Foto Sirotti
Fabio Parra is jarig! Hoe Fabio Parra op 1 seconde van de Vuelta werd beroofd
De Vuelta van 1989 en haar apotheose zijn in vele opzichten een thriller, waar menig auteur van spannende verhalen vol plottwists een puntje aan kan zuigen. Niet alleen in sportief opzicht. Als daags voordat het peloton Madrid bereikt de kruitdampen van een titanenstrijd tussen Pedro Delgado en Fabio Parra zijn opgetrokken, komt er nog een aap uit de mouw die het duel in een heel ander daglicht plaatst. Vierentwintig uur voor de slotetappe naar de Spaanse hoofdstad bereikt het gevecht tussen de Spanjaard en de Colombiaan haar climax. Negentien etappes lang hoeft Parra, die driekwart jaar eerder derde was geworden in de Tour en in Frankrijk alleen in diezelfde Delgado en in Steven Rooks zijn twee meerderen moest erkennen, niet bijster veel toe te geven op zijn Spaanse opponent. Tot zijn eigen verrassing had de Colombiaan ook in de twintigste etappe, een 47,5 kilometer lange race tegen de klok, op slechts twee dagen van het einde, veel minder tijd verloren dan hij vooraf had gevreesd. De geringe achterstand van nog geen minuut in het algemeen klassement biedt Parra volop kansen in de laatste bergetappe een gooi naar de eindzege te doen. Het is een ambitie die hij met grote graagte deelt met het aanwezige journaille. Vanuit Zuid-Amerika is de pers in groten getale naar Spanje gereisd. Slechts enkele jaren eerder hadden de Colombianen hun intrede gedaan in het peloton en dankzij Parra en met name landgenoot Luis Herrera had dat vrijwel direct tot veel succes geleid. Laatstgenoemde had niet alleen in 1985 in de Tour de bolletjestrui mee naar huis mogen nemen, een kleine twee jaar later had hij zich in de Vuelta laten kronen tot de eerste Colombiaanse winnaar van een grote ronde. Nu Parra vierentwintig maanden later zomaar die prestatie zou kunnen evenaren, staan de journalisten wederom in de rij om de volgende nationale volksheld aan hun publiek voor te stellen.
Precies volgens het boekje stuurt de groen-witte Kelme-brigade op de voorlaatste dag een helper vooruit om zijn kopman in de finale bij te staan. Omar Hernández, in de tweede week van de Spaanse ronde nog een tijd klassementsleider, mag ruim drie minuten pakken als de laatste scherprechter van de Vuelta van 1989, de Puerto de Navacerrada, nadert. Op de eerste hellende meters van de slotklim meent Parra een zwak moment bij zijn directe opponent te bespeuren en snelt ervandoor alsof hij zojuist uit een kanon is afgevuurd. In een moordend tempo dendert de ontketende Parra omhoog en passeert enkele achtervolgers op Hernández alsof ze fietstoeristen zijn. Op de top van de Navacerrada bedraagt de voorsprong van Parra op de groep Delgado 58 seconden. Het is precies één tel meer dan hij op de Spaanse klassementsleider dient goed te maken. Parra rijdt virtueel in het amarillo. Bovendien wachten in de afdaling ploeggenoot Hernández en de eveneens ontsnapte Alberto Camargo. Die rijdt weliswaar voor een andere ploeg, maar komt eveneens uit Colombia en is in ruil voor de ritzege van harte bereid zijn landgenoten te helpen en volle bak door te rijden. Delgado heeft niet meer dan een tiental, eerst dalende en vervolgens vlakke, kilometers tot de aankomst in Segovia – uitgerekend zijn eigen woonplaats – om zijn Vuelta te redden. De Spanjaard valt terug op een beproefde methode, die hem al eerder de eindzege bezorgde. Bondjes smeden.
De Vuelta van 1985 had Delgado uitsluitend kunnen winnen door zijn goede contacten in het peloton. Het enige verschil is dat hij toen de uitdager was, die Robert Millar uit de leiderstrui moest zien te rijden. Vier jaar later verdedigt Delgado het amarillo juist en moet hij de aanval van Parra onschadelijk zien te maken. In beide gevallen weet de Spanjaard binnen de kortste keren een minilegertje van trouwe krijgers voor zich te winnen om de kolen uit het vuur te halen. Destijds waren het voornamelijk Spanjaarden die in de voorlaatste etappe, toen toevallig genoeg ook uitgerekend naar Delgado’s woonplaats Segovia, de hulpeloze Millar in de tang namen. De helpers die hem vier jaar later van dienst zijn om de voorsprong van Parra in de hand te houden, zijn van een meer divers pluimage. De Fransman Jean-Claude Bagot, de Nederlander Luc Suykerbuyk en met name de Sovjet-Rus Ivan Ivanov wijden zich op de Navacerrada buitengewoon voorbeeldig aan het inperken van Parra’s opgebouwde marge, zodat Delgado het amarillo behoudt.
Waarom? Niemand die het weet. De ritzege is immers al buiten beeld. Feit is dat Parra door het achtervolgingswerk van het legertje vrijbuiters uiteindelijk niet meer dan 22 seconden van zijn achterstand van 57 tellen op Delgado goedmaakt en zo dus naast de eindzege grijpt. De volgende dag krijgt de apotheose in Segovia een staartje, dat Parra nog altijd een vieze smaak in zijn mond bezorgt wanneer hij er aan terugdenkt. Pal voor de start van de slotetappe naar Madrid krijgt Ivanov een envelopje toegestopt van Delgado. In spionagefilms gebeurt zoiets doorgaans in schemerige parkeergarages en worden de acteurs eerst in lange regenjassen gehesen en krijgen gleufhoeden opgezet, maar de Spanjaard overhandigt het kleinood doodleuk in het openbaar en wordt daarbij op heterdaad betrapt door een Colombiaanse cameraploeg. Als de, in het peloton als vrij gierig te boek staande, renner gevraagd wordt naar de inhoud, blijft hij stug volhouden dat de envelop slechts zijn huisadres bevat. En absoluut geen beloning voor bewezen diensten. Blijkbaar had Ivanov te kennen gegeven het stulpje van de Spanjaard dolgraag eens te willen komen bewonderen… Delgado moet de hele slotrit naar Madrid voortdurend twee fietslengtes prijsgeven op de renner voor hem, zo lang is z’n neus na die merkwaardige uitleg. Het incident loopt met een sisser af, maar Fabio Parra is het kind van de rekening die Delgado aan Ivanov betaalt om de Colombiaan van de Vuelta-winst af te houden.
