De veldrit
Het moet in 1965 zijn geweest,
ik was een jaar of veertien
en de enige met een koersfiets,
drie rondjes moesten we
op een glibberig parcours,
ik ging om de haverklap
onderuit en kwam als tiende
en laatste over de meet,
omdat ik met een koersfiets
vol slijk en smeer
niet haar huis durfde
maakte ik hem schoon
met een emmer water
bij een vriend
in de voortuin,
of zijn vader, die net thuis
kwam van