Foto PR-kaart Vitalicio Seguros-ploeg (1999)
Hoe de Angliru de vandaag (1 november) jarige Igor González de Galdeano te machtig was
De Alto de El Angliru is geen berg, maar een monster. Een die je met diep respect tegemoet dient te treden. Moet liefkozen. En nimmer onderschatten, laat staan tegen je in het harnas jagen. Het niets ontziende beest kan zomaar uithalen en wild om zich heen slaan. Zelfs de meest krachtige en doorgewinterde renner wordt dan overdonderd door zoveel bruut geweld dat er geen andere keuze rest dan zich onmiddellijk gewonnen te geven. Het monster is immers de baas en bepaalt wie heelhuids de top bereikt en welke renners hun wonden likkend een streep kunnen zetten door lang gekoesterde verlangens om een topklassering in de Vuelta te behalen. Igor González de Galdeano weet er alles van.
De Bask staat in het jaar 2000 blakend van het zelfvertrouwen en boordevol ambitie aan de start van de 55ste editie van de Spaanse ronde. Een jaar eerder is de renner van Vitalicio Seguros verrassend als tweede geëindigd. Na op de openingsdag onmiddellijk de proloog te hebben gewonnen was de Spanjaard, die een dubbele achternaam draagt – zeg dus nooit alleen ‘González’! – nimmer uit de bovenste regionen van het algemeen klassement verdwenen en had na drie weken fietsen door zijn thuisland uiteindelijk alleen in Jan Ullrich zijn meerdere moeten erkennen.
In 2000 staat de Duitse titelverdediger weliswaar opnieuw aan de start van de Vuelta, maar aangezien hij in de Tour, voor iedereen duidelijk zichtbaar, diep in zijn reserves had moeten tasten om de strijd met Lance Armstrong aan te gaan en, toen die op een verloren zaak uitdraaide, een tweede plek in Parijs veilig te stellen, wordt de status van González de Galdeano in aanloop naar de Vuelta opgekrikt van outsider tot topfavoriet. Ruim twee weken lang lijkt de kopman die rol waar te maken en in elk geval op weg te zijn naar een nieuwe podiumplek. Totdat hij oog in oog komt te staan met het monster. Het beest, genaamd El Angliru, dat grommend en woest zwaaiend met zijn klauwen González de Galdeano niet alleen op de knieën dwingt, maar hem zelfs pardoes uit de Vuelta veegt.
Het verhaal hoe de Angliru in de Spaanse ronde terecht kwam is te mooi om niet, al is het maar kort en bondig, uit de doeken te doen. De Vuelta-directie is aan het einde van de jaren ’90 al geruime tijd naarstig op zoek naar een col die kan wedijveren met de zwaarste beklimmingen in de Tour en de Giro. In zijn boek De Weg Naar Covadonga doet journalist en schrijver Edwin Winkels de ontdekking van de Angliru en de manier waarop die in 1999 voor het eerst in de Vuelta belandt vele malen uitgebreider uit de doeken. Samengevat komt het erop neer dat Miguel Prieto, een hoge pief binnen blindenloterij ONCE, de jarenlange sponsor van de gelijknamige wielerploeg, in een radioprogramma Vuelta-directeur Enrique Franco hoort vertellen over zijn zoektocht naar een loodzware scherprechter. Prieto, zelf slechtziend, weet van een beklimming in Asturië, die tot voor kort alleen geschikt was voor geiten- en schapenhoeders en hun dieren, maar die niet lang geleden grotendeels geasfalteerd is. Vandaar dat hij parcoursbouwer en technisch directeur Alberto Gadea een brief schrijft om hem te tippen.
Zodoende wordt de Angliru vanaf 1999 met regelmaat in de Vuelta opgenomen. Overigens schijnt Prieto niet helemaal de daadwerkelijke ontdekker van het monster te zijn. Hij blijkt achteraf zijn informatie uit een wielermagazine te hebben. De redactie van het blad is op haar beurt dan weer ingelicht door een Asturische mijnwerker. Een te lang verhaal, met bovendien te veel geitenpaden als zijwegen. Geïnteresseerden in de volledige geschiedenis van de Angliru en de ontdekking ervan kunnen hun hart ophalen met het uitermate interessante boek van Winkels over het Spaanse wielrennen, de Vuelta, haar geschiedenis en de meest opzienbarende beklimmingen en passages.
De eerste keer dat hij de Angliru oprijdt, een dertien kilometer lange klim met een gemiddeld stijgingspercentage van 10% en in de slotfase uitschieters van dik 23% over onverharde paden, toont González de Galdeano onmiddellijk ontzag. Als tijdens de achtste Vuelta-etappe van 1999 het monster bedwongen moet worden, gaat de Bask bepaald niet voorop in de strijd. Terwijl José María Jiménez en Pavel Tonkov onverschrokken omhoog rijden en als nummers een en twee de aankomstlijn passeren, moet González de Galdeano niet alleen op hen tijd prijsgeven, maar ook op bijna alle andere klassementsfavorieten, onder wie Roberto Heras, Abraham Olano en de uiteindelijke eindwinnaar Jan Ullrich.
Het zorgt ervoor dat de kopman van Vitalicio Seguros een jaar later met iets meer vrees in zijn lijf en spanning op de benen aan het vertrek staat, als de 168 kilometer lange zestiende etappe opnieuw naar de schuilplaats van het monster leidt. González de Galdeano staat op dat moment derde in het algemeen klassement, op minder dan twee minuten van gele truidrager Heras en runner-up Ángel Casero. Als de Bask de grillen van het beest het hoofd kan bieden en in de volgende dagen eveneens geen tijdverlies oploopt, zou hij in de afsluitende tijdrit rond Madrid zijn slag kunnen slaan. Tegen het uurwerk is González de Galdeano doorgaans veruit de betere ten opzichte van zijn twee landgenoten.
Het maakt dat de moraal ’s ochtends voor de start goed is. Helemaal omdat een dag eerder Igors oudere broer Álvaro een dagsucces heeft geboekt. In vierentwintig uur kan er echter veel veranderen. Waren de beide González de Galdeano’s op maandagavond nog in de zevende hemel, dinsdagmiddag belanden ze in de hel. Zodra Igors benen de eerste oplopende meters van de Angliru voelen, is het alsof het monster onmiddellijk alle kracht en energie uit zijn lichaam wegzuigt. Er lijkt een muur voor de renner geplaatst, die hij kaarsrecht omhoog dient te fietsen. Het is onbegonnen werk.
De jongste González de Galdeano doet nog wel een verwoede poging, maar als de klassementsrenners al lang aan de horizon zijn verdwenen en ook de bus met knechten een te hoog tempo aanhoudt, kan de Spanjaard niet anders dan zich vermoeid, teleurgesteld en boven alles gedesillusioneerd neerleggen bij de verraderlijke en nauwelijks te bevechten krachten van het monster. Tegen zoveel geweld is hij op dat moment simpelweg niet bestand. Zoals de reusachtige fictieve gorilla King Kong weerloze mensen moeiteloos optilt alsof ze een klein insectje zijn en ze in de rondte smijt, wordt Igor González de Galdeano door het beest, genaamd Alto de El Angliru, zonder pardon uit de Vuelta gekieperd.