De bijna-doodervaring van de vandaag (19 oktober) jarige Guido Winterberg
‘Ik had al ergens daarboven kunnen zijn!’ Met zijn linkerduim wijst Guido Winterberg omhoog. Naar de lucht. Richting hemel. Hij spreekt de woorden uit met trillende stem. De cameraman van de Schweizer Fernsehen filmt weliswaar van de zijkant, waardoor de ogen van de Zwitserse renner niet goed zichtbaar zijn, het neemt niet weg dat de schrik duidelijk is af te lezen op het gezicht van Winterberg. De renner van Team Helvetia heeft zojuist de dood in de ogen gekeken. Niets heeft het gescheeld. Nou ja, bijna niets dan.
De tiende etappe van de Ronde van Zwitserland van 1990 is bijna Winterbergs laatste geweest. Eén met aankomst op de intensive care van het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Of erger. De afdaling van de Wildhaus dreigde Winterberg niet naar een dal in het groen ogende Appenzellerland te leiden, maar regelrecht naar het hiernamaals. Slechts een reflex, één waarvan Winterberg niet eens wist dat zijn lichaam die in huis heeft, voorkomt een ongeluk met een mogelijk fatale afloop.
Kort voor de bijna noodlottige seconden is Winterberg vlak achter Hans Haltiner boven gekomen op de top van de Wildhaus, een vrij steile klim van de tweede categorie en een van de scherprechters in de tiende etappe van de Ronde van Zwitserland. In de afdaling neemt Winterberg de leiding van zijn landgenoot over. Winst in de 199 kilometer lange rit tussen Unterägeri en Herisau zou de renner van Team Helvetia goed van pas komen. Lang is de erelijst van Winterberg namelijk niet.
Als knecht bij ploegleider Paul Köchli zijn de kansen op eigen succes verre van talrijk. Dat zal in de aanstaande Tour niet anders zijn. Een ritzege is bovendien een mooie manier om zich te verzekeren van een plekje in de selectie voor de Franse ronde. Op de hielen gezeten door een cameraploeg van de Schweizer Fernsehen trekt Winterberg flink door in de afdaling van de Wildhaus. De Zwitser weet dat zo meteen eerst nog de Stoss zal moeten worden bedwongen, alvorens Herisau in zicht komt. Daar wacht vlak voor de aankomst bovendien nog een lastige klim.
Winterberg is er alles aan gelegen zijn voorsprong op favorieten als Sean Kelly, Robert Millar en Andrew Hampsten te vergroten, voordat de klassementstoppers in het zicht van de finish hun benen zullen laten spreken. De afzink van de Wildhaus is geen heel moeilijke. De weg is breed genoeg en de bochten niet al te scherp. Op veel stukken kunnen de renners bijtrappen. Voortdurend een wijsvinger in de buurt van de rem houden is niet nodig. Concentratie en de bochten op de juiste manier aansnijden is het belangrijkste om veilig het dal te bereiken. Precies op het moment dat Winterberg een flauwe bocht naar links aansnijdt, slaat de schrik hem om het hart.
Ineens kijkt hij tegen de voorkant van een zilverkleurige BMW. De auto komt in tegengestelde richting de Wildhaus opgereden. De bestuurder heeft blijkbaar een afzetting weten te omzeilen of is ontsnapt aan de aandacht van de plaatselijke verkeerspolitie. Tijd om na te denken is er niet. Laat staan dat Winterberg gelegenheid heeft zich te realiseren in welke levensgevaarlijke situatie hij van het ene op het andere moment is beland en een uitweg uit zijn benarde positie kan verzinnen.
Zijn snelheid van meer dan zeventig kilometer per uur zal hem binnen enkele tienden van een seconde in contact brengen met de voorbumper van de auto. Met een korte, impulsieve ruk aan het stuur trekt Winterberg op gevoel zijn fiets naar de rechterkant van de weg. Naar de buitenbocht. Weg uit de rijbaan, die de BMW omhoog volgt. Een sierlijke curve is het resultaat. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat een renner op volle snelheid nog even om een tegemoetkomende auto moet zien te sturen. Ook de motor van de Zwitserse televisie kan de BMW ternauwernood ontwijken.
Terwijl een stoot adrenaline de schrikgevoelens tempert en de renner zelfs extra krachten geeft om zijn weg te vervolgen, rijdt Winterberg verder omlaag. Pas beneden realiseert hij zich hoe zeer hij door het oog van de naald gekropen is. De geschrokken renner moet zijn emoties kwijt en richt zich tot de cameraman, die inmiddels naast hem rijdt. In Zwitser-Duits brengt hij onder woorden wat hem zojuist is overkomen. Hoe hevig hij geschrokken is en vooral dat hij voor hetzelfde geld op dat moment al aan de hemelpoort had kunnen staan. Ondertussen trapt hij door. Wat moet hij anders?
De top van de Stoss zal Winterberg, een aantal kilometers verderop, nog als eerste bereiken. Daarna vloeien de krachten langzaam uit zijn lichaam weg. De ontsnappingspoging vergt uiteraard veel van de eenzame vluchter. Een belangrijk deel van zijn energie en concentratie gaat echter uit naar het verwerken van wat hem kort daarvoor is overkomen. Als eerste finishen in Herisau is voor Winterberg ineens veel minder belangrijk dan eerder die dag en zijn ontsnappingspoging zal dan ook teniet worden gedaan door de favorietengroep. In plaats van de Zwitser komt Uwe Ampler even later juichend aan in Herisau. Dat de hevig geschrokken Guido Winterberg ondanks alles ongeschonden de Wildhaus is afgekomen voelt al als een overwinning op zich.