Vergeten wielervolger: Baggelaar, Remco
Remco Bernd Baggelaar (19 juni 1958 – 6 augustus 2013)
Naar Gil Scott-Heron moet ik luisteren. Niet naar Nick Cave of Tom Waits. Nee, naar een artiest met kloten. Remco Baggelaar kon het weten. Vond hij zelf. Hij kende de zelfkant van het leven. Dat schreef hij op 2 augustus 2013 als reactie op een verhaal van mijn hand dat
HetisKoers! in Klein België!
Klabats! Met een harde knal klettert een hele rij metalen hekken tegen het asfalt van de start- en finishstraat van deze 25e editie van de Superprestige cyclocross in Gieten. Een suppoost ligt spartelend onder het metaalwerk. Zijn poging om de noordwestenwind in zijn eentje van tegengas te voorzien, mislukt jammerlijk. Tientallen hekken liggen plat en dreigen de doorgang van het
Radomir en Jantienus in ’t Nije Hemelriek
Spatborden weg. Lantaarns eraf. Krom stuur erop. De metamorfose van schoolfiets naar racefiets is voltooid. Jantienus kan aan de bak. Als wielrenner tussen regionale kleppers als Jo Wilkens, Harm Rutgers (beide uit Gieten) en Gezinus Hoven. Vol geestdrift, maar met minder talent dan die andere jongens, rijdt hij eind jaren zestig regionale races zoals de jeugdtour in Assen, de voorloper
Déjà vu. Sea, Sex and Sagan
Zachtjes ruist het koren, voortbewogen door de zeebries die afkomstig is uit de baai van le Mont Saint-Michel. De tour neemt vandaag afscheid van Frankrijk en ik maak mijn laatste fietsronde door Bretagne.
Hier in de polders tussen Cherrueix en le Mont Saint-Michel is het vlak en rechttoe rechtaan. Met een gouden
Morgen gaan we rijden…
Saint-Méen-le-Grand, typ ik in. Eindbestemming van mijn kleine bedevaart. Ik stuur mijn volvo 940 over de hobbelige wegen van het Bretonse land, en rij door plaatsen als Tinténiac, Béchérel en Montauban.
Gebutst. Zo toont het binnenland van Bretagne zich. Afgebladderde muren, ingestorte schuren, verroeste golfplaten. Als een wielrenner met