Het seizoen 2017 gaat van start maar Lampre is niet meer. Heel even leek het er nog op dat ze als subsponsor hun Italiaanse gloed zouden verspreiden, maar ook dat is definitief van de baan. Wat een gemis voor de wielersport. Ik, en vast vele generatiegenoten met mij, heb vele herinneringen aan deze formatie. Toen de ploeg werd opgericht was ik 10 jaar oud, dus zo’n beetje de hele periode dat ik de koers volg, was daar Lampre. Een van mijn jeugdhelden, Abdoesjaparov, reed er in de nadagen van zijn carrière. Fondriest – die reed er ook al niet naast – fietste ook in de beginjaren voor Lampre. En toen Indurain de Tour won, was Lampre er al. Toen Ullrich zijn wintervet had afgelegd om de Tour te winnen, was Lampre daar. Toen Armstrong zijn zeges pakte (of toch niet?) was Lampre daar. Toen Tom Boonen zijn grote voorjaarszeges boekte, reed Lampre – letterlijk – in het wiel. Maar niet langer.
Lampre, dat is Italië, het mooie ongecontroleerde, emotionele Italiaanse wielrennen. Dat zijn de eerste zonnestralen in het voorjaar die de Vlaamse somberheid doorbreken. Dat is de Primavera. Dat is imago, rijden in Ferrari’s, omgeven zijn door mooie vrouwen. Dat is de Giro boven de Tour stellen, zoals het – we weten het diep in ons hart allemaal – ook hoort. Dat is de oude Simoni die nog eens een roze trui denkt te pakken, maar die geflikt wordt door een jonge geblondeerde halfgod. Of nee, geen halfgod, een prins. Een Kleine Prins. Dat is helden vereren, zoals Pozzato, Petacchi, en ook de immer aanwezige Kleine Prins, ook als de helden een schim zijn van wat ze waren. Dat waren Bortolami, Ballan, Bruseghin, Tonkov, Belli, Svorada. En het was ook Juan-Manuel Garate, die ik in 2002 na afloop van de proloog van de Giro d’Italia in Groningen kon aanraken, zo dichtbij, maar wat ik amper durfde, zo klein, breekbaar, afgetraind.
Ook de zwarte jaren uit de sport hebben Lampre aangedaan, natuurlijk. Raimondas Rumsas was een van de gezichten van de EPO. Stond hij de ene dag nog in zijn Lampre-truitje op het podium van de Tour, een dag later al was dat weer voorbij, omdat zijn vrouw met een auto vol dopingproducten was aangehouden op de Franse snelweg – is het de hond niet, dan zijn het de vrouwen wel, Rumsas gebruikte zelf natuurlijk niet. Bij de fietsclub waarmee ik in die jaren jaarlijks de bergen introk, hadden wij nadien dan ook de Prix de Raimondas Rumsas, een aanmoedigingsprijs, vol verboden middelen.
En die ploeg, die is niet meer. Of nou ja, hij is nog wel, maar heet vanaf nu UAE Abu Dhabi, naar een rijke oliesjeik met geld als water (maar juist dat water is er dan weer schaars, en zo is er altijd wel wat). Sfeerloos, emotieloos, pure pecunia. Jammer. Al doet het nieuwe shirtje wel wat denken aan dat van PDM destijds. Laat dat dan een troost zijn.
- Waarom wij fietsen (11/13): Léon Geuyen - 04/07/2018
- Waarom wij fietsen (9/13): Koene Rem - 27/06/2018
- Waarom wij fietsen (8/13): Joop Zoetemelk - 19/06/2018
Geef een reactie