George Mazan is een Bretons horlogemaker. Wanneer zijn zoon Lucien zes jaar oud is, verhuist de familie Mazan naar Buenos Aires. Daar, aan de andere kant van de oceaan, kan Lucien opgroeien tot een respectabele kerel, een echte Mazan.
Misschien wordt hij wel horlogemaker, ooit.

Lucien wordt kelner en liftboy in de Jockey-Club in het centrum van de stad. Op een dag doet hij er mee aan een verloting. De hoofdprijs is een racefiets.
Lucien Mazan wint.
Zijn ouders zijn niet zo verguld. Fietsen, is dat nu een bezigheid voorde zoon van een horlogemaker? Voor een echte Mazan?
Terug in Frankrijk, waar Lucien uit het zicht van zijn ouders zijn opleiding vervolgt, begint Lucien toch fanatiek te fietsen,
Hij is dan al eens in het geniep Argentijns kampioen op de baan geworden.
In Frankrijk neemt hij onder een valse naam deel aan wedstrijden. Voortaan gaat Lucien Georges Mazan door het leven als Lucien Breton.
Lucien uit Bretagne. Kan iedereen zijn.
Al snel komt er een renner op Lucien Breton

af.
Of hij alsjeblieft nog eens zijn naam wil wijzigen.
Waarom, vraagt Lucien Breton.
Omdat ik Lucien Breton ben, antwoordt de renner.

Als Lucien Petit-Breton maakt Lucien Mazan grote indruk. In 1905, twee jaar na zijn terugkeer uit Argentinië, verbetert hij op de wielerbaan van Parijs het werelduurrecord.
41.110 meter. Met de duimstok nagemeten.
Een jaar later wint hij Parijs-Tours. En in 1907 breekt hij echt door: Tourwinst.
Weer een jaar later: nog eens.
In totaal wint hij in die twee Tours zeven ritten.
En dan, zomaar opeens, is het over. Pech krijgt de overhand.
In 1912 lijkt hij na allerhande tegenslag dan eindelijk klaar om voor de derde maal de Tour te winnen. Petit-Breton is fit, gemotiveerd en verkeert in uitstekende vorm.
Helaas: in de tweede etappe botst hij op een koe.
Ik herhaal: een koe.
Een koe als eindhalte van een glanzende wielerloopbaan.

Wanneer twee jaar later de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, wordt Lucien naar het front gezonden. Enkele dagen voor wat de laatste Kerst aan het front zal worden, verongelukt hij met een legerauto in de buurt van Troyes.

Frank Heinen