De dag dat Cees Stam (vandaag 2 november jarig) geschiedenis schreef — en de UCI alles uitwiste
‘Niet erkend!’ De twee simpele woorden komen als een volkomen onverwachte mokerslag binnen bij Cees Stam en veroorzaken een achtbaan aan emoties in het lijf van de met stomheid geslagen renner. Gevoelens van teleurstelling en frustratie vechten om de overhand, maar worden al snel naar de achtergrond gedrongen door onbegrip. De Zaankanter snapt er niets van. Elf maanden eerder heeft hij een klinkend werelduurrecord gereden. Na een minutieuze voorbereiding, waarbij niets aan het toeval was overgelaten, had Stam de prestatie van de Deen Ole Ritter met speels gemak naar de geschiedenisboeken gefietst. Bijna een heel jaar lang had de stayerkoning zich vervolgens in de zevende hemel gewaand, maar het onverwachte en uitermate teleurstellende bericht van de internationale wielerbond zet Stam in rap tempo en op niet zachtzinnige wijze met zijn beide benen terug op Aarde. Zijn record kan niet officieel erkend worden, luidt de kern van het schrijven dat de UCI naar Nederland gestuurd heeft. Kort gezegd, Stams prestatie telt niet. Bestaat dus eigenlijk simpelweg niet. De liefst 82 kilometer, 984 meter en 69 centimeter, die de renner achter de brede rug van Joop Stakenburg en diens motor op een vrijdagavond in de zomer van 1974 had afgelegd op de wielerbaan in het Utrechtse stadion Galgenwaard, wordt geschrapt uit de recordboeken. De poging, hoe succesvol die aanvankelijk ook had geleken, is voor niets geweest. De reden die de internationale wielerbond aanvoert kan op bar weinig begrip rekenen bij Stam en diens entourage. In de optiek van de UCI is de omtrek van de baan namelijk niet correct opgemeten. Althans, het is niet volgens de officiële procedure gebeurd en niet door de juiste persoon. Vandaar dat, zoals een schooljuf of -meester een fout antwoord in een proefwerk van een leerling met dikke rode stift doorstreept, precies datzelfde gebeurt met het zo glorieus geachte werelduurrecord van Stam.
Iets meer dan een jaar nadat Ritter op het beroemde Ordrup Velodrome nabij Kopenhagen tot 76 kilometer, 871 meter en 31 centimeter is gekomen, draaien Stam en motard Stakenburg de wielerbaan op in het stadion dat over het algemeen aan FC Utrecht toebehoort. Terwijl de voetballers genieten van een welverdiende zomervakantie – kort voor de recordpoging heeft het Nederlands Elftal de WK-finale in en tegen West-Duitsland verloren – staat de regerend wereldkampioen stayeren op het punt zijn aanval op de afstand van Ritter aan te vangen. Niet dat er nooit sneller is gereden achter een motor. Al in 1955 komt de Duitser Walter Lohmann liefst 94 kilometer ver in een uur tijd. Ware het niet dat zijn record werd gevestigd achter een bakbeest met een cilinderinhoud van niet minder dan 2500cc, waardoor hij vele malen meer profijt had van zowel het vermogen van de ronkende tweewieler, als de door de omvang van de machine veroorzaakte luchtstromen. Lohmann reed zestig minuten lang rond achter een gevoelsmatig metersbreed windscherm. Stam daarentegen zit, net als Ritter een jaar eerder, achter een zogeheten handelsmotor. Een consumentenvoertuig met een cilinderinhoud van ‘slechts’ 600cc. Samen met manager Jan Derksen en stayercoach Martin Wierstra stelt de baanspecialist een nauwgezet schema op. Het trio heeft de race van de Deense recordhouder uitgebreid bestudeerd en al snel de conclusie getrokken dat die zijn recordpoging niet bijster sterk was begonnen. Eigenlijk kwam Ritter pas in het tweede deel echt goed op gang. Gedrieën becijferen Stam, Derksen en Wierstra dat als eerstgenoemde negentien seconden over ieder rondje op de Utrechtse wielerbaan doet, hij een afstand van 78,5 kilometer kan afleggen in precies een uur.
Vlak schema naar een record
Zoals een goede schaatser tijdens een tien kilometer een schema volgt dat zo vlak is als een biljartlaken, werkt Stam zijn rondjes af. Aangemoedigd door een kleine vierduizend toeschouwers en geholpen door de weergoden – op de onoverdekte baan pakken in het uur dat de Zaankanter bezig is meermaals donkere wolken samen, maar regen blijft gelukkig uit – toont de toekomstig recordhouder aan over een uitstekende conditie te beschikken. In plaats van de vooraf becijferde negentien tellen zitten er slechts zeventien en een half tussen elke passage. Stam kan de motor van zijn gangmaker met gemak bijbenen en is bezig de afstand van Ritter te verpulveren. Dat niets aan het toeval is overgelaten, blijkt uit het feit dat er niet alleen vóór de renner, maar ook enkele meters achter hem een motard rijdt, die zijn rondjes in eenzelfde tempo afwerkt als Stam en zijn gangmaker. Mocht de tweewieler van Spakenburg het onverwacht begeven of met een mankement te kampen krijgen, dan kan stand-in Noppie Koch binnen luttele tellen de rol van gangmaker overnemen, zodat Stam zijn poging niet hoeft te staken. Ook aan de randzaken is door manager Derksen gedacht. Voor de start zijn de beide motoren aan een uitgebreide inspectie onderworpen, Stam pleegt na afloop van zijn race keurig een plasje voor de dopingcontroleur, elektronische tijdwaarneming is geregeld, twee juryleden zijn speciaal voor de poging naar Utrecht afgereisd en er is een landmeter naar de Domstad gekomen om de afgelegde afstand tot op de centimeter nauwkeurig op te meten. Precies daar zal uiteindelijk de schoen wringen. De UCI komt naderhand met de mededeling op de proppen dat de baan had moeten worden opgemeten door een via de bond afgevaardigde official en niet door een zelf ingehuurde expert. Stam, Derksen en Wierstra klapperen met hun oren als ze die mededeling te horen krijgen, wanneer ze verhaal gaan halen. Het trio had de recordpoging ruim van tevoren aangekondigd bij de bond, maar nooit ook maar iets te horen gekregen over een meting door een UCI-official. De bobo’s zijn echter onverbiddelijk. Het voorstel van Derksen om de baan met terugwerkende kracht alsnog te laten nameten wordt niet aanvaard. Bijna een jaar nadat Cees Stam op een zomeravond in 1974 zijn verpletterende werelduurrecord stayeren vestigde, gaat er bij nader inzien alsnog een dikke rode streep doorheen.
