Bart Boom is teleurgesteld. En boos. Op zichzelf. In een sprint met twee om de zege in de Ronde van Overijssel van 1998 is hij zojuist verslagen door een renner met de naam Braikia. Dat is zijn achternaam, van voren heet hij Tayeb. ‘Een onbekende renner’ in de ogen van Boom die zich misschien wat beter had moeten voorbereiden. Of misschien had z’n ploegleider dat moeten doen. Onbekend oké, maar Braikia is de jaren ervoor in elk geval een meer dan goeie baanrenner.
Boom rijdt voor Giant-Lowik, de Nederlandse amateurploeg die de Overijsselse ronde als z’n thuisronde mag beschouwen. Alle renners van deze ploeg kregen, vertelt Boom aan een journalist, een vrije rol. In de finale blijft hij over met de renner met een on-Deense naam (z’n vader komt uit Noord-Afrika) die hem duidelijk de baas is.
Braikia blijft z’n wedstrijdjes winnen en rijdt zich een paar jaar later zich in de kijker bij grotere ploegen en krijgt een contract bij het Belgische Lotto. Een groot succes wordt dat niet, maar dat komt vooral door een zware val begin 2001.
Tijdens de eindspurt van de eerste rit van de ronde van Murcia raakt hij het achterwiel van de Oostenrijker Werner Riebenbauer en komt zwaar ten val. Een lange revalidatie volgt maar zwaar schouderletsel zorgde ervoor dat Braikia nooit meer terugkeerde in het wielerpeloton.
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Geef een reactie