Toegegeven, achteraf is het makkelijk praten. En de beste stuurlui staan aan wal. Maar toch was het verloop van de afgelopen Tour voer voor psychologen. Daarom deze arbitraire analyse. Rechtstreeks van de koude grond.

EEN – 5 maart 2010 – voorwerk voor de nieuwe ploeg
Gazzetta dello Sport kopt vandaag groot wielernieuws. Volgens de Italiaanse sportkrant kan tweevoudig Tourwinnaar Alberto Contador volgend jaar terecht bij Bjarne Riis. Dit als reactie op het vertrek van de Schleck-broers, die zelf een ploeg aan het oprichten zijn. Hoe groot deze coupe wordt, blijkt pas later. Alle grote mannen van Riis gaan met de broers mee, evenals een deel van het management. De Deen reageert altijd netjes en sportief, maar het zet enorm veel kwaad bloed. Met deze actie leggen de broers zich veel druk op de schouders, zeker omdat ze zich ook actief met de vorming van het team bemoeien. Pas anderhalf jaar later zouden ze het tactische genie Riis écht gaan missen.

TWEE – 9 mei 2011 – Wouter Weylandt verongelukt in de Giro
Andy Schleck en Wouter Weylandt. Het lijken uitersten. De één een flamboyante sprinter met een rappe babbel, de ander een ingetogen ranke klimmer. Maar de generatiegenoten kunnen het héél goed met elkaar vinden. Andy vraagt ‘m dan ook om voor zijn ploeg te komen rijden. Enkele maanden later is Schleck via de TV live getuige van Weylandts noodlottige crash. Verlies verwerken, ieder doet het op zijn manier. Stijn Devolder zit nog steeds in de put. Boezemvriend Tyler Farrar won voor Weylandt een Touretappe. Andy zit er met zijn emoties tussenin. Deze noodlottige valpartij gaat mee op de bagagedrager, vooral tijdens afdalingen.

DRIE – 7 juni 2011 – koffers inpakken voor Zwitserland
Tandenborstel? Check! IPad? Check! Leesvoer? Check! Gedecideerd pakt Andy Schleck zijn koffer, voor een dikke week koersen door het schone Zwitserland. Ondertussen rijden andere favorieten voor de Tourzege, waaronder Cadel Evans, de tijdrit in het Critérium du Dauphiné. Exact hetzelfde parkoers vormt op de voorlaatste dag het decor voor de beslissende eindstrijd in de Tour. Verkennen deed Andy de omloop rond Grenoble niet. Dat kan de ochtend ervoor ook nog wel, toch?

VIER – 30 juni 2011 – Première ‘Andy Schleck: my Tour’
Vandaag verschijnt ‘Andy Schleck: my Tour’. In deze fantastische en openhartige documentaire wordt de jongste broer gevolgd. Het moest een successtory worden, culminerend in de Tourzege. Dat is pretentieus, narcistisch en misschien ook wel de goden verzoeken. In het stuk legt Andy zijn zwakheden bloot. Afdalen in de regen en tijdrijden, zo geeft hij toe, zijn de grootste angsten.

VIJF – 3 juli 2011 – ploegentijdrit Tour de France
Fabian Cancellara. Fränk Schleck. Andy Schleck. Jens Voigt. Joost Posthuma. Linus Gerdemann. Maxime Montfort. Jakob Fuglsang. Stuart O’Grady. De concurrentie huivert, bij het aanschouwen van deze indrukwekkende line-up. Maar al snel hapert de tijdritmachine. Cancellara is niet in vorm. Maar ook Fuglsang, Gerdemann en Posthuma presteren onder hun normale niveau. De gebroeders Schleck komen nauwelijks op kop. Toch wordt op bijna alle concurrenten, behalve Evans, tijdwinst geboekt. Maar stiekem was op een véél grotere marge gerekend.

ZES – 5 juli 2011 –Evans tankt vertrouwen op Mur-de-Bretagne
Vandaag de eerste krachtmeting tijdens de Tour. Op Mur-de-Bretagne zou de aangekondigde zege van Philippe Gilbert volgen. En dat die er uiteindelijk niet kwam, zegt veel over de lastigheid van de finish. Cadel Evans neemt een paar honderd meter voor de finish brutaal de leiding en knalt zo hard door, dat niemand er meer over komt. Een indicatie van ’s mans krachtenarsenaal. Het vertrouwen van de doorgaans wat labiele Evans groeit. Dat van Andy krijgt een knauw, want hij verliest acht seconden. Fränk kon wel volgen, evenals de andere favorieten.

ZEVEN – 14 juli 2011 – Afwachten op Luz Ardiden
Kijken. Lonken. Loeren. Vandaag trappen de gebroeders Schleck door de boter, terwijl andere favorieten zichtbaar kraken. Toch volgt het aanvalswerk pas héél laat, een paar kilometer onder de top van Luz Ardiden. Fränk gaat, hij pakt een ferme voorsprong. Andy zit met zijn goede benen in het gevang. Evans komt in het verweer, daardoor wordt de schade op de oudste broer beperkt tot twintig seconden. Op Plateau de Beille zijn de rollen omgekeerd. Fränk kraakt, waardoor Andy niet vol durft aan te gaan. Met een indrukwekkende machtsprint pakt de jongste nog een paar seconden. Maar dat hadden er volgens kenners véél meer kunnen zijn. In het aanvalswerk van de gebroeders Schleck zit geen lijn. Een duidelijke kopman ontbrak. Dan kon de één tijd pakken, de volgende dag was het weer de ander. Broederliefde blijkt niet alleen een kracht, maar ook een zwakte.

ACHT – 19 juli 2011 – Bibber tijdens de afdaling naar Gap
Zoals hij in zijn eigen documentaire al aankondigde, is Andy Schleck doodsbang voor afdalingen in de regen. Zeker sinds het overlijden van Wouter Weylandt. Contador weet van deze zwakte, want manager Riis heeft ‘Andy Schleck: my Tour’ nauwkeurig bestudeerd. Hij heeft er trouwens zelf een rol in. De titelverdediger valt aan, vlak onder de top van de Col de Manse. Schleck moet direct passen, maar Evans en Sanchez schuiven mee. Het verlies zou oplopen tot ruim een minuut, waarvan het merendeel te danken is aan de slechte afdaling van Andy. Uitgerekend veelvaller Fränk beperkt de schade.

NEGEN – 22 juli 2011 – Halfslachtige tactiek richting Alpe d’Huez
Als een wildeman zet Alberto Contador aan, op de flanken van de Col du Télégraphe. Andy volgt, net als Voeckler, Fränk en Evans. Maar één voor één kraken de concurrenten. Evans lijkt zelfs materiaalpech te veinzen. Andy twijfelt. Moet ik nu in het wiel blijven plakken, om alle troeven op Alpe ‘d Huez op tafel te gooien? Of voluit meedraaien met Contador, om voordien al flink wat minuten op Evans te pakken? Het wordt een compromis. Een beetje meedraaien. En dan een beetje aanvallen op Alpe ‘d Huez. Evans, die het leeuwendeel van het werk in de achtervolging deed, volgt eenvoudig.

TIEN – 23 juli 2011 – De onbekende tijdrit rond Grenoble
Al om 8:00 vertrekt de bus van BMC richting startplaats Grenoble. Dat lijkt belachelijk vroeg, maar doordat bijna alle supporters die op Alpe ‘d Huez stonden ook afzakken naar de tijdrit, ontstaat er een enorme verkeerschaos. Veel renners komen zo laat aan, dat ze het parkoers niet meer kunnen verkennen of zelfs niet meer kunnen warm rijden. Bovendien ligt de weg er zeiknat bij, wat ook niet uitnodigt voor een haastige verkenningstocht. De voorbereiding van Evans komt niet in het gedrang. Hij kan het parkoers netjes verkennen. Bovendien kent-ie het nog, van het Critérium du Dauphiné. Andy, die wél alle bergritten verkende, start voor een rit door het onbekende. Cadel Evans kan elke bocht wel dromen.

Lees ook: Serieus dromen: Andy’s Tour

Tom Rustebiel
Laatste berichten van Tom Rustebiel (alles zien)