Het is begin jaren negentig. In de beklimming van een kleine Franse col kom ik samen te rijden met een lokale toerfietser. Vol vuur vertelt de oude coureur over een heuse profrenner, die hier in de streek is opgegroeid. Veel begrijp ik niet van zijn spraakwaterval, maar een kreet die steeds terugkomt, als een soort mantra, is Tjeeboekjotimtochba.
Na een mooie afdaling komen we in Entraigues, een vrijwel uitgestorven bergdorpje. De opwinding van mijn reisgezel bereikt nu een hoogtepunt. Als een mitrailleur stort hij zijn zinnen over me uit. ‘Hier woonde hij! Bij zijn grand-mère! Tjeeboekjotimtochba! Grand mec! Sympathieke gast!’
Een paar weken later zit ik thuis voor de buis. Er is nog zo’n vijftig kilometer te gaan in de Touretappe naar de Alpe d’Huez. Alle klassementsrenners zitten rustig in het peloton en sparen zo hun krachten voor de gevreesde slotklim. Alleen één forsgebouwde coureur trekt zich daar niets van aan. Kilometerslang rijdt hij voor de troepen uit.
Verslaggever Smeets ziet het hoofdschuddend aan. “Wat een domme renner! Die maakt natuurlijk geen enkele kans om vandaag de etappe te winnen.”
Ik zit zwijgend voor de tv, maar kan een glimlach niet onderdrukken. Thierry Bourguignon van Team Toshiba komt langs het huis van zijn oma.
- Een domme renner - 09/06/2015
Leuk, maar dit is slechts een fragment van een veel groter verhaal. Thierry Bourguignon zat in 1991 in de Tourrit van Gap naar Alpe d’Huez in een kopgroep. Hij reed op de Cote du Metty vlak voor Corps weg uit de groep, maar zijn ploegleider riep hem tot de orde. Bourguignon gehoorzaamde. Hij viel daarna pas aan op de Col d’Ornon, maar werd in de klim naar Alpe d’Huez ingehaald. Bugno won, voor Lemond en Indurain. De dag daarna viel Bourguignon opnieuw aan, in een barre regenetappe naar Morzine. Hij werd toen tweede, achter Claveyrolat. Vloekend, waarschijnlijk op zijn ploegleider…