Foto filip bossuyt
Die ene pitstop in 2017: de vandaag 11 november jarige Dumoulin en zijn Giro triomf
Het is dat de Haagse cabaretier Sjaak Bral de titel Hurken In De Berm al bijna een kwart eeuw geleden gebruikte voor een van zijn theatervoorstellingen en een bijbehorend lied, maar anders zou het een uitstekende benaming zijn geweest om een van de meest memorabele momenten uit de carrière van Tom Dumoulin kort en bondig samen te vatten in niet meer dan vier woorden. Natuurlijk, de Limburger kent gedurende de elf seizoenen dat hij deel uitmaakt van het mondiale peloton tal van hoogte- en ook enkele dieptepunten, maar hoe speciaal die ook zijn, hij zal voor altijd verbonden blijven met die ene noodstop in de Giro van 2017. Terwijl de klassementsfavorieten zich in de zestiende etappe naar skioord Bormio opmaken om voor de tweede maal die dag de Stelvio op de rijden, ditmaal vanaf de Zwitserse kant, de Umbrailpas, zet de roze truidrager onverwacht de ronde op zijn kop en zorgt voor een plottwist, die een scenarioschrijver zou afdoen als te onrealistisch of absurdistisch om geloofwaardig te zijn. Het merkwaardige moment, het daardoor veroorzaakte kostbare tijdverlies en daardoor geheel onnodig spannende apotheose van de Italiaanse ronde maken de eindoverwinning van Dumoulin alleen maar legendarischer. Na het zuur komt het zoet en smaakt het vanzelfsprekend vele malen lekkerder. Alsof al niet bijzonder genoeg was dat een Nederlander voor het eerst de roze trui mee naar huis mocht nemen.
Korte daarvoor leek er nog geen vuiltje aan de lucht. Wielerminnend Nederland kampt in 2017 nog wel met het trauma van een jaar eerder. Toen leek Steven Kruijswijk lange tijd op weg naar de primeur van een Girozege voor een renner ‘van Dietschen bloet’, totdat de combinatie van een onachtzaam moment in de afzink van de Colle d’Agnello en een muur, opgetrokken uit ijzig koude en afschrikwekkend witte sneeuw, dat doorkruiste. Nu is Dumoulin hard op weg dit trauma twaalf maanden later weg te poetsen zoals je een vetvlekje van een raam boent.
Na een knappe derde plek op de Blockhaus, amper een halve minuut achter favoriet en voormalig Girowinnaar Nairo Quintana, maar voor diens belangrijkste uitdager Vincenzo Nibali, en een klinkende tijdritzege twee dagen later, had Dumoulin niet alleen het roze veroverd, maar ook meteen een royale voorsprong bemachtigd op zijn belangrijkste rivalen. Zij moeten in de tweede Girohelft stuk voor stuk meer dan twee minuten zien goed te maken op de verrassende Nederlander. Dumoulin had vooraf aangekondigd in de Giro voor het klassement te gaan. Na zijn zesde plek in de Vuelta van 2015 – pas op de voorlaatste dag werd de renner van Team Giant-Alpecin door Fabio Aru onttroont als klassementsleider – en een volgend jaar dat in het teken stond van de Olympische tijdrit – hielden slechts weinigen serieus rekening met een mogelijke kans op de eindoverwinning.
Die komt echter steeds meer binnen handbereik als Dumoulin vier dagen na zijn tijdritzege ook de veertiende etappe, een bergrit naar Santuaria di Oropa, wint. De Nederlander maakt hoogstpersoonlijk een aanval van Quintana onschadelijk, om vervolgens in het zicht van de finish al zijn concurrenten te snel af te zijn en een nieuwe dagzege te pakken. En dan wordt het dinsdag 23 mei. De dag van de koninginnenrit tussen Rovetta en Bormio over liefst 222 kilometer. Onderweg moeten niet alleen de Mortirolo en de Stelvio bedwongen worden, de laatste klim dient een tweede maal opgereden te worden, maar dan via de Zwitserse kant. Passo Umbrail luidt dan de benaming. Na het ronden van de top volgt een twintig kilometer lange afzink naar de aankomst. Door het ‘hurken in de berm’ wordt het niet alleen een gedenkwaardige etappe, maar ook een die, zeker met een oranje bril op, bloedstollend spannend zal blijken. Uit angst voor een hongerklop besluit Dumoulin onderweg een extra energiereep op te peuzelen, maar die zal hem nekken. Zoals een student door dat ene biertje te veel een nacht lang de porseleinen God moet aanbidden, is de maag van de roze truidrager niet gediend van overdadige voeding. Hevige krampen zijn het gevolg en dwingen Dumoulin kort voordat de weg omhoog begint te lopen in de remmen te knijpen, de berm in te snellen, zich in allerijl te ontdoen van broek en shirt en de lokale flora te bemesten.
Terwijl vooraan Nibali, Quintana en Mikel Landa uit alle macht proberen het tijdverschil met de onfortuinlijke Nederlander zo groot mogelijk te maken en tegelijkertijd de ritwinst op te eisen, moet de ontlaste en weer netjes aangeklede Dumoulin even later solo in de achtervolging. Ondanks dat hij aan de finish dik twee minuten verspeelt behoudt hij het roze, nipt, maar de Giro ligt plots weer helemaal open. Alsof er, net als een jaar eerder bij Kruijswijk, een vloek op een Nederlands eindzege rust. Helemaal wanneer Dumoulin het leiderstricot drie dagen later alsnog kwijt raakt aan Quintana en ook Nibali en Thibaut Pinot hem passeren in het klassement. De Italiaanse parcoursbouwers zijn de renner van Team Sunweb op voorhand echter gunstig gezind geweest en hebben als slotproef een bijna dertig kilometer lange tijdrit uitgerold. Die blijkt een kolfje naar Dumoulins hand. Tussen het autocircuit van Monza en Milaan stelt de Nederlander alsnog orde op zaken. Pinot, Nibali en klassementsleider Quintana zijn in de chronorace niet meer dan weerloze muisjes die door de Nederlandse roofvogel met huid en haar worden verslonden. Ondanks het ‘hurken in de berm’ stelt Tom Dumoulin de eerste Nederlandse Girozege veilig en dankzij dat merkwaardige incident onderweg wordt die overwinning nog net wat spraakmakender en glansrijker dan die gewoon al was geweest.
Foto filip bossuyt