Winnen, winnen, altijd maar willen winnen. En dan ook kúnnen willen. Eddy Merckx was een veelvraat, een kannibaal die zijn concurrenten weinig tot niets gunde. Ook voor zijn knechten, ik wilde dat tussen aanhalingstekens zetten maar dat slaat eigenlijk nergens op, was er slechts zelden een overwinning. Merckx liet zijn ploeggenoten goed meeverdienen aan zijn inkomsten tijdens bijvoorbeeld criteriums maar een klassieker weggeven was nier aan de orde.
Treffend is de finishfoto van Luik –Bastenaken – Luik van 1969. De Kannibaal voorop, knecht Vic van Schil erachter, allebei houden ze de linkerarm zegevierend omhoog. Ze zijn met z’n tweeën voorop gekomen en aan de finishlijn wordt het uiteraard geen sprint. En evenmin een gunzege van Grote Eddy aan gedienstige Kleine Vic.
Tijdens de Omloop het Volk van 1975 is er wel zo’n zege. ‘Om beurten demarreren’, voegde Merckx zijn ploeggenoot Joseph Bruyere in de finale toe. De eerste demarrage was meteen raak, en knecht Bruyere wint zomaar Het Volk. Net als het jaar ervoor trouwens toen de concurrentie ook al naar Merckx had zitten kijken. ‘Da’s toch de knecht die gaat? Wat doet de meester?’
Meester Merckx speelt een tactisch spel maar vindt ook dat Joseph Bruyere de zege dik verdiend heeft. ‘Wat Jos in de Tour van ’74 had gedaan, was fameus. Kilometers en kilometers leidde hij de beklimmingen. Hij kent zijn eigen limiet niet; maar die ligt erg hoog, geloof me’.
Net als het jaar ervoor wint Bruyere Het Volk, maar ook nu stelt hij zich na afloop zeer bescheiden op. Een rol als kopman van wie veel wordt verwacht, ligt hem immers niet. ‘En dan moet je ook kunnen sprinten, en dat kan ik niet.’
Dat Merckx en Bruyere niet alleen ploegmaten zijn maar ook vrienden, wordt nog eens duidelijk in 1980. Wederom tijdens Het Volk, waar Bruyere voorop ligt. De meester zelf fietst niet meer maar is wel ter plekke. Als Merckx hoort dat zijn vriend aan kop ligt, is hij aan de aankomstlijn één brok zenuwen. Tijdens de spannende finale wrijft hij met de handen onrustig op zijn wangen, schudt het hoofd om uiteindelijk als een jonge fan achter de uitbollende winnaar aan te hollen. En hem daarna stevig in de armen te grijpen.
Bruyere’s derde zege in de openingsklassieker is meteen ook het laatste wapenfeit van de dan 31-jarige renner. Reden: ploegsponsor Marc is slecht van betalen en dat zint Bruyere niet. Op 8 april 1980 stopt de carrière van de Waalse wielrenner die ook tweemaal Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam schrijft en in 1978 vierde wordt in de Tour. Maar die toch vooral bekend is geworden als een van de knechten van…
Bronnen: Het Vrije Volk van 3 maart 1975, Met vallen en opstaan. Het wielerseizoen 1980 van A tot Z, Sportgeschiedenis.nl
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Geef een reactie