Eerst waren er de zes renners en hun verdriet. Iets wat me in deel 2 de vraag deed stellen ‘wat is het een renner eigenlijk waard?’. Waarvoor dank nog, Karsten Kroon. Die vraag groeide uit tot zulke mind boggling proporties in de laatste bergetappes dat alleen de allergrootste denkers en Eddy Merckx hun hoofd hier nog over zouden mogen buigen. En, vooruit, Michel Wuyts en daarmee dus ook Tom Boonen. Voor de gewone man zou het überhaupt te vroeg zijn voor een meta-analyse en daaraan verbonden conclusies: het ijzer is te heet, het roze te vers en alles wat er is gebeurd is te duizelingwekkend.

Nah, goed, dit is natuurlijk ook gewoon een wit leugentje om vooral maar geen opinie te willen maken binnen het wielrennen. Maar oprecht: doe mij de gehele human condition, niet alleen maar het schreeuwerige gelijk van de verliezer of de rookgordijnenrepliek van de winnaar, maar het totale verhaal en alles daarachter. Aangezien dat verhaal te groot is voor een kleine duizend woorden kies ik voor dat wat de toekomst brengen moge: het narratief van de jeugd, want wat is er mooier dan fantaseren en speculeren over dat wat nog komt?

Attestloos en zonder oordeel geef ik u een testosteronpleistertje voor ’t bloeden. Graag gedaan, alvast.

Fausto Masnada (24)

Als je wielertruitje knalrood is en van zoveel stickers aan elkaar hangt dat je er een volledige zaterdagkrant mee kan schrijven, weet je dat je nog één niveautje omhoog moet om in de Champions League van het wielrennen terecht te komen. Als hoogst geëindigde pro-continentale renner in het algemeen klassement (26e) liet hij zien dat hij het waard is. Met zijn wanhoopsdemarrage naar de Gran Sasso (en iedereen scheel jakkerend op het kantje, óp een berg) toonde hij een geloof in dingen die zo onwaarschijnlijk zijn dat het hem in de toekomst sowieso nog vaak gaat lukken. Hoewel de achternaam van Fausto op de lachspieren werkte van Karsten (‘Fausto Meer-Niks’) zou het zomaar eens kunnen gebeuren dat Fausto de mond van Karsten nog gaat snoeren. Met zo’n sticker.

Jack Haig (24)

Naast de fiets een rossige, vriendelijke vent die uitgebreid de tijd neemt voor een interview. Op de fiets een magere, stormrammende gast die iedereen kopje onder wil laten gaan. Als Jack the road hit, hit ie ‘m ook hard. Twee weken lang was hij de cruise control en windvanger voor Simon Yates. Helaas kukelde dat sprookje volledig in elkaar op de Colle delle Finestre, wat maakte dat we Jack daarmee ook niet meer op de voorposten zouden zien. De komende jaren zullen we hem daar nog wel z’n rol zien vervullen. Een grote ronde gaat hij nooit winnen, maar meer dan waarschijnlijk gaat hij ooit meer dan per ongeluk op het podium staan van een heuvelklassieker. Dit jaar 14e in L-B-L maakt dat ie binnen twee jaar daar top-10 rijdt en over vijf jaar top-3. Zo niet dan is ie kopje onder gegaan, vriendelijk als hij is.

Maximilian Schachmann (24)

Degenkolb, Greipel en Kittel. Dat zijn de namen die bovenkomen als ik denk aan Duitse wielrenners. Sprinters, Autobahn-boys, snelle coupe, denderende bovenbenen. Het is al weer een eeuwigheid geleden dat ‘ze’ een Der Jan voortbrachten. Brengt het scoutingsapparaat van Quick Step daar verandering in? Met dat je je kind de voornaam geeft van een keizer van het Heilige Roomse Rijk mag je in ieder geval wat van ‘m verwachten. Helemaal als je weet dat de andere bijnaam van Der Jan, jawel!, Der Kaiser is. Maximilian, of Maximili-aahn zoals de Duitsers zo mooi zeggen, poefte in etappe 18 de doorgebakken benen van Ruben Plaza er zo hard af dat hij leek te schrikken van zichzelf. Met zo’n punch zeg ik ‘winnaar Clasica San Sebastian 2021’. (Even m’n Unibet-docje bijwerken.) Zo niet, dan is Der neue Kaiser te veel aan ’t Ullrich-winteren geweest.

Matej Mohoric (23)

Lomp sterk. Niet mijn woorden, maar wederom die van wijsgeer Karsten Kroon. Naast lomp sterk ook nog eens kroonprins als het gaat om de titel ‘beste daler van het peloton’. Dus onbevreesd. In een rit die te boek stond als ‘overgangsetappe’ werden hogere wattages getrapt dan in L-B-L (aldus Dumoulins vermogensmeter). Hoofdrolspeler Mohoric trapte de benen van zijn medevluchters zodanig het zuur in dat er citroentjes uit hun poriën sijpelden. Palmares en andere verdiensten binnen nu en een jaartje of tien:

  • Brabantse Pijl (3x);
  • Sowieso één keer Luik-Bastenaken-Luik en te vaak top-10;
  • Eindwinnaar Tirreno Adriatico a la Greg van Avermaet (inclusief gecancelde koninginnenrit, inderdaad);
  • Eindeloze mano-a-mano-gevechten met Lilian Calmejane en dat Nico Denz er dan meestal met de overwinning vandoor gaat;
  • Beëindigd carrière met een podiumplek op het WK wielrennen. Lomp sterk als ie is.

Sam ‘Samweb’ Oomen (22)

Zuigende meelifters waren het, Richard Carapaz en Miguel Angel Lopez, en daarom de moeite van het benoemen nauwelijks waard. Hup, op de bagagedrager van Tom en gaan. Daar tegenover staat Sam, de nog oh zo jonge hybride boy die Tom vrijwel altijd bijstaat. Wie kan op 22-jarige leeftijd zeggen dat een grote-ronde-winnaar zich voor hem uit de naad heeft gewerkt? Precies, Sam en Sam alleen. Daar had Tom een verdomd goede reden voor, want wat de gehele Sky-ploeg was voor Froome, dat was Samweb Oomen voor Tom. 22 jaar en bij de besten in de derde week van een grote ronde. Dus ik klik gelijk richting Pro Cycling Stats om zijn tijdritten deze Giro te checken. 29e en 28e, verdomd, toch ook niet misselijk. Daarmee kan je dus 9e worden in het eindklassement. Dat belooft wat.

Als we dat even vergelijken met een willekeurige renner (zeg Chris Froome) toen ie 22 was, is dat toch een aardig verschil: Froome werd in dat levensjaar 31e in het eindklassement van de Tour of Britain. Een gokje hoor, maar met deze Skybotwetenschap is Oomens palmares over de komende tien jaar snel in elkaar gedraaid:

  • Winnaar Tour de France (7x);
  • Winnaar Giro (4x);
  • Winnaar Vuelta (3x)

(Volledige palmares laat nog even op zich wachten, want de computer van meneer Brailsford lijkt te zijn gecrasht. Bestandje kwijt.)

Op naar de volgende ronde!

© LUK BENIES/AFP/Getty Images