Foto Gianni Careddu

Koersverhalen Wielercultuur

Milano-Torino finisht weer op plek van tragische sportgeschiedenis

Na een paar vlakke edities finisht Milano-Torino vanmiddag weer bovenop La Superga. Deze beklimming was niet vaak het decor van wielergeschiedenis, maar is wel de plek waarop il Grande Torino, een van de beste Italiaanse voetbalploegen aller tijden, verongelukte.

Torino was dankzij een gelijkspel tegen concurrent Internazionale begin mei 1949 al nagenoeg verzekerd van de vijfde landstitel op rij en dus mocht de ploeg van voorzitter Ferruccio Novo midweeks afreizen naar Lissabon om daar een vriendschappelijke wedstrijd tegen Benfica te spelen.

Die club wilde daarmee in stijl afscheid nemen van zijn afzwaaiende aanvoerder en Portugees international Francisco ‘Chico’ Ferreira, met wie Torino-aanvoerder Valentino Mazzola recentelijk goed bevriend was geraakt. De wedstrijd zou een feest voor spelers en supporters worden en eindigen in een 4-3 overwinning voor de thuisploeg.

Hoewel Torino anders altijd terugvloog op vliegveld Malpensa van Milaan, werd dit keer gekozen voor de kleinere luchthaven van Turijn. Zogezegd zou het gezelschap – om eerder thuis te zijn – de minder strikte grenscontrole in Turijn verkozen hebben boven die van Malpensa. Ware het niet dat de piloot vlak voor de landing het zicht in de mist verloor. Hij had niet door dat het vliegtuig recht op de basiliek bovenop La Superga afstevende en kon een tragedie niet meer voorkomen. Alle inzittenden kwamen bij de botsing om het leven.

Novo en zijn rechterhand, de Joodse Hongaar Egri Erbstein – in de oorlogsjaren letterlijk op weg om trainer te worden van Feyenoord, tot hij door Duitse troepen tegengehouden werd – , hadden in de jaren veertig een ware voetbalmachine gecreëerd. De laatste puzzelstukjes daarvan vielen op hun plaats, toen Ezio Loik en Il Capitano Mazzola in 1943 voor 1,2 miljoen lire werden gekocht van Venezia. Zeker die tweede wordt nog altijd gezien als een van de beste Italiaanse voetballers aller tijden.

Tussen 1943 en ’49 was de club maar liefst 88 wedstrijden ongeslagen en veel spelers maakten ook deel uit van de nationale ploeg. Tijdens een duel met Hongarije op 11 mei 1947 waren zelfs alle tien de veldspelers afkomstig van Torino. Alleen keeper Valerio Bacigalupo, toch ook goed voor vijf interlands, ontbrak. Zijn plaats onder de lat werd tegen de Hongaren ingenomen door Juventus-goalie Lucidio Sentimenti.

Valentino Mazzola (tweede van links) toont de gebroeders Coppi (Fausto en Serse) zijn ballenverzameling.

COPPI EN MAZZOLA

De in Piëmont geboren Fausto Coppi was een groot supporter van Toro en bovendien goed bevriend met Mazzola. Hij gaf samen met zijn eeuwige rivaal Gino Bartali en Mazzola’s Torino de Italianen weer wat kleur op de wangen gedurende die donkere naoorlogse jaren van wederopbouw en reed na het ongeluk enige tijd met een pin van zijn favoriete club.

Coppi’s leven zou overigens al bijna even tragisch eindigen als dan van zijn voetballende vriend, toen hij in het huidige Burkina Faso malaria opliep, maar dit terug in Italië verkeerd werd gediagnosticeerd. De legendarische wielrenner werd slechts veertig jaar oud.

 

Lees ook van Sander Grasman

Milano-Torino finisht weer op plek van tragische sportgeschiedenis

Koersverhalen Wielercultuur

Sluit je aan bij de Hofstettergroep!

Koersverhalen Wielercultuur
Advertentie