Het is augustus. Zomervakantie. Het eerste deel van het seizoen zit erop, nog een keer opladen voor het tweede deel. Dat begint voor mij met het WK voor journalisten, dat ik namens Het Is Koers mag rijden. Hoe staat het met mijn zoektocht naar mijn beste vorm ooit? Een interview met mijzelf en een vooruitblik op wat er komen gaat.

Allereerst: waarom hebben we zolang niks van je gehoord?
Nou, tot in mei ging het met Boven De Veertig En Beter Dan Ooit heel lekker. De trainingen liepen goed, de diverse interviews leerden me veel over mijzelf. Ik had in de eerste twee tijdritten nog niet mijn beste vorm ooit te pakken, maar voor de eerste tijdritten van het jaar waren ze bovengemiddeld. Maar toen kwam het. Eerst lette ik niet goed op mezelf en gunde ik mezelf te weinig hersteltijd. Daar ga je al niet harder van rijden. En toen kwam er nog een conjunctivitis overheen. Van deze oogontsteking heb ik een paar weken echt last gehad. Niet lekker kunnen zien blijkt enorm vermoeiend. Ik was dus niet echt ziek, maar ook niet fit genoeg, zo bleek. Ik kon wel door blijven fietsen, maar de echt goede inspanningen zaten er niet in.

En nu?
De ontsteking is over en ik heb bijna geen last meer van mijn ogen. Vorige week reed ik ook ineens de beste minuut-, vijfminuten- en tienminutenwattages van dit jaar. En dat is mooi, want we zitten in de zomer en gevoelsmatig staat het tweede deel van het seizoen voor de deur.

Laten we eerst even terugblikken. Je gaf aan dat de interviews je veel over jezelf geleerd hebben. Wat dan?
Heel concreet is mijn fysiek. Uit de virtuele windtunnel bleek dat ik best aerodynamisch kan zitten. Ellebogen en schouders naar binnen, hoofd naar beneden en trappen. Dat vereist wel gewenning en dus probeer ik minimaal één keer per week in deze houding te trainen. Ook besteed ik veel aandacht aan mijn core en lenigheid, zoals ik met Thijs Schamp besprak. Mijn heupen moeten lenig en sterk zijn om de tijdrithouding aan te houden, naast dat ze na mijn operatie in 2019 ervan houden soepel te zijn.
Mentaal train ik mezelf onderweg niet in mijn hoofd te gaan zitten. Zeker als het niet heel lekker gaat, denk ik vooral aan het niet leveren van wat ik wil. Ik heb ondertussen geleerd dat er meerdere manieren zijn om hier uit te ontsnappen. Ik kan me focussen op punten op het parkoers waar ik naartoe moet rijden. En het helpt mij soms om een mantra op te roepen. Zo’n repeterend zinnetje heeft voor mij twee voordelen: het geeft ritme tijdens het rijden en het slokt denkvermogen op.
Dat wil niet zeggen dat het me altijd lukt om de negatieve spiraal te doorbreken. En ook dat is leerzaam, want ik probeer dat steeds meer te accepteren. Een gereden rit verander je niet, maar moet je ook niet als uitgangspunt voor de volgende nemen.

Maar beter dan ooit ben je nog niet, begrijp ik.
Dat klopt. En eerlijk gezegd weet ik ook niet of ik dat dit seizoen ga halen. Daarvoor heb ik naar mijn gevoel niet genoeg stappen gezet, ben ik door welke reden dan ook te lang stil blijven staan. Begrijp me niet verkeerd, het is nog steeds mijn doel. En ik wil er alles aan doen om dat dit jaar toch te halen. Maar uit het gesprek met Rico Schuijers heb ik ook geleerd dat een doel realistisch moet zijn en dat de weg ernaartoe minstens zo belangrijk mag zijn voor je gevoel achteraf. Dus mijn doel voor het tweede jaar is er alles aan doen om beter te zijn dan ooit. Met de nadruk op het doen.
Om te weten of ik beter ben dan ooit heb ik dit ook geconcretiseerd, zodat ik weet waar ik naartoe train. Naar mijn gevoel was ik op mijn allerbest in 2016. Toen woonde ik in Ottawa, Canada en reed ik wekelijks een tijdrit van vijftien kilometer. Mijn snelste tijd was 19:55, een gemiddelde dus van 45,2 kilometer per uur. Rijd ik dit gemiddelde op een rondje van ongeveer 15 kilometer (uiteraard met start en finish op dezelfde plek), dan telt dat voor mij.
Omdat een gemiddelde echter erg afhankelijk is van omstandigheden als parkoers en weer, is een wattage ook een goed doel. Helaas reed ik Canada nog niet met een powermeter, dus ik weet niet wat mijn wattage over die tijdrit was. Wel weet ik mijn beste twintigminutenwaarde sinds 2017, dat is 325 watt. Op 26 mei reed ik in Enkhuizen mijn beste twintig minuten van dit jaar, namelijk 312 watt.
Omdat ik gemerkt heb dat de meeste tijdritinspanningen (wedstrijdjes en trainingen) tussen de tien en vijftien minuten zitten, heb ik als subdoel ook mijn tienminutenwaarde gesteld. Die was ooit 351 watt. Twee weken geleden reed ik 326 watt en dat is dus mijn uitgangspunt voor nu.
Ik hoop dat deze concrete cijfers mij stimuleren. Het geeft een gezicht aan de prestaties.

Oké, op naar het tweede deel van het seizoen. Heb je daar nog wedstrijden waar je naartoe piekt?
Op 20, 21 en 22 augustus rij ik in Denemarken het WPCC, het wereldkampioenschap voor journalisten. Daar mag ik namens Het Is Koers starten. Ik heb tien jaar geleden al een keer meegedaan en hoop het dit jaar beter te doen. Op 20 augustus is er een 300-metersprint, de dag erna een tijdrit van 7,2 kilometer op je wegfiets en het WK wordt afgesloten met een wegwedstrijd. Met name de tweede dag is er eentje waar ik naar uitkijk.
Een tweede wedstrijd die ik goed wil rijden is kampioenschap tijdrijden van mijn club R.&T.C. Groenewoud. Gewoon, omdat het mooi is om je te meten met clubgenoten en vrienden. En ik weet mijn tijd en waarden van vorig jaar, dus dat is ook een mooi meetmoment.
Ten slotte wil ik me in de NCK-ploeg rijden. Deze nationale afsluiter van het wedstrijdseizoen is altijd mooi. Wat is er immers mooier dan de ploegentijdrit?
Omdat deze meetmomenten beperkt zijn in aantal en het NCK ook nog eens onvergelijkbaar is, ga ik ook zo veel mogelijk tijdritten rijden. Al is het een Strava-tijdrit op een van de clubtijdritsegmenten.
En ik heb een nieuw wapen om in deze tijdritten te knallen! Bioracer heeft me voorzien van een snelpak op maat, dat mij weer iets sneller moet maken. Binnenkort meer hierover!

Dan wens ik mezelf veel succes de komende tijd!
Dank je. Ik heb er zin in!

Tips voor thuis

Accepteren kun je leren
Je kunt nog zo’n mooi plan hebben, maar je hebt lang niet alles in de hand. Dit kan mij enorm frustreren, maar ik probeer goed te bekijken wat ik wel had kunnen voorkomen en wat niet. Alleen met het eerste ga ik aan de slag, het tweede moet me niet nog meer energie kosten.

Praat met anderen
Ik heb de luxe om met diverse experts gesproken te hebben, die mij het nodige geleerd hebben. Maar ook om je heen is vaak veel ervaring en kennis bij je fietsende vrienden. Luister en kijk wat je jezelf kunt gebruiken. Ook als je iets heel anders zou doen, is het leerzaam om te horen waarom iemand ergens voor kiest.

Tijmen Moltmaker

Leeftijd 41 jaar
Niveau Amateur
Favoriete onderdeel Tijdrijden
Doel Beste vorm ooit halen – meetbaar: harder dan 45 kilometer per uur op 15 kilometer tijdrit, meer dan 351 watt over 10 minuten of 326 watt over 20 minuten
Bijzonderheid In 2019 kijkoperatie aan de heup gehad. Zo goed als opnieuw moeten beginnen met trainen
Bijzonderheid II In 2015-2016 een jaar in Ottawa, Canada gewoond. De wielrenscene daar en de vorm die ik aan het eind had motiveert mij nog dagelijks.

Tijmen Moltmaker in actie
Tijmen Moltmaker