Wielercultuur

De onfortuinlijke zege van de vandaag (21 oktober) jarige Ronny De Witte

Het hagelwitte stuk verband, waar het rode bloed steeds sneller doorheen lijkt te sijpelen om zich als een olievlek uit te spreiden, maakt van de huldigingsceremonie na afloop van de dertiende Giro-etappe van 1976 een ongemakkelijk ogend tafereel. Dat de renner, die slechts enkele minuten eerder, nog onwetend van de miserie die hem kort daarna zou overkomen, als eerste over de finish was gereden, überhaupt op het podium is verschenen en niet achter in een ambulance ligt om met loeiende sirenes naar het dichtst bij zijnde ziekenhuis te worden gebracht, is een mirakel op zich.

De officials, die namens de Italiaanse wedstrijddirectie de leiding hebben over de plechtigheden, zijn zichtbaar niet op hun gemak. Aan hun lichaamstaal is af te lezen dat ze niets liever zouden willen dan dat de huldiging zo snel mogelijk achter de rug is. Druk gebarend proberen ze duidelijk te maken dat alle betrokkenen moeten opschieten. De rode bloedvlekken beginnen zich steeds opzichtiger te tonen door het witte verband heen. Het impliceert automatisch dat het bloeden van de hoofdwonden van de ritwinnaar nog altijd niet is gestopt en dat hij het beste alsnog onmiddellijk kan worden afgevoerd naar een hospitaal.

Zelf lijkt het middelpunt van de belangstelling nauwelijks mee te krijgen wat er om hem heen allemaal gebeurt. Vreemd is dat niet. Het was immers een flinke klap die Ronny De Witte, totaal onverwacht, te verduren had gekregen, slechts enkele seconden nadat hij zich in de bergetappe naar Il Ciocco veruit de snelste had getoond van een vijf man sterke kopgroep en met beide handen hoog in de lucht over de meet reed. Uitzinnige vreugde draaide in een ultrakort tijdbestek precies 180 graden, om te transformeren in doffe ellende. De zo-even nog juichende renner lag plotseling hevig bloedend aan het hoofd op het Toscaanse asfalt.

Ineens was de behaalde ritzege bijzaak en ging de aandacht vanzelfsprekend uit naar de gezondheid van de onfortuinlijke Belg. Die werd echter, weliswaar voorzien van een groot stuk verband om zijn hoofd, waar het bloed zichtbaar doorheen sijpelde zodat hij meer bokser leek dan renner, wel eerst op het erepodium gehesen, alvorens naar het ziekenhuis te worden gebracht.

Als de dertiende Giro-etappe van 1976, een lastige bergrit over onder meer de Abetone en met aankomst op Il Ciocco – de laatste kilometer kent een gemiddeld stijgingspercentage van liefst 14% – op punt van beginnen staat, kan de ronde al niet meer stuk voor De Witte en zijn ploeggenoten. In de voorgaande twee weken hebben Roger De Vlaeminck, Patrick Sercu en Johan De Muynck tezamen liefst zeven keer gewonnen. Vaker wel dan niet dus, wanneer de Giro haar beslissende slotweek in gaat. Bovendien heeft de Brooklyn-ploeg met De Muynck een kanshebber op de eindzege in huis.

Het roze is weliswaar in handen van Felice Gimondi, de Belgen hebben snode plannen hem uit zijn leiderstrui te rijden. Vandaar dat De Witte in dienst van zijn kopman op de vier kilometer lange slotklim zijn uiterste best doet de concurrentie het leven zuur te maken. Jarenlang heeft de Belg zich weggecijferd om zijn met meer talent toegeruste landgenoten aan zeges te helpen.

In eerste instantie was Walter Godefroot de kopman in wiens dienst De Witte zich stelde. Later werd dat Freddy Maertens en sinds zijn overstap naar het Italiaanse Brooklyn, gesponsord door het gelijknamige kauwgommerk, dat volop koketteert met de stars-and-stripes uit de Amerikaanse vlag, waardoor velen ten onrechte denken dat het team uit de Verenigde Staten komt, is de loyale Belg de vaste luitenant van De Vlaeminck, maar ook De Muynck kan volop op zijn steun rekenen.

Desondanks heeft De Witte meermaals getoond zelf een afmaker te kunnen zijn. Zo staan er twee Touretappes op zijn palmares en kwam hij in 1974 als eerste over de finish in Luik-Bastenaken-Luik. Van die laatste overwinning kon De Witte nog geen maand genieten. Toen kwam er een kwade aap uit de mouw en bleek dat hij de monumentale klassieker op verboden middelen had gereden, waarna de zege hem vanzelfsprekend werd ontnomen.

De tegenslag van de een, kan het geluk van de ander zijn. Van Georges Pintens bijvoorbeeld, die dankzij de diskwalificatie van De Witte de zege in Luik-Bastenaken-Luik in de schoot geworpen kreeg. Maar twee jaar later is andermans miserie juist het fortuin van de knecht uit de Brooklyn-ploeg zelf. Op Il Ciocco krijgt kopman De Munyck in de slotfase te kampen met een onwelwillende ketting. De klassementsrenner moet een handvol meters en daardoor seconden prijsgeven, waardoor De Witte zelf om de dagzege mag strijden. Dat laat de trouwe knecht zich geen twee keer zeggen. Zijn benen voelen nog altijd goed en ondanks het stijgingspercentage is de slotklim precies kort genoeg voor de Belg om zijn inspanning vol te kunnen houden.

Met een laatste krachtige versnelling rijdt hij medekoplopers Wladimiro Panizza, Gianbattista Baronchelli en Fausto Bertoglio uit het wiel op de venijnige Toscaanse col. Meerdere meters is de voorsprong van De Witte, die met een brede grijns en beide handen hoog ten hemel geheven, om het karakteristieke Brooklyn-tricot nog maar eens uitgebreid aan de wereld te tonen, over de aankomstlijn rijdt. Daar springen de fotografen, luttele seconden nadat ze een plaatje hebben geschoten van de ritwinnaar, snel opzij om hem doorgang te bieden.

De wedstrijdofficial die zich in hun midden bevindt maakt echter geen plaats. Zoals een konijntje midden in de nacht op een verlaten weg aan het asfalt lijkt te zijn vastgeplakt wanneer de koplampen van een snel naderende auto opdoemen, staat de commissaris als verstijfd enkele meters achter de finish. De Witte ziet hem te laat en heeft bovendien zijn handen niet aan het stuur. Een uitwijkmanoeuvre maken zit er simpelweg niet in. De Belg kan geen kant op, klapt met zijn fiets vol op de onfortuinlijke man en maakt hardhandig kennis met het wegdek op Il Ciocco.

Pas na de podiumceremonie, die De Witte in verwarde toestand ondergaat, bovendien zit een van zijn ogen dicht en kan hij zich weinig van de slotmeters van de etappe en van de val herinneren, wordt hij naar het ziekenhuis vervoerd. Het hagelwitte verband dat de ronde-arts vlak voor de huldiging om zijn bebloede hoofd heeft gewikkeld, ziet inmiddels vuurrood. Diezelfde avond worden er liefst veertien inwendige en achttien uitwendige hechtingen gezet. Wie denkt dat de ritwinnaar vervolgens huiswaarts keert en een voortijdige punt achter zijn Giro zet, komt bedrogen uit. Ondanks dat zelfs zijn ploegleider het hem sterk afraadt, zit Ronny De Witte de volgende dag gewoon weer op de fiets om De Vlaeminck en De Muynck bij te staan. Een trouwe knecht verzaakt immers nooit.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

De onfortuinlijke zege van de vandaag (21 oktober) jarige Ronny De Witte

Wielercultuur

El Tarangu en de vandaag (20 oktober) jarige Lucien Van Impe

Wielercultuur