Dikke druppels kletteren neer op een ijskoude rennershuid en stuiteren door de kracht waarmee ze naar beneden vallen een halve millimeter terug om vervolgens langs een vermoeid lijf omlaag te glijden. Het zijn niet bepaald de eerste waterdruppels die de renners vandaag over zich heen krijgen. In tegenstelling tot de stortvloed die Moeder Natuur de afgelopen uren over het peloton neergooide, heeft het water nu echter een aangename temperatuur en belandt, na van het lichaam af te zijn gegleden, niet op Italiaans asfalt, maar verdwijnt keurig in een afvoerputje. Zelden werd een douche door de verkleumde renners warmer verwelkomd dan op 17 maart 2013. Nooit stonden ze met een meer diffuse gemoedstoestand onder de straal dan op deze ijskoude zondag. Zodra het warme water de lichaamstemperatuur weer enigszins heeft weten te herstellen, beginnen gevoelens van onzekerheid, nervositeit en wedstrijdspanning de overhand te nemen. Is de douche normaal gesproken een plaats waar een renner kan recupereren en ontspannen omdat de koers voorbij is, nu is Milaan-Sanremo nog niet eens halverwege. Slechts 117 kilometer is er afgelegd als de wedstrijdleiding besluit dat het niet langer kan en een voorlopig einde maakt aan de, door steeds heviger wordende regen- en sneeuwbuien geteisterde, koers.

Ruim een uur eerder is gebleken dat de traditionele eerste scherprechter van de dag, de Passo del Turchino, door de vers gevallen sneeuw nagenoeg onbegaanbaar is. In ieder geval per fiets. Waar de volgerskaravaan in de ochtenduren de sneeuw op de bergpas nog had kunnen trotseren, zijn de beklimming en met name de afzink na de top in korte tijd getransformeerd in een ijzige sneeuwpiste die Italiaanse alpine skiërs als Dominik Paris en Christof Innerhofer onmiddellijk in vervoering brengt, maar die met slechts twee smalle racebandjes onder lijf en leden simpelweg te gevaarlijk is. En dus is besloten het voltallige peloton te sommeren in de remmen te knijpen en de teambussen op te zoeken. In afwachting van óf en, zo ja, op welke manier de koers wordt hervat zijn de renners een voor een onder de in de bussen aanwezige douches gesprongen om met het warme water de koude, die op een venijnige manier thermokledij, overjassen, arm- en beenstukken heeft weten te doorklieven en tot op de botten is doorgedrongen, te verdrijven. Milaan-Sanremo mag dan ‘La Primavera’ worden genoemd, ‘de lente’, deze editie kan zonder overdrijving ‘L’Inverno’ worden gedoopt, ‘de winter’.

Grijs en grauw is de lucht boven Milaan als op de derde zondag van maart tegen tienen in de ochtend een kleine tweehonderd renners samenklonteren op het Piazza Castello. Alsof Dolce & Gabbana, Versace of een ander in de Italiaanse modehoofdstad gevestigd merk speciaal voor deze dag een donkergrijs maatpak heeft ontworpen en het precies boven het plein in het hart van Milaan heeft gespannen, om de start een zo duister mogelijke sfeer mee te geven. Sneeuwen doet het nog niet, maar de lichte doch gestaag neervallende regen maakt het wachten op het startschot verre van aangenaam. De temperatuur komt niet meer dan een schamele zes graden boven het vriespunt uit. Het wemelt in het peloton van de mutsen en handschoenen. Wie niet beter weet zou kunnen denken dat het hartje winter is en er ieder moment een veldrit over bevroren bospaden van start zal gaan. Al lijkt lang niet iedere renner zich bewust van de barre weersomstandigheden. Zo staat favoriet Tom Boonen doodleuk in een korte koersbroek aan het vertrek. ‘Beenstukken regenen toch alleen maar nat’, luidt het verweer van de Belg als zijn collega’s meesmuilend informeren of Boonen niet per ongeluk zijn warmere kledij is vergeten of zich heeft vergist in hoe zeer maart zijn staart kan roeren.

Neutralisatie

Mogelijke neutralisatie van de doorkomst op de Passo del Turchino is op dat moment nog slechts een gerucht, dat zacht door het peloton zoemt als een bescheiden bijtje op zoek naar nectar. Echt serieus nemen de renners het niet. Geen van hen heeft eerder een soortgelijke situatie meegemaakt. Wel valt het op dat de wedstrijdleiding haast heeft om haar klassieker in gang te schieten. Immers, hoe langer er gewacht wordt, hoe groter het gevaar dat de weergoden hun kans zullen grijpen en de Turchino met een steeds dikker wordende laag sneeuw bedekken. Des te moeilijker zal het worden om de oudste van alle beklimmingen in Milaan-Sanremo – de Turchino maakt sinds 1907 deel uit van het parcours en werd tot 2013 alleen in 2001 en 2002 gemeden vanwege een aardverschuiving – nog volgens plan te laten verlopen. Bovendien staat het voltallige peloton te springen om de steeds kouder wordende spieren en ledematen door middel van wat eerste inspanningen te kunnen verwarmen.

Een zestal koukleumen gaat het in de eerste kilometers van de 104de editie van Milaan-Sanremo alvast niet snel genoeg. Lars Bak, Diego Rosa, Pablo Lastras, Matteo Montaguti, Maxim Belkov en Filippo Fortin maken zich, met de Milanese stadsgrenzen op de achtergrond nog in zicht, al na dertien kilometer koers los van hun collega’s en raffelen in een krap uur tijd een slordige 46 kilometer af. Het peloton heeft voor diezelfde afstand ruim tien minuten langer nodig. Terwijl de regen, die in het eerste uur boven de rennershoofden neerdaalde, is overgegaan in natte sneeuw en vervolgens in witte vlokken die blijven liggen, sijpelt het nieuws van een onbegaanbare Turchino in het peloton door als een juice-vlog van Yvonne Coldeweijer in de showbizzwereld. Omstreeks half twaalf, als er iets meer dan vijftig kilometer is verreden, dringt de officiële bevestiging van de neutralisatie door. In een mum van tijd is iedereen op de hoogte en slaan gevoelens van onzekerheid en frustratie toe. Tijd om een omleiding of alternatief te bedenken heeft de Italiaanse wedstrijdleiding niet meer. Te lang is, tegen beter weten in, gehoopt dat de vaste route naar de Ligurische kust gevolgd kon worden, maar veiligheid van renners en volgers gaat vanzelfsprekend voor alles. Op taferelen die ruim een eeuw eerder plaats vonden tussen Milaan en Sanremo zit niemand te wachten.

Helletocht

Al bij de eerste de beste sneeuwvlok, die haarscherp door de Italiaanse televisieregisseur in beeld werd getoond, diepten commentatoren de helletocht op die Milaan-Sanremo in 1910 was geweest. Op wegen die lang niet zo goed berijdbaar waren als nu, fietsen die vele kilo’s zwaarder waren en bovendien geen versnellingen hadden, in wollen koerstruien en begeleid door niet veel meer dan een trainer die voor de start iets als ‘zie maar’ had geroepen, diende het peloton in de vierde editie van ‘La Primavera’ ook al de gebruikelijke 290 kilometers af te leggen van Milaan naar de stad die nog bekender is van het jaarlijkse zangconcours dan van deze klassieker. Sanremo dus. Nou ja, peloton. Niet meer dan 63 doorzetters durfden het aan om in 1910 onder erbarmelijke weersomstandigheden op de fiets te klimmen. De extreme kou, maar met name ook de sneeuw die op sommige delen van de route meer dan dertig (!) centimeter dik op de weg lag, zorgde dat liefst 59 renners de finish niet zouden bereiken.

Slechts drie Italianen en een Fransman hielden stug vol en haalden na meer dan een half etmaal onderweg te zijn geweest de aankomstlijn. Een prestatie die dermate indrukwekkend is dat de namen van die vier helden van 1910 niet noemen daar alleen maar onterecht afbreuk aan zou doen. Giovanni Cocchi, Giovanni Marchese en Enrico Sala vormden het trio Italianen, dat klop kreeg van de vierde bikkel. Die uit Frankrijk. Eugène Christophe. Stuk voor stuk onderbraken zij hun helletocht onderweg om bij mensen langs de route in huis te schuilen voor de hevigste sneeuw, hun door de kou bevangen lijf op te warmen en met een kop soep of thee aan te sterken voor het vervolgen van hun weg. Eugène Christophe haalde na twaalf en een half uur, verdoofd door de vrieskou en de extreme inspanning, de finish, waar hij tot zijn eigen ontsteltenis als winnaar werd onthaald. In het beestenweer had de Fransman een verkeerde afslag genomen en geen flauw benul dat hij aan de leiding reed, met meer dan een uur voorsprong op zijn naaste belagers. Het lichaam van Christophe was dermate onderkoeld dat hij na die extreme koers een maand in het ziekenhuis moest blijven om te herstellen van de klappen die de weergoden op zijn fysiek hadden aangebracht. Pas twee jaar later zou hij zich eindelijk weer net zo voelen als voor die vreselijke dag.

Bevriezingsverschijnselen

Hoewel ze de gebeurtenissen in 1910, net als ieder ander ruim honderd jaar later, alleen uit de overlevering kennen, schiet het verhaal van Eugène Christophe bij het aanschouwen van de besneeuwde wegen in aanloop naar de Passo del Turchino ook door het hoofd van de wedstrijdleiding. In de vorige eeuw was immers diezelfde Turchino de plaats waar de meeste uitvallers konden worden genoteerd. De, op dat moment, twee meest recente winnaars van Milaan-Sanremo, Cyrille van Hauwaert en Luigi Ganna, stapten er destijds af. Eerstgenoemde, in 1908 nog de winnaar, lag zelfs wederom aan de leiding toen hij in de afzink van de Turchino noodgedwongen moest opgeven. De steeds heviger wordende bevriezingsverschijnselen belemmerden hem simpelweg de trappers van zijn fiets nog langer rond te draaien. Zulke taferelen zouden in 2013 vanzelfsprekend als onmenselijk worden bestempeld en dus rest de leiding van de 104de editie van Milaan-Sanremo niets anders dan de renners in te lichten dat er na 117 kilometer koers, in Ovada, halt zal worden gehouden en de ploegbussen opgezocht dienen te worden. De buschauffeurs zijn kort daarvoor al ingeseind zich naar het iets meer dan tienduizend inwoners tellende stadje te spoeden om de verkleumde renners op te vangen. De laatste kilometers naar Ovada, in de regio Piëmont, bieden het peloton onder aanvoering van de knechten van Peter Sagan (Cannondale) en Vincenzo Nibali (Astana) de gelegenheid nog snel een tussensprint in te zetten. Als de koers hervat wordt zullen de vluchters immers hun opgebouwde voorsprong terugkrijgen. Elke seconde die in extremis gewonnen kan worden scheelt na de herstart. In krap tien kilometer wordt nog snel anderhalve minuut van de bonus van de zes afgesnoept. De chronometers klokken bij het binnenrijden van Ovada een tijdverschil van zeven minuten en tien seconden.

Terwijl in de bussen de douchekranen worden opengedraaid en de renners een voor een het warme water ruim baan geven om de vrieskou uit hun lijven te verdrijven, als ware het de duivel in hoogst eigen persoon, buigt de koersdirectie zich over het vervolg van de wedstrijd. Niet alleen de Passo del Turchino blijkt onbegaanbaar, ook het volgende obstakel op weg naar Sanremo, Le Mànie, is niet op een verantwoorde manier op en vervolgens weer af te rijden. Na ampel beraad wordt de chauffeurs van de teambussen verzocht het kustplaatsje Cogoleto in hun GPS-systemen te zetten. In het stadje aan de Ligurische Zee zal Milaan-Sanremo twee uur na de onderbreking worden hervat. Een slordige veertig kilometer ten zuiden van Ovada sneeuwt het weliswaar niet, maar de regen valt uit de lucht alsof het nooit meer droog zal worden. Tientallen renners laten het comfort van een warme bus prevaleren boven een nieuwe aanslag op hun fysieke gestel en besluiten niet meer op de fiets te stappen.

De bekendste naam die zijn koerstenue niet meer aantrekt na een warme douche is de renner die enkele uren eerder, bij de start in Milaan, nog hartelijk werd uitgelachen toen hij in korte broek aan de start verscheen. ‘Abbandonare Boonen’, klinkt het op de wedstrijdradio. De Belgische oud-wereldkampioen kampt niet alleen met bevriezingsverschijnselen, maar geeft in de gretig onder zijn neus geduwde microfoons van journalisten ook te kennen met zijn opgave een statement te willen maken aan het adres van de organisatie. Die had in de ogen van Boonen de wedstrijd überhaupt niet van start moeten laten gaan onder deze omstandigheden. In de optiek van de kopman van Omega Pharma-Quick Step had de start beter direct naar Cogoleto verplaatst kunnen worden en kun je dezelfde koers nu eenmaal nooit twee keer starten. Ook andere renners doen hun beklag, evenals ploegleiders. Erik Dekker, die achter het stuur zit van de volgwagen van de Nederlandse Blanco-ploeg, meldt dat meerdere van zijn renners voor de neutralisatie kilometers lang huilend op hun fiets hebben gezeten. Zijn Belgische collega’s Wilfried Peeters (Omega Pharma-Quick Step) en Marc Sergeant (Lotto-Belisol) reppen in de diverse media eveneens van huilende renners met stijf bevroren ledematen. Milaan-Sanremo is in meerdere opzichten steeds meer gaan lijken op het in de winter van 2013 populaire televisieprogramma Expeditie Poolcirkel, een ijzige variant op de langer lopende en succesvollere survivalshow Expeditie Robinson.

Herstart

Waar de sneeuw op de Turchino door de vrieskou voorlopig nog niet zal smelten, doet de voorsprong van het zestal koplopers dat na de herstart wel. Bak, Rosa, Lastras, Montaguti, Belkov en Fortin rijden om klokslag drie uur met hun teruggekregen voorsprong van zeven minuten en tien seconden weg uit Cogoleto om aan de resterende 130 kilometer naar Sanremo te beginnen. Onder aanvoering van de treintjes van Cannondale, Omega Pharma-Quick Step en Sky leveren ze in de twee koersuren die volgen langzaam maar zeker hun gehele voorsprong in. Vincenzo Nibali is, net als een aantal anderen, dan al in de bezemwagen gestapt. De Italiaan besluit zijn verdere voorseizoen niet op het spel te zetten. Intussen barst op de flanken van de Cipressa de strijd los. Met name Philippe Gilbert schudt met nog twintig kilometer te rijden stevig aan de boom. De Belg dunt in de afdaling de voorste gelederen uit tot slechts enkele tientallen ijzervreters, die zich niet op de huid laten zitten door de weergoden en hun grillen. Terwijl de regen de renners pest door net op het moment dat het lijkt of de ergste nattigheid achter de rug is opnieuw een plens hemelwater omlaag te storten, is het op weg naar de Poggio Sylvain Chavanel die de aanval kiest. Nadat de Fransman met een elitegroepje is aangesloten bij Gilbert, trekt hij vrijwel meteen door. Alleen Eduard Vorganov en Ian Stannard kunnen volgen. Zodra zijn twee metgezellen beurtelings korte tempoversnellingen plaatsen teneinde alleen weg te komen, moet Vorganov loslaten. Op de door olijfbomen omgeven Poggio is een metafoor van een overrijpe olijf die door een boer met een korte, snelle beweging van een tak wordt geschud, gauw verzonnen.

Als Chavanel en Stannard bovenop de Poggio linksaf slaan naar de Via Val d’Olivi om de laatste vijf en een halve kilometer naar de aankomstlijn in Sanremo in te zetten, zijn niet ver achter hen vier belagers op komst. De twee grootste favorieten, Peter Sagan en Fabian Cancellara, zijn zich tijdig van het gevaar bewust geworden. In de laatste hectometers van de Poggio hebben ze hun duivels ontbonden en de jacht op het duo aan kop geopend. Alsof ze op een bagagedrager zitten sluipt een tweetal renners mee met Sagan en Cancellara. De een is Luca Paolini, de Italiaanse klassiekerspecialist die al tweemaal derde werd in Milaan-Sanremo en een maand eerder nog de Omloop Het Nieuwsblad won. De kopman van Katusha was enkele honderden meters eerder de eerste van de favorieten, na een mislukte achtervolgingspoging van Luik-Bastenaken-Luik-winnaar Maxim Iglinsky dan, die de lont in het kruitvat stak. Onmiddellijk doken Sagan en Cancellara op het achterwiel van de Italiaan, met in hun kielzog een in geelzwart gehulde outsider. Wie vooraf had voorspeld dat uitgerekend hij met gemak in het wiel van de topfavorieten de Poggio op zou snellen, zou voor gek zijn verklaard. Niet alleen door het geringe palmares van de man in kwestie, maar ook door de ploeg waarvoor hij uitkomt. Gerald Ciolek is de naam. Een Duitse krachtsprinter, rijdend in het geelzwarte tenue van het pro-continentale team MTN-Qhubeka uit Zuid-Afrika.

Tweede lijn

Volgers die in de slotkilometers van Milaan-Sanremo nog snel het palmares van Ciolek willen doornemen, redden dat met het grootste gemak zonder meer dan enkele seconden van de koers te hoeven missen. De Duitser is in zijn eerste profjaar in 2005 weliswaar direct nationaal kampioen geworden door in een sprint onder anderen Erik Zabel te verslaan, de overwinningen die de inmiddels 26-jarige Keulenaar nadien boekte hadden vooral plaats in eigen land. Rondes van Nedersaksen, Rheinland-Pfalz, Neurenberg, Beieren; Ciolek pikte er regelmatig een ritje mee, net als in Oostenrijk en Hongarije. Op het hoogste niveau is de Duitser echter, zoals dat zo mooi heet, een sprinter uit de tweede lijn. Al kan hij een fraai lijstje top 10-klasseringen in massasprints overleggen en in de jaren 2008, 2009 en 2010 is Ciolek meermaals akelig dichtbij een ritzege in de Tour de France. Telkens moet hij echter toch zijn meerdere erkennen in de renners met de grootste turbodijen van het peloton en strandt hij op een ondankbare tweede of derde plek. Slechts een keer weet de Duitser het tij te keren. Voor even. In de eerste Vuelta-etappe van 2009, die tussen Assen en Emmen, is Gerald Ciolek zowaar de snelste van het hele pak. Precies op het moment dat Gregory Henderson, de leadout-man van André Greipel, zijn topsnelheid verliest zet Ciolek met een korte stuurbeweging naar links zijn eindspurt in. De Duitser lijkt iets te vroeg aan te gaan, maar verrast met zijn versnelling niet alleen Tyler Farrar, die hetzelfde als Ciolek van plan was en nu simpelweg te laat blijkt, ook Fabio Sabatini en Roger Hammond hebben het nakijken in Drenthe, evenals Greipel. De landgenoot van Ciolek is het wiel van gangmaker Henderson al eerder kwijt geraakt en verspeelt daardoor zijn kans op de etappewinst. In het spurtersgeweld in Emmen houdt Ciolek knap stand en boekt zijn tot dan toe grootste zege.

Na een aantal jaren de bonte kleuren van topploegen als Telekom, High Road/Columbia, Milram en tot en met 2012 Omega Pharma-Quick Step te hebben verdedigd, is Gerald Ciolek in het nieuwe jaar overgestapt naar een team dat een treetje lager opereert. De door de Zuid-Afrikaanse ex-renner Douglas Ryder – zijn voornaamste wapenfeit op de fiets is deelname aan de Olympische Spelen van 1996, waar hij als 61ste finisht – opgerichte ploeg is een voortzetting van enkele van diens eerdere initiatieven. Al tijdens zijn actieve carrière runt Ryder met financiële injecties van onder meer softwaregiganten IBM en Microsoft Zuid-Afrikaanse ploegen. In zijn laatste jaar als renner is hij met telecomprovider MTN weer een nieuw team begonnen. Als Ryder niet veel later zijn fiets aan de wilgen hangt gaat hij zich volledig richten op het managen van de ploeg, die op spaarzame uitzonderingen na volledig uit Zuid-Afrikanen bestaat. De broers Jacques en Reinhardt Janse van Rensburg bijvoorbeeld, Daryl Impey en in 2013 is Louis Meintjes een van de nieuwkomers in de ploeg, die inmiddels MTN-Qhubeka is gaan heten. Niet dat Qhubeka een cosponsor is. Integendeel. Het is een charitatief project in Zuid-Afrika dat kinderen en volwassenen fietsen schenkt om mee naar school of werk te kunnen gaan. De geldstroom loopt dan ook niet van Qhubeka naar de ploeg, maar precies in tegengestelde richting.

Wildcard

Omdat het met louter Zuid-Afrikaanse renners in het geelzwarte tenue schier onmogelijk is om internationale wedstrijden te rijden, laat staan grote koersen, besluit Ryder om voor 2013 enkele Europeanen aan te trekken zodat zijn ploeg de pro-continentale status kan bemachtigen en aanspraak kan maken op wildcards voor een aantal belangrijke wedstrijden. Een van de renners die Ryder weet te verleiden zijn handtekening onder een contract te zetten is, naast de Litouwer Ignatas Konovalovas en de Spanjaard Sergio Pardillo, Gerald Ciolek. Stond de Duitser bij zijn vorige werkgevers steevast in de schaduw van renners als Tom Boonen, Mark Cavendish en André Greipel, van Doug Ryder krijgt Ciolek de toezegging in eendagskoersen en vlakke etappes als kopman te zullen worden uitgespeeld. Mits MTN-Qhubeka het zo fel begeerde startrecht bemachtigt.

Dat blijkt al snel wel goed te zitten. Een Zuid-Afrikaanse ploeg, met veel renners uit het land van herkomst in haar gelederen, blijkt voor de immer naar een zo internationaal mogelijk startveld strevende koersdirecteuren net zo interessant als de nieuwste Playboy voor een puber van zestien. Ciolek en zijn ploeggenoten slepen weldra uitnodigingen binnen voor onder meer de Omloop het Nieuwsblad, Tirreno-Adriatico en ook Milaan-Sanremo kan aan het programma worden toegevoegd. Bij die laatste zet Ciolek een dik rood uitroepteken in zijn agenda. Zijn vier eerdere deelnames hebben niet meer opgeleverd dan een 27ste plek in de uitslag in 2007, maar Ciolek had zich telkens in dienst van de ploeg moeten stellen. Nu krijgt hij van Doug Ryder liefst drie knechten mee, die zich geheel naar hun kopman dienen te schikken en hem zo lang mogelijk terzijde moeten staan. Met de vorm zit het bovendien goed. Kort voor Milaan-Sanremo heeft de Duitser een etappe in de Driedaagse van West-Vlaanderen gewonnen en finishte hij in de Omloop Het Nieuwsblad als elfde.

Stress

Als Gerald Ciolek op zondagochtend 17 maart 2013 zijn ogen opent in een bescheiden hotelbed in Milaan voelt hij zich zelfverzekerd én gestrest. Precies zoals hij had gehoopt. Als je in vorm bent en je focus op een wedstrijd hebt gericht, voel je voor de start stress in je lijf. Ben je niet in vorm, dan weet je al dat je niet vooraan zult zitten en heb je ook geen stress, zal Ciolek later eens toelichten in een interview als ware hij een volleerd psycholoog. Wel stress dus op de zondagochtend van Milaan-Sanremo. Zondag? Inderdaad, in 2013 wordt Milaan-Sanremo voor het eerst niet op zaterdag verreden, maar een dag later. Iets dat na drie zondagse edities trouwens weer wordt teruggedraaid, omdat de concurrentie van voornamelijk Serie A-voetbal en Formule 1 in de strijd om de belangstelling van het sportminnend publiek op een zondag toch wat groter blijkt dan verwacht.

Net als zijn collega’s maakt ook Gerald Ciolek zich zorgen om de steeds donker wordende wolken die zich ’s ochtends boven Milaan hebben samengepakt. Natuurlijk bereikt hem het gerucht over de besneeuwde wegen rond de Passo del Turchino, maar hij laat zich niet uit het veld slaan. Ook als de wedstrijd na 117 kilometer wordt stilgelegd en Ciolek de douchecabine in de bus van MTN-Qhubeka instapt om zijn verkleumde lijf op tijd voor de herstart weer enigszins op een fatsoenlijke temperatuur te brengen, schiet de gedachte om uit koers te stappen niet een keer door zijn hoofd. Terwijl Tom Boonen, een jaar eerder nog Cioleks ploeggenoot bij Omega Pharma-Quick Step, even verderop zijn doorweekte shirt overhandigt aan een verzorger en opdracht geeft het rugnummer te verwijderen, heerst bij de Zuid-Afrikaanse ploeg een sfeer van gezonde wedstrijdspanning. Zodra de buschauffeur afslaat in de richting van Cogoleto, waar de renners weldra weer op de fiets klimmen, motiveert ploegleider Jens Zemke zijn team. ‘Stick to the plan!’, schalt het door de bus in met een duidelijk hoorbaar Duits accent doorspekt Engels, zodat de gehele ploeg het kan verstaan.

Treinwagon

Een half uur later zit Gerald Ciolek weer op zijn kanariegele Trek om met het overgebleven deel van het peloton de achtervolging in te zetten op de zeven minuten eerder vertrokken koplopers. Met een uur vertraging op het langzaamste tijdschema zullen ze, via de drie Capo’s, de Cipressa en de Poggio, rond etenstijd alsnog in Sanremo aankomen. De knechten van MTN-Qhubeka profiteren in aanloop naar de overgebleven scherprechters handig van de ferme inspanningen van met name Sky en Cannondale, in de achtervolging op het zestal vluchters. Zo wordt hen alle gelegenheid geboden hun krachten te sparen om Ciolek zo lang mogelijk bij te kunnen staan. Als de Duitser op de Cipressa dan ook nog eens met gemak in het kielzog van de favorieten mee omhoog blijkt te gaan, begint zijn zelfvertrouwen met iedere kilometer die verstrijkt te groeien. Aan winnen denkt hij op dat moment echter nog niet. Een top 10-klassering, dat zou al heel mooi zijn, fantaseert Ciolek. Pas op de Poggio, als hij samen met Paolini de enige is die het wiel van de ontketende Sagan en Cancellara kan houden, voelt de Duitser dat er wellicht meer in het vat zit. Waarom zou hij genoegen nemen met een zoveelste ereplaats? Dit is zijn kans! Terwijl het viertal in de afzink als helse jachthonden neerstrijkt op de weerloze haasjes Chavanel en Stannard, doemt in de verte de boog van de laatste kilometer al op. Tijd om naar elkaar te kijken is er niet, want als de koplopers achterom kijken zien ze dat Taylor Phinney hen op de hielen zit. De Amerikaan is pal na de Poggio ontsnapt uit wat er van het peloton is overgebleven en doet een verwoede poging op tijd vooraan aan te sluiten. Dat dreigt te lukken, tenzij de zes hun eindsprint al enkele hectometers voor de finishlijn inzetten.

Sagan en Chavanel durven door de druk van Phinney niet te lang te pokeren. Nadat eerstgenoemde een ultieme poging van Ian Stannard om in de straten van Sanremo een sprint te ontlopen precies bij het ingaan van de laatste kilometer onschadelijk heeft gemaakt, hijst de Fransman zich zevenhonderd meter verderop uit het zadel en spant zijn spieren aan. Vanuit de achterste positie in de kopgroep trekt hij zijn fiets in gang en probeert zijn medevluchters te verrassen. Tevergeefs. Met een korte blik over zijn rechterschouder ziet Peter Sagan het gebeuren en anticipeert direct. Chavanel krijgt niet eens de kans zijn fiets naast die van de Slowaak te positioneren. Sagan gaat op een licht verzet de sprint van kop af aan, een kleine tweehonderd meter voor de finish. Als een treinwagon die door een locomotief wordt voorgetrokken merkt Ciolek dat hij in de slipstream steeds meer snelheid begint te ontwikkelen. Hij heeft een zwaardere versnelling staan en weet dat hij harder kan. Met nog tachtig meter voor de wielen manoeuvreert Ciolek zijn gele Trek links naast Sagan en begint zijn topsnelheid te benaderen. Bij elke pedaalomwenteling voelt de Duitser dat hij sneller gaat dan zijn concurrent en hem aan het passeren is. Enkele meters voor de aankomstlijn ligt het voorwiel van Ciolek nipt voor op dat van Sagan. De verlossende streep blijkt precies op de juiste plaats getrokken. Met de Slowaak rechts van hem en de in de laatste meters nog aardig opgestoomde Cancellara links plaatst Gerald Ciolek zijn ultieme ‘jump’ en glijdt verbouwereerd over de finish. Een kreet van ongeloof ontsnapt uit zijn wijd opengesperde mond, vergezeld van een kortstondig opgeheven rechterhand die een voorzichtig gebaar van vreugde maakt. Meer kan het vermoeide lijf niet voortbrengen.

Terwijl Sagan een gezicht trekt waar een oorwurm jaloers op zou zijn, begint langzaam tot de man die hem te snel af is door te dringen wat hem overkomt. Als totale outsider wint Gerald Ciolek Milaan-Sanremo. En dan ook nog eens de, door de loodzware weersomstandigheden, meest opzienbarende editie van de laatste decennia. Namens het pro-continentale Zuid-Afrikaanse MTN-Qhubeka. Het is een unicum in het kwadraat. Als de Duitser na de podiumceremonie zijn smartphone pakt regent het opnieuw. Geen dikke natte druppels, waarvan hij er op weg naar Sanremo ontelbare op zijn hoofd en lichaam heeft gekregen, maar berichten. De inbox van de winnaar telt honderden felicitaties en attenties. De pr-manager van MTN-Qhubeka deelt diezelfde avond mede hoeveel interviewverzoeken er de afgelopen uren wel niet zijn binnengekomen, waarop Ciolek laat weten iedereen met alle plezier te woord te willen staan, maar wel onder één voorwaarde. Eerst moet de pr-man een nieuwe simkaart regelen. De journalisten mogen gerust bellen, maar niet op zijn privénummer. Zodat Ciolek, als hij genoeg van heeft van de stroom aan telefoontjes en rust wil, de simkaart meteen weer kan omwisselen voor die van hemzelf. Ook wel eens lekker, een stortvloed die je zelf kunt stoppen.

 

Bronnen:

https://www.develo.co.za/gerald-ciolek-retells-milan-san-remo-day-waking-going-bed/

https://sporza.be/nl/2020/03/18/retro-milaan-sanremo-2013-sneeuw/

 

Vincent de Lijser