In de jaren zestig was hij na Jan Janssen de grootste Nederlandse renner op de weg. Twee keer Parijs-Tours, twee keer Lombardije, Bordeaux-Parijs, drie Tourritten… En ineens stond hij daar beneden bij de stuwdam, aan de voet van Les Deux Alpes: Jo de Roo. Nog lang niet versleten, want hij moest wachten op zijn fietsmaten, die in de afdaling achtergebleven waren.
Een paar dagen eerder stond hij bij De Avondetappe centraal in Au Tour de Jean. “Ben je wel eens depressief geweest?” vroeg Nelissen aan de Zeeuw. En warempel, hij was wel eens depressief geweest (wat een toeval Jean!). Hoe hij er weer bovenop gekomen was? Alle antidepressiva bij het bij het chemisch afval en verder met je leven! En daar reed hij dan, bijna zeventig, met zijn fiets tussen de Alpenreuzen.
Een paar Vlaamse toeristen, die qua leeftijd nog met De Roo gekoerst konden hebben, leken minder onder de indruk van de Zeeuw. Zelfs de mededeling dat hij nog eens Vlaanderens Mooiste gewonnen had, leek weinig los te maken. Ik was verbijsterd. Nu was het café in Vlaamse handen, en we wilden wat eten. De jonge ober, schijnbaar onvoorbereid op zo’n vraag, deed navraag bij de baas. Het bleek dat we ’n zak friet konden krijgen. Mijn beeld van de Vlaming bleef toch nog ongewijzigd.
Een paar dagen later stonden we opnieuw aan de voet van Les Deux Alpes. Het Tourpeloton was nog maar net vertrokken, of Michael Rasmussen had al een straatlengte voorsprong. Later die dag reden we de Alpe d’Huez op. Op het heetst van de dag, met Les Deux Alpes als in de benen, was het een kruisweg naar de top.
Alsof we nog niet genoeg genoeg afgezien hadden, sloegen we in de afdaling af om nog meer klimwerk te doen. Op de weg naar Le Freney d’Oisans (voor de kenner: de smalle zijweg naar de Alpe d’Huez) klonk echter troost uit de radio van een Vlaams (!) echtpaar. Enkele tientallen kilometers noordelijker, in het skioord La Toussuire, werd Rasmussens monstervlucht met een ritzege beloond. En de gele trui, Floyd Landis, verloor meer dan tien minuten. Rasmussen was de held van de etappe, maar in Landis herkende ik die dag toch meer van mezelf.
Floyd Landis zou het als held nog een ruime week uithouden. Een jaar later viel ook voor Michael Rasmussen het doek. Alleen de Zeeuw staat nog steeds fier overeind. Jo de Roo: de held van de Alpen.
Trad op zijn twaalfde toe tot de rangen der wielerfanaten. Verdiepte zich vooral in het de wielergeschiedenis, deed hierin een hoop nutteloze feitenkennis op en sloot zijn studie Journalistiek af met een scriptie over de Tour de France. Jan blogt dan ook onder het pseudoniem drs. Tour. Hij woont aan de rand van Groningen, een perfecte uitvalsbasis om het ommeland onveilig te maken op zijn Cube Peloton (uitgerust met een fietsbel).