Beste Maarten Tjallingii,

Gisteren viel mijn oma op de grond. We maakten ons wekelijkse wandelingetje naar de eendenvijver en daar lag ze opeens. Een opstaande stoeptegel. Ze schreeuwde het uit van de pijn, maar ik heb haar meteen weer achter haar rollator gezet, Maarten. Dat is voor mij een automatisme. Als er bejaarden vallen, dan zet ik ze meteen weer achter hun rollator.

Zelf wilde ze eigenlijk niet. Na een paar meter ging ze over haar heup zaniken en lag ze alweer op de grond. Toen ben ik woedend geworden, dat mag je best weten. Die eendenvijver lag goddomme nog geen dertig meter bij ons vandaan! We konden de eenden al horen kwaken. Ze klonken hongerig. Middenin mijn tirade heb ik jouw naam laten vallen, Maarten.

‘Maarten wie?’, vroeg mijn oma toen ik over haar heen gebogen stond te vloeken. ‘Maarten Tjallingiiiiiiiiiii’, schreeuwde ik met veel consumptie en zo hard dat negen extra i’s wel op z’n plaats zijn. Ze bleef me vragend aankijken, daar op de grond.

Eenmaal weer een beetje tot rust gekomen, veegde ik mijn speeksel van haar gezicht en vertelde dat jij dinsdag in de Tour de France veertig kilometer had gefietst met een gebroken heup. Dat je na afloop van de etappe voor de camera’s van de NOS verklaarde dat je die laatste veertig kilometer met één been had gefietst, maar dat het wel ging omdat je van de andere renners in je groepje geen kopwerk hoefde te doen. Ik zei haar dat het een beetje klonk  alsof je zonder die geste het groepje met één been zo weer naar het wiel van Peter Sagan had gereden.

Het Nederlandse volk zag je ook nog de Rabobus in strompelen, maar daar bleef het bij. Ja, Mart zei nog iets over je, maar voor jou geen liedjes met je naam erin. Voor jou geen geinige T-shirts. Voor jou geen telefoontje van de premier. Geen Maarten-hype. Je heup is inmiddels met pinnen aan elkaar gezet. Pinnen zijn blijkbaar geen prikkeldraad, Maarten. De vraag is of je daar rouwig om moet zijn. Wat meer waardering voor je prestatie was wel fijn geweest, maar jij hoeft in ieder geval nooit je broek uit te trekken voor een Jakhals.

Met mijn oma gaat het trouwens weer redelijk goed, mocht je daar nog benieuwd naar zijn. Toen ze echt niet meer verder wilde lopen, heb ik een ambulance gebeld. Ze is ook geopereerd aan haar heup en herstelt in het ziekenhuis. Vanochtend heb ik haar tv op Sporza gezet en de afstandsbediening uit het raam gegooid. Ze kijkt dus naar de Tour de France. Helaas ziet ze jou niet meer rijden, Maarten.

Vriendelijke groeten,
André

Andre van den Ende