Foto Sirotti

Wielercultuur

Il Lombardia 2019: de bijna vergeten meesterzet van jarige Bauke Mollema

De Ronde van Lombardije is als een bassist in een rockband: het onterecht ondergeschoven kindje. Alleen kenners weten de waarde juist in te schatten, maar het grote publiek gaat er nog wel eens voorbij. Net zoals de zanger, de twee gitaristen en de drummer bekender zijn en zich kunnen laven aan een vele malen grotere schare fans dan de, vaak wat introvertere en meer verlegen, bassist, staat de Ronde van Lombardije in de schaduw van de andere monumenten: Milaan-Sanremo, de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik. Haar plaats op de mondiale kalender helpt vanzelfsprekend ook niet mee. Kijkt in het voorjaar de hele wereld reikhalzend uit naar de krachtmetingen tussen de groten der aarde, in het najaar smaakt ‘Il Lombardia’ als mosterd na de maaltijd. Het seizoen zit er op, nagenoeg alle prijzen zijn verdeeld en de dagen worden allengs korter. Menigeen verlangt naar de eerste veldritten of naar het rap naderende schaatsseizoen wanneer er in Noord-Italië nog een hoofdprijs te vergeven valt. Het is de reden dat de overwinning van Bauke Mollema in 2019 nauwelijks de aandacht of glorie krijgt die gerechtvaardigd zou zijn. Als enkele weken later de balans wordt opgemaakt en de hoogtepunten van het wielerjaar worden gerangschikt, is de zege van Mathieu van der Poel in de Amstel Gold Race, en met name de manier waarop, unaniem Neerlands hoogtepunt van het jaar. Natuurlijk, er valt helemaal niets af te dingen op het tot de laatste seconde bloedstollend spannende koersverloop en op de manier waarop Van der Poel zich terugvecht naar de kop van de wedstrijd, om in de laatste meters met zijn opponenten af te rekenen. Maar laten we eerlijk zijn, als koplopers Jakob Fuglsang en Julian Alaphilippe gewoon samen naar Vilt waren gefietst in plaats van quasi-surplacend door de Limburgse heuvels te rijden, had Van der Poel die Amstel Gold Race nooit gewonnen. De prestatie van Mollema een half jaar later in Lombardije, door op eigen kracht een bijna twintig kilometer lange solo in te zetten en succesvol af te ronden, is minstens evenveel eer en roem waard.

Als op de tweede zaterdag van oktober in 2019 de 113de editie van de ‘koers van de vallende bladeren’, zoals de Ronde van Lombardije omwille van haar plaats op de kalender liefkozend wordt genoemd, van start gaat onder een helder blauw lucht en een frivool schijnend najaarszonnetje, wordt Mollema niet direct tot de kanshebbers gerekend. Bookmakers schatten renners als Alejandro Valverde, Egan Bernal, Primož Roglič en tweevoudig winnaar Vincenzo Nibali beduidend hoger in dan de Groninger. De Italiaanse favoriet moet echter al in een vroegtijdig stadium passen. Op de Civiglio maakt een omvangrijke groep van een dertigtal renners een ontsnappingspoging van Emanuel Buchmann en Tim Wellens onschadelijk, als Nibali begint te piepen en te kraken als een Fiatje dat niet meer door de APK komt. Het is voor Valverde het teken aan te vallen, maar de Spanjaard wordt door Roglič weer tot de orde geroepen. Heel even valt het vooraan stil en precies die korte tijdspanne wordt door Mollema ten volle benut. In zijn kenmerkende ‘harkende’ stijl – gelukkig voor hem is wielrennen geen jurysport, waarbij ook naar de uitvoering wordt gekeken – beukt hij het resterende deel van de klim op. Boven bedraagt zijn voorsprong al een halve minuut.

In de resterende zestien kilometer tot aan de finish, waarbij ook nog de San Fermo della Battaglia moet worden bedwongen, ontstaat een klopjacht die vele malen onderhoudender is dan menig achtervolgingsscène in een actiefilm. De marge die Mollema heeft op achtervolgers Roglič, Bernal, Woods, Valverde en Fuglsang groeit en slinkt. En vice versa. En weer opnieuw. De renner van Trek-Segafredo blijft echter in een monotoon tempo de pedalen rond draaien. Tot zijn geluk valt het gezelschap achter hem steeds wanneer er een paar seconden is teruggewonnen opnieuw stil. De favorieten beloeren elkaar en zijn als de dood de kolen voor een ander uit het vuur te halen. Dat gegeven bezorgt Mollema niet alleen extra tellen tijdwinst, maar geeft hem ook mentale kracht. Minder dan twintig seconden wordt zijn opgebouwde marge nooit en al ruim voor de finish realiseert de Nederlander dat hij de grootste overwinning uit zijn carrière gaat boeken. In een monumentale klassieker nog wel. Wat zijn prestatie nog meer uniek maakt is dat slechts twee landgenoten hem voor gingen. In 1981 was Hennie Kuiper de beste in ‘Il Lombardia’ en twee decennia eerder had Jo de Roo de primeur. Uitgerekend degene aan wie Mollema de bijnaam ‘Bokkema’ te danken heeft, won in 1962 als eerste Nederlander in Noord-Italië, om die prestatie een jaar later nog eens te herhalen. Toeval wil dat De Roo de abusievelijke benaming ‘Bokkema’ dan ook nog eens uitsprak in een documentaire over de Ronde van Lombardije. De Zeeuw werd in 2011 geïnterviewd door makers Robert Jan van Noort en Johannes Sigmond – hem ken je ook als zanger Blaudzun, een naam ontleend aan de Deense wielrenner – en had het toen meermaals over Bokkema, waar hij Mollema bedoelde. Die zet met zijn monumentale klassieke zege een kroon op een sterk seizoen, waarin hij ook al vijfde werd in het eindklassement van de Giro. De overwinning van Bauke Mollema zal in menig jaaroverzicht echter in de schaduw blijven staan van die van Van der Poel een half jaar eerder. Volkomen onterecht. Vanzelfsprekend.

Bekijk ook van Vincent de Lijser

Il Lombardia 2019: de bijna vergeten meesterzet van jarige Bauke Mollema

Op de verjaardag van Bauke Mollema kijken we terug naar zijn monumentale solo naar de zege in Il Lombardia 2019: een prestatie die nog altijd flink onderschat wordt.

Wielercultuur

Op z’n verjaardag terug naar 2003: hoe Steven de Jongh de E3 Prijs veranderde in ‘gallery play’

Op de verjaardag van Steven de Jongh blikken we terug op de meest dominante Rabo-show ooit: de E3 Prijs 2003.

Wielercultuur