Site pictogram HET IS KOERS!

Damage is done, Mike!

Als kind was ik een waardeloze ‘sportman’. Verloren we met voetbal, maar maakte ik de geniale eretreffer, dan liep ik een week met mijn hoofd in de wolken. Eenmaal ‘op tennis’ plaatste de club mij in een competitieteam. Dom, want ik sloeg de ene dubbele fout na de andere. Dat kwam: er zat plots veel publiek. En mijn teamgenoten verwachtten iets van me. En tja, dan lukt het niet meer bij Sander – bijgenaamd ‘koning van de training’.

Geen greintje mentaliteit, kortom.

Wat topsporters van ‘gewone’ mensen onderscheidt, is hun nietsontziende mentaliteit. Een hekel aan verliezen. Maar bovenal: geldingsdrang. Een letterlijk allesoverheersend eergevoel. De beste willen zijn, en daar publiekelijk om gewaardeerd en bewonderd worden, dat is waar 99,9 procent van ’s werelds beste sportlieden het voor doet.

(Oké, het geld is in sommige sporten ook niet verkeerd.)

Wie continu bezig is de beste te willen zijn, wie zonder mopperen 50 weken per jaar op de fiets klimt, om in weer en wind uren achtereen de verplichte dodelijke saaie kilometers te maken, en dat ‘alleen maar’ om gedurende een paar dagen per jaar de glorie van de kampioen te ervaren, die is bovengemiddeld met de buitenwereld bezig.

Met hoe die buitenwereld hem of haar ziet.

Die is, kortom, eergevoelig. En een ijdeltuit.

En wat is het geval met eergevoelige ijdeltuiten? Die ontlenen hun eigenwaarde, hun zelfbeeld, ja, hun hele identiteit aan dat ene waar ze goed in zijn: namelijk de beste willen zijn en dus ook de beste zijn in hun sport.

Ze zijn een kampioen. Letterlijk, 365 dagen per jaar, 24 uur per dag. Ze zijn goed, en ze voelen zich ook goed, vergeleken met de rest der mensheid, het klootjesvolk dat hen bewondert.

De behoefte aan zichtbaarheid, aan bewondering is enorm.

Aan deze geldingsdrang moest ik deze week vaak denken. En aan haar keerzijde: vergetelheid.

Ik zag Michael Boogerd als een jankende kat in het nauw vergeefse sprongen maken en voelde behalve diepe ergernis ook iets anders. Medelijden? Misschien, want de topsporter die van zijn voetstuk dondert, die door het volk uitgekotst wordt als een verrader, die bestaat niet meer. Zou Boogerd bekennen, dan wist hij in één klap zijn leven uit. Z’n geschiedenis, zijn wezen, zijn hele identiteit inderdaad.

Is dat sneu? Ik ben er nog niet over uit.

In elk geval moet dat de achterliggende reden zijn voor Boogerds gênante gedraai en gekeer. Juist dat wat hij zo verdomd goed kon in de Limburgse heuvels, is nu een tenenkrommende vertoning geworden.

Terwijl, als hij in de spiegel kijkt, er allang geen kampioen meer te zien is. Damage is done, Mike. Wat rest is een schim. Een schaduw. Een leeg omhulsel.

Ik zou zeggen: wees een kerel, Mike, en beken. Je bent een leuke, slimme vent. Begin gewoon opnieuw, maak wat van de tweede helft van je leven. Tijd, karakter (en geld!) zat om succesvol een nieuwe identiteit op te bouwen. En wie weet gaan we je dan ooit weer bewonderen.

Als je maar stopt met dat afschuwelijke ijsdansen.

Laatste berichten van Sander Peters (alles zien)
Mobiele versie afsluiten