Foto PR-kaart TVM-ploeg
De gemiste kans van de vandaag (12 september) jarige Eddy Schurer
Telkens als een renner via zijn oortje met de ploegleiding communiceert, en dat is in het hedendaagse wielrennen meer dan vaak, zit thuis op de bank in het Groningse Marum een oud-renner de beelden knarsetandend te bekijken. Oortjes. Communicatie. Informatie. Had Eddy Schurer maar zo’n ding gehad toen hij nog deel uitmaakte van het peloton. Helaas. De geboren Fries moest het in zijn tijd zonder stellen. Het kostte hem een overwinning die de belangrijkste uit zijn loopbaan had kunnen zijn. Moeten zijn, zelfs.
De Ronde van Nederland is in 1989 een vaste waarde op de internationale wielerkalender. De kleine week fietsen door ‘oneindig laagland’, om Marsman te citeren, speelt zich, een enkel kortstondig uitstapje naar België of Duitsland daargelaten, volledig af op Nederlandse wegen. Een zevengangenmenu schotelt de koersleiding aan het peloton voor, met een proloog als voorgerecht, een handjevol vlakke ritten als hoofdmoot, een tijdrit tussendoor en als smakelijk toetje een slotrit door de Limburgse heuvels.
De ‘mini-Amstel Gold Race’ is de jaarlijkse scherprechter, die het klassement in een definitieve plooi moet leggen. Het zorgt ervoor dat de ronde, zeker als de laatste etappe nog verreden moet worden, elke editie opnieuw een waar secondenspel is. In 1989 is dat dus niet anders. Sean Yates wint de proloog, Jelle Nijdam de eerste etappe en dankzij de bonificatieseconden aan de finish neemt ‘Snelle Jelle’ meteen de oranje leiderstrui over. In de tijdrit, op de derde dag, slaat Thierry Marie toe. Aan de Fransman de schone taak zijn opgebouwde voorsprong succesvol te verdedigen in de Limburgse heuvels.
Niet ver achter het trio tijdritspecialisten staat Eddy Schurer geklasseerd. De Fries is vijfde geworden in de proloog en heeft in de chronorace tussen Hilversum en Huizen niet veel hoeven toegeven. Het bezorgt hem een fraaie uitgangspositie voor de slotrit. Die zal geen gemakkelijke opgave worden, weet Schurer. De Limburgse heuvels behoren niet bepaald tot het favoriete terrein van de boomlange Fries. Geef hem maar lange rechte wegen door het polderlandschap. Uren beuken tegen de wind, die in de noordelijke provincies altijd van voren lijkt te komen, ongeacht in welke richting je fietst. Daar is Schurer op zijn best.
Het is dan ook niet zijn TVM-ploeg die al vroeg in de slotrit naar Gulpen het commando over het peloton voert, maar het Panasonic van Peter Post. Die heeft met Eric Vanderaerden een kandidaat in de gelederen om Marie uit diens oranje leiderstrui te rijden. Vandaar dat Teun van Vliet al vroeg in de etappe een aanval waagt. Zodra zijn poging is mislukt, is het aan ploeggenoot Theo de Rooij de knuppel in het hoenderhok te gooien. Op 25 kilometer van de finish trekt de wegkapitein flink door.
‘Luxeknecht’ Laurent Fignon springt mee om de belangen van zijn gelegenheidskopman Marie te behartigen. Ook Maarten Ducrot haakt aan en als laatste voegt Schurer zich bij de koplopers. Op de Gulpenerberg besluit Fignon zijn benen aan een laatste test voor het aanstaande WK in Chambéry te onderwerpen. Hij hijst zich uit het zadel en plaatst een versnelling. Als hij een minuut later achterom kijkt ziet hij alleen het van pijn verwrongen gezicht van De Rooij. Ducrot en Schurer moeten passen. Eendrachtig samenwerkend rijden de twee sterksten van de dag enkele minuten later Gulpen binnen. In de slotkilometer gelooft Fignon het wel. De Fransman dringt niet aan en gunt De Rooij de zege.
Nu is het voor Fignon te hopen dat Marie niet te veel tijd verliest. Zelf hoeft de tweevoudig Tourwinnaar niet eens zo veel goed te maken op zijn ploeggenoot om te winnen, maar hij weet dat er op de Gulpenerberg een Nederlander vlak achter hem reed met een betere uitgangspositie in het klassement. Inderdaad, Schurer. Die zou best eens roet in het Franse eten kunnen gooien. De Fries stond ‘s ochtends bij de start namelijk een aantal seconden voor Fignon. Bovendien levert de derde plek in de etappe vijf tellen bonificatie op.
In de afdaling naar Gulpen hebben Schurer en Ducrot zelfs tijd goedgemaakt op De Rooij en Fignon. Zo veel dat de renner van TVM aan de finish slechts één ding hoeft te doen om voor Fignon in het klassement te eindigen. Hij moet zijn wiel een fractie eerder over de streep drukken dan vluchtgenoot Ducrot en die vijf bonus-seconden oprapen. Dat moet geen lastige opgave zijn. Ducrot staat niet bekend om zijn sprinterskwaliteiten. Het is daarna weliswaar wachten op de exacte achterstand van Marie, maar Schurer kan zichzelf alvast een fraaie uitgangspositie bezorgen.
De volgers aan de finish weten het. Fignon ook. De televisiekijkers thuis. Iedereen. Behalve Schurer zelf. De ploegleiderswagen van Cees Priem zit klem achter het peloton op de Gulpenerberg en de oortjes hebben hun intrede in het peloton nog niet gedaan. Er is dus geen communicatie. En geen informatie. Schurer is aan zijn lot overgelaten. Hij zal toch wel zo eerzuchtig zijn om Ducrot van de derde plaats in de etappe af te willen houden?! Niet dus. Als de twee op de finish afkomen verkeert Schurer in de veronderstelling dat de beslissing al gevallen is. Hij laat lopen. Weg bonificatie. Vijf seconden lagen er klaar. Vier komt Schurer er te kort om Fignon in het klassement voor te blijven.
Vier tellen. Dat is één keer in- en uitademen. Een flinke slok koffie nemen en doorslikken. Meer niet. Als Marie even later de finishlijn passeert, blijkt Fignon zijn ploeggenoot nipt voor te blijven in het klassement met het minimale verschil van één enkele seconde. Voor Eddy Schurer zit er door de gemiste bonificatie niet meer in dan plek drie in de eindrangschikking. De TVM-renner kan wel janken. ‘Ik heb er nooit bij stil gestaan dat die derde plaats nog van belang zou kunnen zijn’, stamelt hij na de finish. Tsja, had iemand het onderweg naar Gulpen maar even in zijn oor kunnen fluisteren.