Wielercultuur

De onfortuinlijke laatste Tour van de vandaag (5 september) jarige Peter Winnen

Liefst dertig jaar lang mag Erik Breukink zich de drager noemen van ‘het laatste geel’. De dan voorlopige hekkensluiter in het rijtje van Nederlandse renners dat zich, al was het in sommige gevallen nog niet eens voor een hele dag, klassementsleider in de Tour de France heeft mogen noemen. Dertig jaar. Drie volle decennia. Een generatie. Zijn langverwachte opvolger, Mike Teunissen, die in 2019 ons land eindelijk weer eens een gele trui bezorgt, was bij lange na nog niet geboren toen Breukink op de openingsdag van de ronde van 1989 de proloog won in Luxemburg en kortstondig de macht greep.

Niemand die toen bevroedde dat het volgende geel zo’n enorme tijd op zich zou laten wachten. En eigenlijk had dat ook helemaal niet zo moeten zijn. Op de dag af precies een jaar na Breukinks huzarenstukje lag het volledig in de lijn der verwachting dat een andere Nederlander de gele trui zou mogen aantrekken. Het liep allemaal anders. John Lennon zong niet voor niets ‘life is what happens to you while you’re busy making other plans’. De hoofdrolspelers in de reconstructie van de gemiste leiderstrui in de Tour van 1990 zijn Frans Maassen, Jan Raas, een chauffeur van de NOS-televisie en Peter Winnen. Door een samenloop van omstandigheden, waarbij zij alle vier zijn betrokken, zal een Nederlander naast het geel grijpen.

15 augustus 1989. Na een maand lang met elkaar te hebben geflirt, zijn Peter Winnen en Jan Raas eruit. De tweevoudig Tourritwinnaar op L’Alpe d’Huez zal de overstap maken naar de nieuwe Buckler-ploeg van laatstgenoemde. De komst van zowel Steven Rooks als Gert-Jan Theunisse naar Panasonic, alsmede het feit dat ploegleider Peter Post Winnen op het laatste moment had gepasseerd voor de Tour van 1989, zorgen ervoor dat de Limburger zijn positie niet meer zeker is binnen de ploeg die hij zeven jaar lang – eerst als TI-Raleigh en vervolgens Panasonic – trouw is geweest. Winnen had ook naar het Spaanse Reynolds van Pedro Delgado en Miguel Induráin kunnen verkassen, maar hij kiest heel bewust voor een Nederlandse werkgever. Bovendien heeft Raas eigenlijk geen echte klimmer of klassementsrenner in zijn Buckler-ploeg, waardoor de nieuwe aanwinst automatisch de rol van kopman krijgt toebedeeld.

24 juni 1990. Winnen bekroont een sterk voorjaar in dienst van zijn nieuwe werkgever – hij werd onder meer elfde in Luik-Bastenaken-Luik en derde in Rund um den Henninger-Turm – met het behalen van de nationale titel. Op de Lange Raarberg bij Meerssen wint de Limburger voor het eerst in zijn carrière een eendagskoers . Twee ronden voor het einde rijdt hij weg uit een kopgroep met favorieten als Rooks, Breukink en Maassen. Die laatste is een Buckler-ploegmaat en schermt de vlucht van zijn provinciegenoot 25 kilometer lang perfect af. Tot de stomme verbazing van vriend en vijand mag outsider Winnen, die volgens velen in de herfst van zijn loopbaan is aanbeland, en al min of meer was afgeschreven wat betreft zijn kansen op aansprekende zeges, in het roodwitblauw naar de Tour. De wederopstanding van de Limburger doet onmiddellijk de vraag rijzen waartoe de in een uitstekende vorm verkerende renner in Frankrijk in staat zal zijn. In gedachte ziet ploegleider Raas zijn pupil al weer, net als in 1981 en 1983, L’Alpe d’Huez op vliegen.

29 juni 1990. Boem! Met een harde, doffe dreun klapt Winnen op het asfalt nabij Futuroscope. Tijdens het verkennen van de 6,3 kilometer lange proloog, die een dag later de ouverture zal zijn van de 77ste Tour, wordt de kersverse nationaal kampioen als een bowlingpin van zijn fiets gekegeld door een chauffeur van de NOS, die de renner totaal over het hoofd ziet in het dagelijks verkeer. Winnen valt op zijn linkerzijde, kneust zijn heupgewricht en verrekt een bilspier. De beste remedie om een dergelijke kwetsuur zo snel mogelijk de wereld uit te helpen is volstrekte rust, hetgeen een dag voor de Tourstart vanzelfsprekend ondenkbaar is. Met een van pijn verwrongen gezicht legt Winnen amper een etmaal na de onfortuinlijke botsing de proloog rond het futuristische attractiepark af. Meer dan een 159ste plaats, 54 seconden achter winnaar Thierry Marie, zit er niet in. Zowel Raas als Winnen zelf houden hun hart vast voor het verdere verloop van de Tour.

1 juli 1990. Na regen komt zonneschijn. Het gezegde is vooralsnog niet op Winnen van toepassing. Die rijdt ook de ochtendetappe rond Futuroscope verre van pijnvrij en heeft de hele rit lang de grootst mogelijke moeite aan te klampen bij het peloton. Voor Buckler en Jan Raas breken echter wel heldere zonnestralen door het donkere wolkendek, dat door de tegenslag van de kopman boven de ploeg is komen te hangen. Frans Maassen maakt niet alleen deel uit van een vier man sterke kopgroep, die van het peloton liefst tien minuten voorsprong cadeau krijgt, de Nederlander boekt op de tweede Tourdag direct een etappezege. Het geel moet hij weliswaar aan medevluchter Steve Bauer laten, die een betere proloog heeft gereden, maar de provinciegenoot van Winnen staat slechts twee tellen achter de nieuwe klassementsleider. Met diezelfde middag een ploegentijdrit in het vooruitzicht is de kans dat Maassen de leiderstrui zal grijpen meer dan reëel. Met tempobeulen als Jelle Nijdam, Gerrit Solleveld en Eric Vanderaerden is Buckler op papier vele malen sterker dan Bauers 7-Eleven-ploeg.

Er is echter een levensgroot probleem. Winnen hangt de gehele collectieve chronorace in het laatste wiel en zijn ploeggenoten moeten meermaals inhouden om hun gehavende kopman niet te lossen. Het dwingt Raas tot het maken van een lastige keuze. Laat hij zijn ploeg volle bak rijden om Maassen in het geel te krijgen, dan moet Winnen aan diens lot worden overgelaten en valt het nog maar te bezien of de Limburger de finish binnen de gestelde tijdslimiet bereikt. Of draagt hij zijn renners op Winnen op sleeptouw te nemen, met als negatief effect dat Maassen het geel zeer waarschijnlijk misloopt. Het wordt de tweede optie.

Buckler klokt, met Winnen aan boord, de achtste tijd en is even zoveel tellen langzamer dan 7-Eleven. Bauer behoudt het geel. Maassen vangt bot, omdat zijn ploegleider ervoor kiest de klassementsambities van Winnen, ondanks diens pijnlijke linkerheup, niet al meteen op de tweede Tourdag te verscheuren. Desondanks is de Tour van de renner die een week eerder nog in een bloedvorm verkeerde en Nederlands kampioen werd, zo goed als voorbij. Een manueel therapeut ten spijt, die nog enkele dagen verwoede, maar vergeefse, pogingen doet Winnen pijnvrij te laten fietsen, stapt de Limburger in de etappe naar L’Alpe d’Huez – uitgerekend de plek waar hij eerder tweemaal succes boekte – uit de Tour. Dankzij die vervelende samenloop van omstandigheden in Futuroscope, waar Peter Winnen tegen wil en dank een hoofdrol in vertolkte, zou Erik Breukink zich liefst drie decennia lang de laatste Nederlandse drager van het geel mogen noemen.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

De onfortuinlijke laatste Tour van de vandaag (5 september) jarige Peter Winnen

Wielercultuur

Hoe de vandaag (3 september) jarige Fem van Empel koos voor de fiets

Wielercultuur