‘Wat is het je waard?’

Karsten Kroon stelde de vraag tijdens het becommentariëren van de 10e etappe, sindsdien zoemt het door mijn hoofd als een vervelende strontvlieg die telkens weer tegen het raam vliegt. Karsten weet de juiste vraag te stellen. Karsten hoeft zijn klep wat mij betreft niet dicht te houden. Men kan veel over Karsten zeggen, maar laat Karsten het tijdens de koers maar zélf zeggen. Daarbij zijn de dialogen tussen co-commentator Jeroen Van Belleghem en Karsten van zo’n ongemakkelijke schoonheid dat je er bijna krommere tenen van zou krijgen dan van een gemiddelde finale in de Giro. Je kan er bijna niet naar luisteren dan wel kijken, maar het is te mooi om ook maar iets van te missen.

-Tik!- Weer die vlieg. Nou? Wat is het je waard?

Een vervelend bewustzijn maakt zich meester van alle dingen die ik normaal op routine doe. De was ophangen, mijn fiets schoonmaken na een rit, de post openen: Karsten heeft mijn ganse routinekarretje in de excrementen gereden. Hij stelde de vraag zó snel en hij vervolgde zijn verhaal met zaken die van zóveel minder belang waren, dat het leek alsof het er niet echt toe deed. Maar het zaadje wist zich te planten. En het groeit op een composthoop van wat sindsdien maar zinloze taakjes lijken te zijn.

-Tik!-

Na de verdrietigere verhalen over mislukte fuggitivi en groter ongeluk in deel 1 springt er voor mij maar één renner steeds nadrukkelijker in het oog. Één renner die steeds meer lijkt samen te vallen met de vraag die werkelijk telt als het gaat om wat er voor nodig is om een winnaar te zijn. Yates is heer en meester (feliciteer ‘m alvast!), Dumoulin is best of the rest, maar er is er maar één die vanuit de start via dalen naar pieken is gefietst, weer een dalletje heeft meegepakt en zo voor een podiumplek zal vechten in de komende bergetappes.

-Tik!-

Hoeveel ís het hem waard? Hoeveel hééft hij er wel niet voor over? De superlatieven voor Froome koekeloeren hier om de hoek, maar zijn manie laat zich lastig duiden in een prettige opeenvolging van bijvoeglijke naamwoorden. Chris Froome is een enigma en het enigma groeit. Met zijn val vóór de tijdrit in Jeruzalem en zijn tijdverliezen in de bergen leek de salbutamol-druk hem nu dan toch te veel te worden. Tot de winst op de Zoncolan en zijn mindere momenten in de daaropvolgende etappe naar Sappada (waar Yates een wel heel hongerig menneke bleek te zijn), twee dagen die van Froome tegelijk een groter mysterie én een menselijker mens maakte.

-Tik!-

Ergens hoop ik dat Karsten, als oud-prof, me in de laatste dagen antwoord kan geven op de door hemzelf gestelde vraag. Het liefst in een tweegesprek met zijn Vlaamse vriend Jeroen. Dat het antwoord dan ergens ongemakkelijk in het midden ligt, ergens tussen een harde en een zachte ‘g’ in. Meer in het algemeen: geef ons wielercommentaar dat voelt als een natte afdaling, vol puntjes van stoelen en bilknijperij, en laat ons weten wat het hem waard is, Karsten.

Zo niet dan sla ik zelf die strontvlieg wel dood.

Bij voorbaat dank.

-Tik!-

Jos Mans