Na alle dopingschandalen die het wielrennen de afgelopen jaren teisterden, met als dieptepunt de Armstrongsaga, is het moeilijk de renners onvoorwaardelijk te geloven. Dat heeft de wielerwereld over zichzelf afgeroepen, dus verwondering of boosheid past de renners niet.
Naast de wielerwereld zelve, heeft ook het vertrouwen in de wielerjournalisten een flinke deuk opgelopen. Gemakshalve wordt hen verweten dat ze met zijn allen niks hebben gezien, dan wel dat ze hebben gezwegen over wat ze wel zagen, dat alles ter meerdere eer en glorie van de (romantiek van de) wielersport en de verhalen die zij erover schreven. Dat de wielerjournalisten zelfreflectie past nu vast is komen te staan dat de wielerwereld de boel heeft belazerd, behoeft geen betoog. Maar om nu te stellen dat de journalisten alles wisten dan wel hadden behoren te weten, gaat te ver. Nog afgezien van het feit dat een deel van hen niet echt journalist is maar verslaggever, valt te betwijfelen of ze alles te weten hadden kunnen komen. Ondanks dat waren er journalisten die wel met bewijzen kwamen, en ja, verklaringen van getuigen die de dopingovertredingen zelf hadden waargenomen of van de overtreders zelf hadden vernomen, zijn aan te merken als bewijs, dus ook zonder de bekentenis van Armstrong was “beyond reasonable doubt” dat hij zich zo goed als heel zijn carrière lang had gedrogeerd. Veel fans keken bij deze informatie echter ook weg en schuiven de schuld nu alsnog op de wielerjournalisten.
Dat een journalist na al die gebeurtenissen renners niet zomaar meer klakkeloos gelooft, evenmin als wij liefhebbers dat doen, is evident. Dat bij (meer dan) uitstekende prestaties nog meer twijfel rijst, is logisch. Ook ik heb met verbazing de prestaties van “opa” Horner in de Vuelta aanschouwd en kreeg er een ongemakkelijk gevoel bij. Maar ik ben geen wetenschapper. Hoe (on)mogelijk zijn prestaties zijn, kan ik dus niet beoordelen. Maar hoewel Horner jarenlang onder Bruyneel heeft gefietst (zij het pas vanaf 2008) en ook bij het dubieuze Saunier-Duval, werd Horner zelf nooit genoemd bij een van de dopingschandalen (zij het dat achteraf twijfelachtige links worden gelegd). Ik ben wel een jurist en ik huldig van harte het uitgangspunt dat eenieder voor onschuldig wordt gehouden totdat zijn schuld is komen vast te staan.
Dat een wielerjournalist niet meer blind juicht, is dus terecht. Dat die journalist nu eerder op onderzoek probeert te gaan, is ook logisch. Maar dames en heren wielerjournalisten, telkens aan een renner vragen of hij doping heeft gebruikt om zijn prestaties te verbeteren en bij een ontkennend antwoord, hoe vreemd (zelf ironieteken invoegen), de vraag nog een aantal keer herhalen en dat iedere wedstrijd opnieuw, is géén onderzoeksjournalistiek noch goede gewone sportjournalistiek (wie de schoen past, trekke hem aan). Het duidt slechts op een gebrek aan competenties om het vak (sport)journalist goed uit te voeren. Beperk je tot verslaggeving of het schrijven van verhalen als dat je vak is, zoek een andere baan of volg een cursus onderzoeksjournalistiek bij Bob Woodward en Carl Bernstein. Maar houd alsjeblieft op met die tenenkrommende, nietszeggende en niets opleverende vraag: “Heb jij doping gebruikt?”
- Geloof, vertrouwen, vraag en antwoord - 18/09/2013
- Natrappen met de Rabobank - 28/02/2013
- Pamperen - 03/12/2012
Geef een reactie