Vuelta Wielercultuur

Hoe de vandaag (29 juli) jarige Faustino Rupérez de Vuelta kon winnen

Met de Vuelta-overwinning van Faustino Rupérez is het net als met een rapport vol zesjes. Geslaagd is geslaagd. Behaald is behaald. En na afloop vraagt nooit meer iemand naar die matige cijferlijst of naar hoe die eindzege in de Spaanse ronde van 1980 nou precies tot stand kwam. Rupérez’ naam staat maar mooi tussen de vele grootheden van die tijd, Bernard Hinault en Joop Zoetemelk gingen de Spanjaard voor als Vuelta-winnaars, en ook nadien volgen talloze grote namen.

De disclaimer, die Rupérez vermoedelijk zal weglaten als hij herinneringen ophaalt aan zijn rondewinst, om vooral geen afbreuk te doen aan zijn eigen prestatie, is echter een longread te noemen. Je zou gerust kunnen stellen dat de Vuelta van nu geenszins vergelijkbaar is met die van vroeger tijden, hetgeen vanzelfsprekend van grote invloed is op de waarde van de overwinning. Diverse en vooral uiteenlopende factoren zijn er de oorzaak van.

Om te beginnen verkeert Spanje in 1980 nog in een crisis. Het land is pas enkele jaren bevrijd van het juk van dictator Franco en bevindt zich duidelijk nog in een fase van wederopbouw. De Vuelta heeft die donkere geschiedenis overleeft, maar staat op het randje van de afgrond. In 1978 wordt de ronde voor het tweede opeenvolgende jaar gedwarsboomd door de Baskische afscheidingsbeweging ETA.

Bomaanslagen schrikken de koers op, er liggen geregeld spijkers op de weg, renners krijgen zand in hun ogen gegooid en meer van zulks. Basken die vinden dat de aangekondigde veranderingen in Spanje, na de dood van dictator Franco, te lang op zich laten wachten, gebruiken de Vuelta om hun onvrede over de situatie te uiten. Het betekent dat de ronde de Spaanse regio voortaan zal mijden.

Het is een noodzakelijke, maar verstrekkende beslissing van de koersdirectie. Uitgerekend een Baskische krant, EL Correo Español-El Pueblo Vasco, is een van de voornaamste geldschieters van de Vuelta. Nu de ronde de thuisregio van de sponsor noodgedwongen links laat liggen, trekt die zich logischerwijs terug. Het betekent bijna het einde van de Vuelta.

Ware het niet dat Luis Puig, de voorzitter van de Spaanse wielerbond, er te elfder ure in slaagt de ronde onder te brengen bij Unipublic, een organisator van grote sportevenementen. Daarmee zijn de gevaren voor wat betreft het voortbestaan nog niet geweken. Puig wil een deal sluiten met publieke omroep TVE voor meer zendtijd voor de koers, maar het gesprek verloopt averechts.

De televisiedirecteuren hebben precies niets met koers en willen juist minder van de Vuelta op het scherm brengen. Als enkele sponsoren die beslissing ter ore komt, haken ze direct af. Uiteindelijk biedt de Spaanse Minister van Cultuur en Sport, Manuel Clavero, de helpende hand en zorgt dat er genoeg financiële middelen zijn om de ronde te redden.

Bovengenoemde factoren en het feit dat de Vuelta dan nog in het voorjaar op de kalender staat, maken dat de ronde in 1980 een beperkt en vooral Spaans deelnemersveld kent. Van de elf ploegen op de startlijst komen er slechts drie niet van het Iberisch schiereiland, het Italiaanse San Giacomo (met het jonge talent Roberto Visentini), het Belgische Splendor (met Sean Kelly, Claude Criquielion, Johan De Muynck en Michel Pollentier) en uit Nederland is HB Alarmsystemen van de partij. Een bescheiden ploeg met als bekendste namen Peter Zijerveld en Jos Lammertink. Die laatste zal knap een rit weten te winnen, trouwens.

Verder staan er vooral Spanjaarden aan het vertrek in La Manga. De Franse tweevoudig Tourwinnaar Bernard Thévenet, in dienst van het Spaanse Teka, is er ook, al is hij zichtbaar in de herfst van zijn loopbaan aanbeland.

De grootste concurrenten voor regerend Spaans kampioen Rupérez, die een jaar eerder de Vuelta al als vierde had beëindigd, heten Pedro Torres, Vicente Belda (beiden van Kelme), Marino Lejarreta (Teka) en zijn eigen ploeggenoot bij Fosforera, Miguel María Lasa.

Wat sterk in het voordeel werkt van Rupérez, die geen uitgesproken klimmer is, maar het juist moet hebben van zijn aanvalslust en ijver om lange ontsnappingen op te zetten, is dat het aantal aankomsten bergop in de Vuelta van 1980 precies nul is. Niets. Nada.

In de vijfde etappe, tussen San Quirico de Tarrasa en La Seu d’Urgell grijpt Rupérez de macht door na een lange solo winnend over de finish te komen. Met zijn zege en de voorsprong van drie minuten die hij op al zijn concurrenten pakt, rijdt hij meteen proloogwinnaar Visentini uit de gele leiderstrui. Twee dagen later wint Rupérez opnieuw, bouwt zijn voorsprong in het klassement nog iets verder uit en geeft zijn opponenten in de resterende anderhalve week nergens ook maar een schijntje van een kans hem het leven zuur te maken.

Één moeilijke dag kent Rupérez. In de voorlaatste etappe, waarin zowaar enkele serieuze bergproeven op het menu staan, krijgt de Spanjaard het even benauwd als hij al op de eerste klim door het ijs dreigt te zakken. Medekopman Lasa transformeert echter in luttele momenten in een trouwe meesterknecht, die zijn eigen kansen op een topklassering overboord kiepert om Rupérez tegen de aanvallen van met name Torres en Criquielion te beschermen. Het is de enige keer dat er, in figuurlijke zin, een paar keer stevig aan het geel van Rupérez wordt getrokken. De Spanjaard herstelt knap en rijdt de volgende dag alsnog moeiteloos in de leiderstrui Madrid binnen.

Faustino Rupérez is de opvolger van Joop Zoetemelk als Vuelta-winnaar en voegt zijn naam toe aan een lijst van toprenners, die de Spaanse ronde wisten te winnen. Dat het deelnemersveld in 1980 aan de matige kant was, er geen aankomsten bergop in het etappeschema stonden en de Vuelta net gereanimeerd was uit een eerder nog onafwendbaar lijkende dood, daar heeft Rupérez het nooit over als hij herinneringen ophaalt. Terecht. Hij is Vuelta-winnaar. Punt. Behaald is behaald. Naar rapportcijfers vraagt immers ook niemand.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Hoe de vandaag (29 juli) jarige Faustino Rupérez de Vuelta kon winnen

Vuelta Wielercultuur

Hoe winst in Gent-Wevelgem de vandaag (27 juli) jarigeTwan Poels ontglipte

Wielercultuur