Nederlandse TourDit wordt een Tour voor de Nederlanders, schiet het door mijn hoofd als ik het parcours van La Grande Boucle voor het eerst bekijk. Goed, eerst moeten we de beruchte Passage du Gois overleven maar daarna wordt het echt een oranje feestje. Juich overigens niet te vroeg, mijn voorspellingen komen zelden uit. Ik had het dit jaar een paar keer goed met Stybar, maar die won tot nog toe alles dus dat was geen kunst. De reden ligt, zo ben ik bang, in puur chauvinisme dat mijn oordelend vermogen, ook nu weer, vertroebelt.

Nadat we de Passage du Gois hebben overleefd ligt er voor de Rabo’s nog maar een hindernis op het parcours: de ploegentijdrit. Ooit onder Post een zekerheidje voor een Nederlandse overwinning maar de laatste jaren toch vaak een onderdeel waar ‘we’ niet teveel schade op moesten lopen. Met slechts 23 kilometer moet dat toch wel gaan lukken. Weer even een tegenvaller van klein formaat bedenk ik me ineens, want dat moet nu zonder Koos. Koos moet er dus nog een jaartje aan vastplakken, maar dat zal hij zelf ondertussen ook wel hebben ingezien. Al zal het met Jos, Lars en Stef ook geen grote problemen op mogen leveren.

Als we die eerste twee dagen hebben overleefd, duikt het peloton Bretagne in. De Spanjaarden, op de volledig in Nederland ingeburgerde Freire na, zullen hier alle zeilen bij moeten zetten om in de juiste waaier te blijven zitten. Voor de Rabo’s natuurlijk een peulenschilletje waardoor ze volledig uitgerust het Central Massif induiken.

Terwijl de avonturiers in centraal Frankrijk op zoek gaan naar hun publiciteit en een overwinning, draaien Laurens, Bauke en Robert rustig warm voor de echte bergen. Etappe twaalf, op de Franse nationale feestdag, gaat de Tour dan echt van start in de grillige Pyreneeën met aankomsten op Luz Ardiden en het Plateau de Beille. Laurens en Bauke zullen als knechten bij Robert blijven. Die zich niet alleen ontpopt als beste jongere, maar ook als beste klimmer van het peloton.

Na de Pyreneeën staat Robert keurig in de top vijf van het klassement, vlak achter de Belg Van den Broeck die ook een uitstekende Tour rijdt. De witte trui hangt stevig om de schouders van de blonde Achterhoeker en met de zware Alpenritten in het verschiet is het podium ruim in zicht. Contador, geraakt door de dopingaffaire, is geen schim van zichzelf dit jaar en staat rond de tiende plaats. Basso komt, net als Menchov, in de Tour altijd tekort. De gebroeders Schleck rijden goed, maar zijn teveel broers waardoor Andy verzuimd heeft om echt afstand te nemen. Laurens rijdt keurig bij de eerste vijfentwintig en Bauke staat tweede in het jongerenklassement, op de hielen gevolgd door Uran die toch een vermoeide indruk maakt.

Ontspannen duikt Gesink de Alpen in. Hij ziet uit naar de twee passages over de Galibier, er is geen klimmer die de echte zware etappes met Cols van boven de tweeduizend meter zo goed verteert als hij. Op de rustdag, in Saint Paul, had Riis het al over het oranje blok dat de grootste bedreiging voor zijn ploeg vormt. De Varssevelder blijft er nuchter onder hij weet dat er na de Alpen nog een tijdrit wacht. Maar ook de etappe naar l’Alpe d’Huez wordt voor hem een lastige. Hij houdt van lang en zwaar en dit wordt kort en fel, erin vliegen vanaf het begin en dus zal hij het juiste wiel niet uit het oog moeten verliezen.

L’Alpe d’Huez zal, na de Galibier, de tweede Nederlandse overwinning opleveren. Bauke, die de witte trui die hij draagt omdat Robert in de bollen rijdt, heeft vleugels. Vroeg in de etappe steekt hij de lont in het kruitvat op een net zo indrukwekkende wijze als toen in Lombardije. Ontketend door de aanmoedigingen van het publiek lijkt de ‘Nederlandse berg’ slechts een drempel waar hij soepel overheen glijdt. Frank en Ivan weten hem het langste te volgen maar moeten in bocht zestien – Zoetemelk – definitief lossen.

De tijdrit wordt een prooi voor Fabian, kort daarop gevolgd door Millar en een Duitser. Gesink gaat diep en ziet af maar weet Jurgen niet te bedreigen waardoor hij derde blijft. Drie weken spektakel levert Nederland, tweeëndertig jaar na Rooks en Theunisse, weer een bolletjestrui op. De Alp blijft, ondanks de Italiaanse aanval, een Nederlandse berg waar fietstoeristen in een verlopen Raboshirt nog jaren aanzetten bij dat ene bordje in bocht zestien: Zoetemelk – Mollema.

De tour van 2011 is er een voor de klimmers, de bergen zullen er worden omgedoopt tot The Dutch Mountains al is het maar omdat ook mijn voorspelling een keertje uit moet komen.

Niels Roelen
Laatste berichten van Niels Roelen (alles zien)