‘Die neiging zit in de haarvaten van het systeem. Beter toezicht? Verwacht daar niet te veel van. Wat voor regels je ook bedenkt, ze zullen altijd manieren vinden om ze te ontwijken.’
Om met de deur in huis te vallen: guilty as charged. Ik ben het. In 1999 viel ik als een blok voor Lance. Ik hield van de verrassing (hoe in de hel flikte hij het?) en de manier waarop ie het deed vond ik groots. Tweede bekentenis: ik hoor bij het kamp dat hem tot en met zijn zevende tourzege is blijven supporteren. Omdat hij schijt had, beter fietste, tactisch goed koerste en zijn zaakjes domweg voor elkaar had. Beloki viel, hij niet. Ullrich kreeg de hongerklop, hij niet. Ivan Basso? Te Zoetemelk. En Michael Boogerd wordt nog steeds huilend wakker wanneer hij droomt over de Passage Du Gois, op zoek naar zijn voortanden. Nee, Lance werd omringd door de tien kleine negertjes. Gewoon beter. Niet zeiken. Nooit betrapt, nooit een positieve plas, bloedtest of uitstrijkje. Optelsom: de beste.
Boy, was I wrong. Ik heb het nog jarenlang weggeredeneerd (‘iedereen gebruikte, hij is nooit betrapt, het is onmogelijk om het hele systeem zó te besodemieteren’).
De zin waarmee ik dit stuk begon, komt niet uit een wielerboek. Het is een citaat uit het boek ‘Dit kan niet waar zijn’ van Joris Luyendijk (“onder bankiers”).
Les vacances
Ik ben op vakantie en wanneer ik op vakantie ben, doe ik standaard één ding anders dan normaal. Ik lees boeken. Zo veel mogelijk. Lastige bezigheid met kinderen van 2 en 4 in je buurt, maar ik lees.
In mijn jongste leesuitspatting kwamen een paar van mijn karaktertrekken onbedoeld bij elkaar. Als oud-journalist heb ik grote voorliefde en een diep respect voor schrijvers die all the way gaan. Die hun huiswerk uitmuntend doen, integer een verhaal vertellen en je als mens verrijken. Ik ben een sucker voor goed geschreven bio’s, boeken die je bij de strot grijpen en de vertolking van het onwaarschijnlijke.
‘Door de pijngrens’ van Lance Armstrong is zo’n boek. Sally Jenkins van de Washington Post is een ghostwriter die haar vak verstaat. Het maakte grote indruk op me.
Gisterenavond heb ik de laatste pagina’s van ‘Seven deadly sins – My pursuit of Lance Armstrong’ van David Walsh weggevreten. Verplichte kost voor u, Het Is Koers-volger.
Parallel aan het boek van Walsh heb ik dus Luyendijk opgepeuzeld. Op een bepaald moment ben ik plakkertjes gaan kleven in die laatste. Joris Luyendijk is behalve journalist ook antropoloog en benadert vanuit die optiek zijn casus. Hij deed dat in het Midden-Oosten (‘Een goede man slaat soms zijn vrouw’) en op het Haagse Binnenhof (‘Je hebt het niet van mij’) en anderhalf jaar geleden dook hij onder in de Londense bankierswereld. Op uitmuntende wijze heeft Luyendijk laten zien hoe ziek en abject de bancaire wereld functioneert. David Walsh heeft op zijn beurt een jaar of 13 moeten vechten als een Don Quichot tegen de complete wielerwereld en werd ondertussen door alles en iedereen uitgekotst, inclusief zijn collega-journalisten. Shame on them.
Wat ik wil zeggen: mijn ongebruikelijke duo-lezerij van Walsh en Luyendijk biedt dwarsverbanden waarvan ik het bestaan niet kende – en ik vermoed zomaar dat niemand die ooit gezien heeft.
‘De Amerikaanse schrijver Ron Rosenbaum heeft eens opgemerkt dat de meeste journalisten diep in hun hart freudianen zijn. Net als de grondlegger van de psychoanalyse geloven journalisten dat de belangrijkste dingen in de wereld verborgen worden gehouden en met veel speurwerk dan wel therapie moeten worden blootgelegd. Vervolgens geloven journalisten net als Freud dat het aan de oppervlakte brengen van die schokkende zaken tot genezing en herstel leidt. (…) Het is een mooie theorie, maar voor de mondiale financiële sector lijkt die niet op te gaan. De belangenconflicten en perverse prikkels binnen de sector liggen allang bloot.’ (uit: ‘Dit kan niet waar zijn’)
Vervang financiële sector door wielerbond UCI en u snapt waar ik op doel.
Het boek van Luyendijk maakt dat ik het epos van Walsh (LEES DAT BOEK!) volkomen anders ben gaan bekijken. Zaken waar ik me enorm druk over maakte (waar waren al die zogenaamde wielerkenners en analisten van NOS, AD, Telegraaf, en noem ze maar op, toen Walsh en de zijnen al in 1999 de trom roerden over het bedrog van Armstrong?!) zijn naar de achtergrond verdwenen.
Met terugwerkende kracht geneer ik me ervoor dat ik lekker meedeed met de schaamteloze bashing van dat foute Franse wielerpubliek dat Armstrong jarenlang uitjouwde voor ‘dopé’. De Fransen hádden tenminste een krant (Le Monde en in mindere mate L’Équipe) die wél berichtte over zijn schimmige praktijken. Wij in Nederland moesten het doen met kritiekloze hielenlikkers á la Mart Smeets c.s.
Mijn huidige waarheid is grimmiger en cynischer. En ik citeer voor een laatste keer Joris Luyendijk.
‘Een nieuw ontwerp voor de financiële wereld gaat de draagkracht van één persoon ver te boven, zeker omdat de problemen niet lijken op te houden bij banken. (…) Veel wijst erop dat de wereld van het geld geen opknapbeurt of grote schoonmaak nodig heeft, maar nieuw DNA’.
Wat zou het mooi zijn. Een Joris Luyendijk meets David Walsh. Weet u? Ik stuur ze beiden een mailtje met de aanbeveling elkaars boek te lezen. En ondertussen gaat u, volger van Het Is Koers beiden maar tot u nemen. Ik beloof u boeiend leesvoer.
- Een Schietgebed pour Le Tour - 19/07/2023
- Lekker gereden, pik! - 14/07/2022
- Die f*cking schansspringer - 09/09/2020
Geef een reactie