Gefeliciteerd, Didi Thurau! Het troetelkind van Peter Post is vandaag jarig (9 november 1954)
Zo af en toe had Peter Post een troetelkind. Een renner in wie de Amstelveense ploegbaas een dermate sterk geloof had dat er als vanzelf en haast ongemerkt een tunnelvisie ontstond, waar niet zelden een of meerderen van zijn andere kopmannen de dupe van werden. Vraag het de leden van de Nederlandse selectie, die in 1990 naar Azië wordt afgevaardigd om in Utsunomiya om de wereldtitel te strijden. Niet dat de oranje-delegatie veel te zoeken had aan de andere kant van de wereld of dat dat per se aan Post lag. De ploegleider van Panasonic is door de KNWU aangesteld om eenmalig het nationale keurkops aan te sturen, maar kan niet voorkomen dat al snel blijkt dat de Nederlanders, mede door het tijdverschil met Japan en het al daar heersende klimaat, er weinig van bakken in Japan. Alleen Erik Breukink heeft dusdanig veel eergevoel dat hij niet afstapt. De overige elf Nederlanders zitten al ruim voordat Rudy Dhaenens België de regenboogtrui bezorgt, gedoucht en in hun dagelijkse kloffie op het vliegtuig naar Europa te wachten. Post daarentegen heeft tijdens dat WK een heel andere prioriteit. Niet de Nederlandse wegploeg, maar een voormalig Sovjet-renner, die in Utsunomiya op de baan uitkomt, heeft nagenoeg het monopolie op de interesse van de ploegleider. Post is vaker op het velodroom van Maebashi te vinden waar zijn pupil annex troetelkind Vjatsjeslav Jekimov op weg is naar de wereldtitel achtervolging dan dat hij zich om zijn nationale selectie bekommert. Het bezorgt menig wielervolger een déjà vu. Dertien jaar eerder had Post ook al een lieveling in zijn ploeg, toen nog gesponsord door de voorganger van Panasonic, TI-Raleigh. De adoratie voor en het grenzeloze vertrouwen in Dietrich Thurau bezorgde de ploegleider destijds oogkleppen, die hem stekeblind maakten voor de kansen van een zijn andere kopmannen, Hennie Kuiper, om de Tour te winnen.
Net als Jekimov een dik decennium later is ook Thurau een erkend hardfietser, die uitblinkt op de baan. Dat was, nog wat langer geleden, ook het domein waar Post ooit zelf de prijzen aan elkaar reeg. Vandaar dat de interesse van de voormalig Zesdaagse-koning snel gewekt is wanneer de nog maar 19-jarige West-Duitser zich samen met drie landgenoten kroont tot wereldkampioen ploegenachtervolging bij de amateurs. Behalve een regenboogtrui krijgt Thurau ook een fraai contract bij de op dat moment nieuwe TI-Raleigh-ploeg, die Post met Engels sponsorgeld uit de grond heeft gestampt. Onmiddellijk toont de uit Frankfurt am Main afkomstige renner ook op de weg op het allerhoogste niveau met de besten te kunnen strijden om de knikkers. In zijn eerste volwaardige seizoen tussen de profs wordt de piepjonge Thurau onder meer zesde in Parijs-Nice en achtste in de Amstel Gold Race. Bovendien strijkt hij meteen de West-Duitse nationale titel op. Voor de Tour vindt Post zijn pupil nog te jong, maar als het troetelkind het jaar nadien in de Vuelta kennismaakt met het grote rondenwerk, in Spanje liefst vijf etappes wint, waaronder de proloog en de 32 kilometer lange afsluitende tijdrit, en uiteindelijk als vierde in de eindrangschikking opduikt, kan de ploegleider niet wachten om het jonge talent ook naar Frankrijk te sturen. Dat TI-Raleigh in de vorm van Kuiper nog een klassementsrenner in haar gelederen heeft, één die bovendien, in tegenstelling tot Thurau, zijn kwaliteiten in het hooggebergte al lang heeft getoond, lijkt Post voor het gemak even te zijn vergeten. De bedeesde en vaak zwijgzame en teruggetrokken Nederlandse renner is in 1976 uitgevallen in de Tour en enkele maanden eerder in de Vuelta zesde geworden, twee plekken achter zijn Duitse ploeggenoot. Het is een mogelijke verklaring voor de ‘black-out’ bij Post als het gaat om het bepalen van de pikorde binnen zijn sterrengilde.
Thurau luistert zijn Tourdebuut bovendien op de eerste dag onmiddellijk op door in Fleurance de vijf kilometer lange proloog als snelste af te raffelen en zijn werkgever meteen het geel te schenken. De Zuid-Franse start, niet ver van de Spaanse grens, heeft de parcoursbouwers er toe gedwongen al in de eerste dagen de Pyreneeën in te gaan. Die keuze, gecombineerd met het succes van zijn oogappel, verleidt Post ertoe zijn gehele ploeg in het hooggebergte in dienst van Thurau te stellen. Het plaatst Kuiper in een lastige positie, met verstrekkende gevolgen als de Tour drie weken later Parijs bereikt. De Tukker is er echter de persoon niet naar met de vuist op tafel te slaan en met enkele niet mis te verstande krachttermen een beschermde status af te dwingen bij zijn ploegleider. Kuiper voert braaf uit wat hem opgedragen wordt. Geletruidrager Thurau kent onderweg naar Pau op zowel de Tourmalet als de Aubisque meerdere moeilijke momenten, maar behoudt met de hulp van Kuiper de aansluiting bij een groep klassementsfavorieten. Zij bouwen in de Pyreneeën een monsterlijke voorsprong op de rest van het peloton op, waardoor er na slechts twee etappes nog maar veertien renners zicht op het geel van Thurau hebben. Die schrijft, als dank voor de hem door Post en Kuiper geboden steun en ondanks een buitengewoon lastige dag, zelfs de etappe op zijn naam. In de vlakke slotkilometers van de bergetappe geeft hij het gehele elite-groepje het nakijken in de beslissende sprint. Uiteindelijk zal de West-Duitser het geel liefst twee weken vasthouden, maar als de Alpen opdoemen blijkt de Tour toch nog net wat te hoog gegrepen voor Thurau. De klimtijdrit naar skioord Avoriaz wordt het Waterloo van Posts troetelkind als klassementsleider. Ritwinnaar Joop Zoetemelk dendert liefst twee en een halve minuut sneller omhoog en ook de andere favorieten, Kuiper incluis, nemen een ferme hap tijd ten opzichte van de gele truidrager. Die moet het kleinood na afloop van de etappe afstaan aan Bernard Thévenet. Twee dagen later krijgt Thurau op weg naar L’Alpe d’Huez de genadeklap. Terwijl uitgerekend ploegmaat Kuiper de etappe wint, kruipt de West-Duitser, volop grimassen trekkend en haast scheel kijkend van ellende, naar boven. Hij zal ruim twaalf minuten verliezen. De introverte Nederlander neemt de tweede plaats in het klassement van hem over en moet nog maar acht tellen ten opzichte van Thévenet overbruggen. Op dat moment gaat het vraagstuk waar hij die paar seconden precies heeft laten liggen vanzelfsprekend aan de Nederlander knagen. Tuurlijk, deels op L’Alpe d’Huez, waar Kuiper al voor de finish zijn ritzege viert in plaats van door te trappen en nog net wat meer tijdwinst te boeken, maar ook in de Pyreneeën, waar hij zich volop wegcijferde in dienst van zijn ploeggenoot. Om het leed achteraf, voor zover mogelijk, iets te verzachten; Thurau zal na zijn nederlaag nog een tijdritzege boeken en de Tour als vijfde eindigen. Kuiper wordt tweede achter Thévenet. Achtenveertig tellen komt hij uiteindelijk te kort. Of de Nederlander de ronde wellicht zou hebben gewonnen als ploegleider Post niet eerst ruim twee weken lang verblind was geweest door zijn liefde en bewondering voor troetelkind ‘Didi’ Thurau, blijft voor altijd een vraag.
Vond je dit een tof artikel? Abonneer je dan op onze nieuwsbrief voor het laatste nieuws d
