Wielercultuur

Hoe een gemiste starttijd Stephen Roche zijn Tour kostte: het drama van Bron–Chassieu 1991

‘Ik ben zijn vader niet!’ Het commentaar van Roger De Vlaeminck klinkt gortdroog en eerder nonchalant dan boos of teleurgesteld. Het is net of de ploegleider van Tonton Tapis de bevestiging heeft gekregen van iets dat hij al langer wist. Gulzig zuigen de microfoons en bandrecorders van de persmuskieten de reactie van de Belg op, maar die laat zich niet uit de tent lokken. Tussen De Vlaeminck en zijn kopman zal het niet meer goedkomen. In de tweede Touretappe van 1991, een 36,5 kilometer lange ploegentijdrit tussen Bron en Chassieu, vindt de renner, die vier jaar eerder de ronde nog op zijn naam had geschreven, zijn Waterloo. Liefst elf minuten na zijn acht ploeggenoten komt hij over de finish gesukkeld. Alleen en in zijn eentje. Ruim dertig jaar later doet de binnenkomst van de oud Tourwinnaar denken aan een wielerversie van de veelbesproken ‘walk of shame’ van Queen Cersei uit het vijfde seizoen van de televisieserie Game Of Thrones. Gelukkig voor de kopman van Tonton Tapis ziet die scène pas een kwart eeuw later het levenslicht, dus niemand die op dat moment de vergelijking kan maken. Het verdict van Chassieu is echter onverbiddelijk. Net als de tijdslimiet. Die is met ruim zes minuten overschreden. Stephen Roche, in 1987 nog Tour- en Girowinnaar en tevens wereldkampioen, is vier jaar later de schlemiel van de Franse ronde. Door de gemiste start van de ploegentijdrit kan hij al in het eerste Tourweekeinde naar huis.

Als nu een ploeg van acht het startpodium van een gezamenlijke race tegen de klok betreedt, kijkt niemand gek op, maar in 1991 gaan direct alle alarmbellen af als maar acht renners van Tonton Tapis zich klaarmaken om de strijd met het uurwerk aan te gaan. Tourploegen bestaan dan immers nog uit negen man en zowel de proloog als de zondagse ochtendetappe hebben geen uitvallers tot gevolg gehad. Tonton Tapis zou dus gewoon met negen coureurs aan de start moeten komen, maar op het teken van de wedstrijdleiding zetten er slechts acht hun fiets in beweging. Kopman Roche is in geen velden of wegen te bekennen. Niemand weet waar de Ier uithangt. Het zal ploegleider De Vlaeminck eigenlijk worst wezen. Als het aan de voormalig klassiekerkoning had gelegen had Roche helemaal niet rond gereden in het witzwart gestreepte shirt, waarop in rode letters de naam van de hoofdsponsor, Tonton Tapis, te lezen valt. De Vlaeminck kende de reputatie van de Ier op voorhand en vindt hem gemakzuchtig. Weinig trainingsarbeid, laat naar bed, slechte eetgewoontes. Het zijn eigenschappen die passen bij een student die net op kamers woont, niet bij een topsporter. Het bezorgt de Belg koude rillingen. De ploegleider heeft echter weinig in te brengen tegen zijn geldschieter, een tapijtgigant, die per se een vedette aan boord wilde hebben. Niet dat de gewezen Tourwinnaar in de voorgaande jaren veel deuken in een pakje boter heeft gereden. Na het behalen van de regenboogtrui in het najaar van 1987 is Roche behoorlijk ‘aan de sukkel’ geraakt.

Op de eerste Tourdag geeft de Ier een duidelijk signaal af dat hij nog altijd niet de renner is die vier jaar eerder, na een verbeten strijd met Pedro Delgado, het geel had mogen aantrekken in Parijs. 104 is de notering die na de proloog in Lyon voor zijn naam staat in de uitslag. Vierentwintig uur later kan de kopman van Tonton Tapis zijn biezen pakken en is de Tour voor hem ten einde. In de ochtendetappe finisht Roche nog gewoon in het peloton, op een kleine twee minuten van een succesvolle kopgroep. Diezelfde middag gaat het genadeloos mis. Als de seconden wegtikken totdat de Belgische ploeg aan de collectieve chronorace dient te beginnen, druipt de zichtbare twijfel van de gezichten van het achttal op het startpodium. Wat te doen? Wachten? Of rijden? De Vlaeminck neemt elke vorm van aarzeling weg. Vertrekken, is zijn ondubbelzinnige opdracht. Wie weet waar die verdraaide Roche uithangt en hoe lang het duurt alvorens hij ten tonele verschijnt?! Áls hij überhaupt nog komt opdagen. Het achttal van Tonton Tapis heeft de eerste kilometers van de ploegentijdrit er al op zitten als hun kopman zich eindelijk aan het vertrek meldt. Tijdens het warm rijden, iets dat de Ier bij voorkeur in afzondering doet om zich volledig te kunnen focussen op zijn race, is hij Davide Cassani tegengekomen. De oud-ploeggenoot bij Carrera rijdt nu voor Ariostea en laat terloops zijn starttijd weten. Die blijkt exact dezelfde te zijn als die van Roche. Alsof het de eerste maandag van de maand om twaalf uur ‘s middags is, gaan plotseling alle alarmbellen af bij de geschrokken renner. Een gevoel van paniek maakt zich meester van Roche, die zich naar de startlijn spoedt als iemand die de laatste trein moet halen. Daar ontdekt hij dat zijn ploeg er al lang en breed vandoor is. De Ier maakt aanstalten direct de achtervolging in te zetten, maar wordt tegengehouden door de Tourofficials. Roche zou volgens de jury het vertrek van de volgende ploeg in de weg zitten en wordt gesommeerd te wachten. Nog meer kostbare tijd gaat verloren, alvorens hij kans ziet toch op pad te gaan. Zijn ploeg is dan al ruim zeven minuten onderweg en de Ier staat er helemaal alleen voor op de wegen rond Lyon. Elke kilometer verliest hij handenvol secondes. Niet alleen op de topploegen, maar ook op zijn eigen Tonton Tapis, dat aarzelend rond maalt richting Chassieu, op de hielen gezeten door De Vlaeminck, die in de ploegleidersauto een perfecte imitatie van iemand met Gilles de la Tourette ten beste geeft. Het achttal wordt troosteloos laatste. Meer dan elf minuten later bolt Roche over de finish. Hij overschrijdt de tijdslimiet met zes minuten en vier seconden.

De pr-afdeling van de Tonton Tapis draait na het incident overuren. Een plaspauze, net op het moment dat de aangepaste starttijd werd mede gedeeld aan zijn teamgenoten, is volgens het officiële communiqué van de ploeg de oorzaak van het gemiste vertrek. Roche zelf geeft de pers een sterker excuus. Pal voor vertrek zou hij plotseling last hebben gekregen van maagkrampen. Een sanitaire stop was onvermijdelijk. In het ‘village départ’ was de Ier wanhopig en tevergeefs op zoek gegaan naar een toilet, om vervolgens noodgedwongen wat verderop bij een willekeurig huis aan te bellen om daar zijn behoefte te doen. Precies op dat moment zou de Tonton Tapis-ploeg te horen hebben gekregen niet om 16:22 uur, maar acht minuten eerder aan het vertrek te moeten komen. In het in 2017 verschenen boek ‘The Ascent’ van Barry Ryan spreekt Roche zijn eigen verklaring van een kwart eeuw eerder en die van de persafdeling van Tonton Tapis tegen. Louter het gebrek aan informatie over de veranderde starttijd, niet meer en niet minder, was de boosdoener geweest van het markante optreden in de Tour van 1991. Punt. Van een ‘toiletincident’ is geen sprake meer. Tussen Stephen Roche en Roger De Vlaeminck heerst dan al lang een Koude Oorlog. Er is in dat ene jaar bij Tonton Tapis simpelweg te veel gebeurd tussen de twee. Het gortdroge commentaar van de Belg als hem later eens gevraagd wordt hoe hij denkt over zijn voormalige kopman? ‘Hij kan de pot op!’

Foto Sander Kolsloot

Bekijk ook van Aan-Age Dijkstra

Hoe een gemiste starttijd Stephen Roche zijn Tour kostte: het drama van Bron–Chassieu 1991

Een verloren kopman, een woedende ploegleider en de meest beschamende ploegentijdrit uit de Tourgeschiedenis.

Wielercultuur

De mythe rond Luis León Sánchez: op zijn verjaardag een ander verhaal

Op de verjaardag van Luis León Sánchez ontrafelen we hoe een foute legende en een echt drama zijn wielerleven vormden.

Wielercultuur