf. Als ik nu op een toeschouwer zou botsen zal dat niet zo heel veel uitmaken. Alsof twee continenten tegen elkaar op botsen. Dat idee.
Ik passeer ook de laatste bocht en rol langzaam over de eindstreep. Ondanks het afzien voel ik mij vooral gelukkig. Ik heb niet alleen La Marmotte uit gefietst, maar bovenal de magische Alpe d’Huez op karakter overwonnen. De Nederlandse berg die zo vele kampioenen kent… Ik voel mij er stiekem een van.
- Aftellen op de Alpe d’Huez - 06/08/2014